GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 491 I^OEKOMEK STUKKEN. N°. 288. Leiden, 11 November 1918. Naar ons gebleken is, is uit ons praeadvies, opgenomen onder no. 280 der Ingekomen Stukken, een regel weggevallen. Bij de kostenberekening van ons voorstel betrefïende de her ziening van de salarissen van de laagst bezoldigde ambtenaren en van de politieambtenaren behoort n. 1. nog te worden vermeld »Voor den Markt- en Havendienst op 4.414.80. U gelieve deze correctie wel in den IJ toegezonden afdruk van ons bovengenoemd praeadvies aan te brengen. Het totaal der kosten ondergaat geene verandering. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N#. 289. Leiden, 14 November 1918. 13e Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen, dat zij noch tegen den door Burgemeester en Wet houders voorgestelden aankoop van de Bethleheinskerk aan de Lammermarkt, noch tegen de voorgestelde verordening tot heffing van opcenten op de hoofdsom der dividend- en tantièmebelasting bezwaar heeft. Zij adviseert U mitsdien overeenkomstig die voordrachten te besluiten en tot vaststelling van de begrootingsregeling voor de kosten van aankoop van de Bethlehemskerk over te gaan. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 290. Leiden, 14 November 1918. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen, dat zij tegen de in hare handen gestelde begrooting, dienst 1919, van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis, geene bedenkingen heeft. Zij adviseert U derhalve tot goedkeuring van die begrooting te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 291. Leiden, 15 November 1918. Tegen inwilliging van het hierbij overgelegd verzoek van den heer J. M. N. Kapteijn, om eervol ontslag als leeraar in de Hoogduitsche taal aan het Gymnasium alhier, bestaat noch bij Curatoren van het Gymnasium, noch bij ons College bezwaar. Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging aan den heer J. M. N. Kapteijn, op diens verzoek, met ingang van 9 Januari 1919, eervol ontslag te verleenen uit zijne bovengenoemde betrekking. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 8 November 1918. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Edelachtbare Heeren! De ondergeteekende heeft de eer, U hierdoor te verzoeken, hem met ingang van 9 Januari 1919 eervol ontslag te willen verleenen uit zijne betrekking van leeraar in het Duitsch aan het Stedelijk Gymnasium. Met verschuldigde hoogachting heeft hij de eer te zijn Uw dienstw. dienaar J. M. N. Kapteijn. N°. 292. Leiden, 15 November 1918. In nevensgaand adres verzoekt de afdeeling Leiden en Om streken van de Koninklijke Nationale Vereeniging tot steun aan Miliciens eene subsidie ten bedrage van 25 van door haar ten behoeve van inwoners dezer gemeente uit te keeren ondersteuning tot een maximum van f 1000. Blijkens haar reglement stelt de afdeeling zich ten doel zoo veel mogelijk te voorkomen, dat militie-, landweer- en land- stormplichtigen tengevolge van de vervulling hunner verplich tingen als zoodanig, hunne betrekking verliezen, en bovendien hulp te verleenen aan hen, die ten gevolge van de vervulling dier militaire verplichtingen hunne broodwinning verloren en na hun verblijf onder de wapenen dientengevolge in behoeftige omstandigheden verkeeren. Tot nog toe heeft de afdeeling uitgaven tot een bedrag van ongeveer f 1Ü.Ü00 kunnen doen zonder bij de gemeente om steun aan te kloppen, doch bij de demobilisatie op groote schaal, die thans plaats heeft, schieten hare krachten te kort. Het lijkt ons alleszins rationeel, dat de gemeente in deze tijdsomstandigheden eene nuttige vereeniging, als de adres- seerende afdeeling, die gedurende ruim drie jaren op eigen wieken heeft gedreven, steun verleent, nu hare krachten te kort schieten. Ook de gevraagde subsidie achten wij zeker niet te hoog. Wij geven U mitsdien in overweging aan de afdeeling Leiden en Omstreken van de Koninklijke Nationale Vereeni ging tot steun aan Miliciens een bijdrage van 25 harer uitgaven ten behoeve van inwoners dezer gemeente, tot een maximum van ƒ1000.in uitzicht te stellen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 13 November 1918. Aan den Gemeenteraad van Leiden. De Afdeeling Leiden en O. der Kon. Nat. Ver. tot Steun aan Miliciens, die in den loop der jaren 1915 tot op heden ongeveer f 10.000 uitgaf om de met langdurig verlof huis waarts gekeerde miliciens, landweer- en landstormmannen, die dit noodig hadden, te voorzien van bovenkleeding, schoeisel en gereedschappen, staat thans met een ledige kas voor het feit, dat binnen korten tijd veel geld noodig is om aan de aan vragen te kunnen voldoen. Vrijwillige giften vloeien slechts zeer schaars. Redenen waarom het Bestuur der Afdeeling zich tot Uwen Raad wendt met het verzoek een subsidie te willen verleenen tot een bedrag van 25% der nog te doene uitgaven ten behoeve van inwoners der Gemeente Leiden, tot een maximum van f 1000.— (Een duizend gulden) bijdrage. Het Bestuur der Afdeeling De Voorzitter, van Meurs, Gep. Luith-Kolonel. De Penningmeester J. Graf, Agent Ned. Bank. N°. 293. Leiden, 15 November 1918. Uit'een staat van ontvangsten en uitgaven, door het Steun comité Leiden, Oorlogstoestand 1914, aan ons overgelegd, is ons gebleken, dat genoemd Comité, waaraan bij raadsbesluit van 26 September j.l. (Ingek. Stukken No. 245) vanaf 1 Augus tus 1918 een maandelijksche bijdrage van ten hoogste ƒ5000 in uitzicht werd gesteld, over het tijdvak 1 Augustus t/m. 31 October 1918 aan ondersteuning in geld en aan huur- bonnen te zamen 42365.7272 heeft uitgegeven. Tegenover deze uitgave heeft het Steuncomité in dat tijdvak uit de ge houden schaalcollectes en uit diverse bijdragen resp. 1257.49 en 212.99 ontvangen, terwijl het Koninklijk Nationaal Steun comité ongeveer de helft der uitgaven of 21182.85, heeft ge restitueerd. De maximum-bijdrage van de gemeente bedraagt volgens genoemd raadsbesluit over 3 maanden 15000, zoodat nog een bedrag van 4712.3972 ongedekt is. Ook de rekening van het z.g. Crisiscomité sluit op 29 Oc tober j.l., volgens een tweeden overgelegden staat, met een tekort. Over het tijdvak 1 Januari tot en met 29 October 1918 is door dat Comité een bedrag van f 68010 uitgegeven. Van dit bedrag heeft het Koninklijk Nationaal Steuncomité de helft of 34005 voor zijne rekening genomen. Door de gemeente werd bij raadsbesluit van 17 Januari 1918: 10000, bij be sluit van 11 April d.a.v. (zie Ingek. Stukken No. 79) 5000 en ten slotte bij raadsbesluit van 28 Juni j.l. nog een bedrag van 12000 beschikbaar gesteld. Van dit laatste bedrag moest de helft dienen, om een reeds bestaand tekort te dekken, terwijl de overige 6000, vermeerderd met een gelijke bij drage van het Koninklijk Nationaal Steuncomité, voldoende werden geacht om nog gedurende 6 weken met de onder steuning voort te gaan. Uit een en ander volgt, dat er, nu de gemeente 27000 heeft bijgedragen en van de uitgaven ad'68010 de helft door het Koninklijk Nationaal Steuncomité voor zijne reke-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1918 | | pagina 1