DONDERDAG 24 OCTOBER 1918. 247 Zitting van Donderdag 24 October 1918. Gecrpend, des namiddags te twee uur. Voorzitter: de Heer Burgemeester Jhr. Mr. N.C. DE GIJSELA AR. Te behandelen onderwerpen 1° Onderzoek van den geloofsbrief van het nieuw benoemd raadslid P. Heemskerk. 2° Benoeming van eene onderwijzeres in de handwerken aan de school der 3e klasse No. 6 (vacature-Mej. Kroo- nenberg). (272) 3° Idem als voren (vacature-Mej. Saraber). (272) 4° Staat tot wijziging der begrooting, dienst 1917, van het Geref. Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwen huis. (271) 5° Rekening, dienst 1917, van het Geref. Minne-1 I Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (271) 6° Begrooting, dienst 1919, van het Geref. Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (271) 7° Rekening, dienst 1917, van het H. G. of Arme Wees-en Kinderhuis. (271) 8° Verordening, houdende wijziging van de verordening van 18 Januari 1917 (Gem.blad No. 5), op Vergunnings- en Verlofslocaliteiten. (273) 9° Praeadvies op de verzoeken om toekenning van een bij slag op de gemeentelijke pensioenen en wachtgelden. (251). 10° Praeadvies op het verzoek van de afdeeling Leiden van den Algemeenen Nederlandschen Bond van Arbeiders(sters) in het Bakkers-, Chocolade- en Suikerbewerkingsbedrijf e. a., in zake het maken van een gemeentelijke regeling betreffende de afschaffing van bakkersnacht- en Zondags- arbeid. (250) Tegenwoordig zijn 24 leden n.l. de heeren van Tol, Jaeger, Sijtsma, Briët., A. Mulder, Reimeringer, de Lange, Oostdam, van der Eist, van Romburgb, Zwiers, Bots, van der Lip, van der Pot, Knappert, Wilmer, Eerdmans, Pera, J. P. Mul der, Boot, Huurman, Hoogenboom, Sasse en Fokker. Afwezig zijn de heeren van Hamel, Roem, de Boer en Timp wegens ongesteldheid, van Gruting wegens verhinde ring, alsmede de heer Fabius. De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering van 17 October 1918 worden goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen: 1°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van de goed gekeurde verordening, houdende wijziging van het Reglement voor de Stedelijke Werkinrichting te Leiden. 2*. Mededeeling van M. J. Krop, dat hij de benoeming tot Hoofd der Herhalingsschool voor Jongens aanneemt. 3°. Mededeeling van G. Meulenberg, dat hij de benoeming tot onderwijzer aan de school der 2e klasse No. 3 aanneemt. 4°. Mededeeling van Mevr. J. M. Snouck HurgronjeDort en Mevr. W. H. de Blecourt—Royaards, dat zij hare be noeming tot Regentes van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis aannemen. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Circulaire van den Gemeenteraad van Ylst, ten ge leide van een motie in zake de spoedige totstandkoming van de wettelijke uitwerking van art. 192 der Grondwet en met verzoek de motie bij H. M. de Koningin en de Staten-Gene- raal te steunen. Deze circulaire luidt als volgt: »Ylst, 4 October 1918. Wij hebben de eer UEdelachtbare mede te deelen dat de Raad heden besloot onderstaande motie, door hem algemeen aangenomen, mede te zenden aan de Raden der gemeenten in Nederland, met verzoek dezelve te steunen bij Hare Majesteit de Koningin en de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal. De Raad der Gemeente Ylst, H. P. Fledderus, Voorzitter. C Nauta Jz., Wethouder." De motie luidt als volgt: »Aan de Raden der gemeenten in Nederland. De Raad der gemeente Ylst, overwegende dat door de voortgaande verbetering der salarissen van het personeel der openbare lagere scholen, de tegenstelling met die van het personeel der bijzondere lagere scholen, een steeds schrijnender karakter krijgt, van oordeel dat aan deze tegenstelling hoe eer hoe beter een einde dient te worden gemaakt in het belang van het geheele onderwijs, Besluit zich onverwijld te wenden tot de Regeering en de Staten- Generaal, met het dringend verzoek, dat de wettelijke uitwerking van art. 192 der Grondwet ten spoedigste tot stand komt." De Voorzitter. Zooals U wellicht bekend is, is in de troon rede de toezegging gedaan, om met deze materie zooveel mogelijk spoed te maken en deze zelfs te doen voorafgaan dooi' een regeling van de onderwijzerssalarissen. Ik meen daarom, dat het voor onzen Raad overbodig is, om aan de motie van Ylst steun te verleenen. Volgens een nadere ver klaring van de Regeering, medegedeeld door het Correspon dentiebureau, is de Regeering in dezen diligent, zoodat het mij onnoodig lijkt, ten dezen aanzien nog verdere stappen te doen. Ik stel U dus namens Burgemeester en Wethouders voor, het verzoek voor kennisgeving aan te nemen. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt hier toe besloten. 2°. Verzoek van den Leidschen Bestuurdersbond om het praeadvies in zake de afschaffing van Bakkersnacht- en Zon- dagsarbeid te verwerpen. Zal worden behandeld bij punt X der agenda. 3°. Verzoek van de afdeeling Leiden van de Sociaal-Demo cratische Arbeiderspartij om maatregelen te nemen tot on verwijlde ontruiming van de school 3e klasse No. 2 aan de Van der Werfstraat. Dit verzoek luidt als volgt: »Aan den Raad der gemeente Leiden Geeft beleefdelijk te kennen de afdeeling Leiden van de Sociaal-democratische Arbeiderspartij dat de Openbare Lagere school der 3e klasse No. 2 (van der Werfstraat) nu al van het begin der mobilisatie af voor militaire doeleinden wordt gebruikt; dat de schoolbevolking in al die jaren nooit voldoende is ondergebracht; dat ze nu weer over een drietal scholen is verdeeld, te weten de scholen aan de Zuidsingel, de Medusastraat en de Maresingel; dat daaraan voor het onderwijs stellig groote nadeelen ver bonden zijn, omdat lang niet iedere leerkracht een eigen leslokaal ter beschikking heeft; dat het voor de ouders ook bezwarend moet worden genoemd hun kinderen naar verschillende scholen te moeten sturen, op grooten afstand van hun woning gelegen dat de afdeeling voornoemd in een en ander ziet een ver waarlozing van de geestelijke belangen van het volkskind; dat de militaire autoriteiten tegen een ontruiming van bedoelde school te minder bezwaren kunnen hebben, daar een deel der barakken aan de Heerenstraat niet in gebruik zijn. Redenen waarom de afdeeling Leiden der S. D. A. P. Uw college met aandrang verzoekt maatregelen te treffen, welke een onverwijlde ontruiming van de school aan de van der Werfstraat ten gevolge hebben, opdat de schoolbevolking dier school, in afwachting van den scholenbouw waartoe Uw College bereids besloot, voldoende gelegenheid hebbe om onderwijs te ontvangen. 't Welk doende enz. de afdeeling Leiden der S. D. A. P. De Voorzitter. D. A. van Eck. De Secretaris. J. P. de la Rie. Leiden, 22 October 1918." De Voorzitter. Een der Wethouders heeft deze zaak nog eens nagegaan en zich alle moeite gegeven, om de school voor het onderwijs vrij te krijgen. Ik twijfel echter, of het thans het goede oogenblik is, om bij den opperbevelhebber met dien wensch te komen. Ik behoef daarover niet verder in details te treden. Voorts meen ik, dat dit toch geen dadelijk effect

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1918 | | pagina 1