DONDERDAG 26 SEPETEMBER 4918.
221
inwoners der gemeente, dat daar betaald wordt uit de ge
meentekas, dus uit de belastingpenningen van de ingezetenen.
Bij dit voorstel wordt evenwel eene tegemoetkoming ver
leend niet slechts aan die menschen, die geld storten in de
gemeentekas, maar ook aan menschen, die in de kas niets
bijdragen, nl., de inwoners der buitengemeenten, die uit
Leiden gas ontvangen. En zelfs bij zoo'n ver-strekkend voor
stel wordt geen weistandsgrens getrokken. Wanneer dit bij
het verleenen van rabat ooit noodig is, dan is het wel hier,
waar er mede bij betrokken zijn de rijkste gasbetrekkers
buiten de gemeente. Hier zou ik pertinent aan Burgemeester
en Wethouders willen vragen: zijt gij er van overtuigd, dat
een rabat op den gasprijs ook moet worden verleend aan de
buitengemeenten. Ik meen mij op een ander standpunt te
moeten stellen. Leiden is vooreerst leverancierster van gas
en als zoodanig stelt zij een prijs vast voor al degenen, die
gas van haar betrekken. Maar daar naast, is Leiden ook een
gemeentelijke overheid, die te zorgen heeft voor de belangen
van haar inwoners en in die qualiteit kan Leiden een rabat
geven, alléén voor haar eigen inwoners. Op de zelfde manier
kan een gemeentebestuur van de buitengemeenten ook han
delen ten opzichte van zijne inwoners. Wanneer men den prijs
van het gas te hoog acht, kan men daar evengoed overgaan tot
de invoering van een rabatstelsel. Ik stel daarom deze vra
gen waarom is hier geen weistandsgrens getrokken en
waarom strekt het rabatstelsel zich uit over de omliggende
gemeenten? Wanneer het rabatstelsel zich uitstrekt tot de
minst draagkrachtigen in Leiden alleen, dan zou men
met veel minder geld een veel grooter rabat kunnen ver
leenen.
De heer df. Lange. M. d. V. Met belangstelling en instem
ming heb ik vernomen, wat de heer Wilmer heeft gezegd.
Ik heb dezelfde gedachte als hij ten opzichte van dit voor
stel. Het is een uitermate belangrijk voorstel, dat ons hier
bezig houdt, al worden er slechts weinig woorden aan gewijd.
De kosten van dit voorstel worden geraamd op f 120.000 a
f 140.000 per jaar. Nu weten wij, dat de begrooting van de
gasfabriek voor '19 sluit met een nadeelig saldo van 197.000.
In dat bedrag is deze f 120.000 niet begrepen. Dit kan niet,
want de briel van Commissarissen die over dit voorstel han
delt is van 12 September en toen hadden wij de begrooting
voor 1919 reeds in ons bezit. De raming van het tekort op de
exploitatie van de Gasfabriek voor het volgend jaar zal dus
ongeveer worden een bedrag van ruim 3 ton. De raming
voor '18 is een tekort van 150.000, terwijl het werkelijk
verlies in '17 heeft bedragen f 52.000.
Onze geheele financiëele toestand is zorgvol en onze gas
fabriek behoort tot de gemeentebedrijven, die een invloed
van beteekenis hebben op den financieelen toestand der
gemeente. De cijfers, welke ik zooeven heb genoemd, toonen
dat, dunkt mij, genoegzaam aan. Als ik daarbij in aanmerking
neem, vooreerst, dat de directe plaatselijke belasting in 1913
opbracht 415.000, terwijl voor 1919 de raming bedraagt
1.095.000, dus in vijf jaren tijd f 480.000 meer, en in de
tweede plaats, dat voor 1919 een ongedekt tekort geraamd
is van 7a ton en op de begrooting voor 1918 een van 2| ton,
dus te zamen een ongedekt tekort van 1 millioen, dan durf
ik zeggen, dat Burgemeester en Wethouders het ongetwijfeld
eens zullen zijn met hen, die beweren, dat wij met groote
zorg op de financiëele aangelegenheden der gemeente moeten
passen.. Het komt mij daarom onbegrijpelijk voor, dat Burge
meester en Wethouders niet aan den Raad een weg weten
te openen, waardoor bereikt wordt, dat de gasverbruikers,
die rabat noodig hebben, dat krijgen naar de mate, dat dit
noodig is, maar dat het geld van de gemeente niet wordt
gebruikt om ook rabat te verleenen aan degenen, die het
niet noodig hebben en aan hen voor wie wij niet behoeven
te zorgen. De gemeente Leiden behoeft niet te zorgen voor
de inwoners van de andere gemeenten; als dezen steun noo
dig hebben, moeten de gemeentebesturen hunner woonplaats
dien verleenen. De gemeente Leiden behoeft ook niet haar
steun uit te strekken tot die inwoners der gemeente, die
in staat zijn zeiven den vollen gasprijs te betalen en daarom
breng ik ook hulde aan Burgemeester en Wethouders wij
kunnen dat bij anticipatie doen voor hun voorstel in zake
de verlaging der brandstofïenprijzen voor degenen, die die
volle prijzen niet. kunnen betalen. Daarbij hebben Burge
meester en Wethouders een goeden weg ingeslagen. Waarom
is die goede weg ook niet ingeslagen bij dit voorstel?
Ik heb over deze aangelegenheid reeds gesproken met.
mijn collega Mulder en met dezen het volgende voorstel
geconcipieerd
»De ondergeteekenden hebben de eer het volgende voor te
stellen
De Gemeenteraad
Gezien het voorstel van B. en W. vervat in Ingek. St.
No. 237;
O vèr wegende
1° dat het wenschelijk is om het gas zooveel mogelijk niet
beneden den kostenden prijs te leveren
a. aan de gasverbruikers die buiten de gemeente Leiden
wonen, en
b. aan de gasverbruikers in de gemeente die den kostenden
prijs kunnen betalen
2° dat de financieele toestand der Gemeente ook noodig
maakt dat het verlies op de exploitatie van het gasbedrijf
tot het strikt noodige beperkt wordt;
Besluit
B. en W. uit te noodigen om een voorstel in te dienen
waardoor een degressief rabat op den gasprijs, ad 26 cent
per M3. wordt toegekend aan de Leidsche ingezetenen die
daaraan behoefte hebben, in den geest van het voorstel tot
beschikbaarstelling van brandstoffen tegen verlaagden prijs
(Ingek. St. No. 247) en inmiddels het aanhangige voorstel
aan te houden."
Ik zou alleen nog aan den heer Wilmer willen vragen of
hij dit voorstel wil steunen.
De Voorzitter. Dat zal ik moeten vragen.
De heer de Lange. Dan is het voldoende ondersteund om
aan den Voorzitter te worden overhandigd.
De Voorzitter. Gij schijnt eene minder goede gewoonte te
willen gaan volgen, nl. om plotseling met een voorstel te
komen. Ik zou U willen verzoeken dat in het vervolg een
paar dagen eerder te doen, opdat de andere heeren het ook
eens kunnen bekijken.
Wanneer U met een voorstel wilt komen, zal ik vragen
of het voldoende ondersteund wordt, zoo ja, dan maakt het
een onderwerp van beraadslaging uit.
De heer de Lange. M. d. V. Ik wil mijn voorstel dan wel
toelichten. Het eerste punt om het gas niet te leveren be
neden den kostenden prijs aan de gasverbruikers buiten
Leiden en aan inwoners van Leiden die het betalen kunnen,
behoeft m.i. geene nadere toelichting.
Het tweede punt, dat de financiëele toestand der gemeente
het noodig maakt, dat het verlies op de exploitatie van het
gasbedrijf tot het strikt noodige beperkt wordt, behoeft even
min nadere toelichting. Slechts over het laatste gedeelte van
ons voorstel zou ik nog iets kunnen opmerken.
Of 26 cent per M3. nu de kostprijs is, daarmede laat ik
mij thans niet in. Ik wil dienaangaande alleen opmerken dat ik
wel wenschte dat er tegen dien prijs nog wat op het gasbedrijf
verdiend kon worden; ik ben geen aanhanger van de leer
dat een gemeentebedrijf geen winst mag maken.
In de tegenwoordige omstandigheden zou ik er echter al
zeer mee ingenomen zijn wanneer het tekort op het gasbedrijf
wat verminderd kon worden. Daarom stellen wij voor om
26 cent te laten betalen door wie het betalen kan en door
de niet-Leideriaars en uitsluitend rabat te verleenen aan
degenen die het noodig hebben in den geest van het voor
stel tot beschikbaarstelling van brandstoffen tegen verlaag
den prijs.
Ik bedoel daarmede dat dat voorstel hier gevolgd zal wor
den alleen wat de techniek betreft; de grenzen voor rabat-
verleening zou ik evenwel veel ruimer wenschen, want ik
acht het onmogelijk dat iemand met een inkomen van/1600
26 cent voor eiken M3. gas betaalt.
De techniek van dat voorstel volgende, maar de grenzen
verruimende, komen we echter op den goeden weg.
De Voorzitter. De bedoeling van Uw voorstel is, als ik het
goed begrijp, ons voorstel aan te houden en Burgemeester en
Wethouders uit te noodigen met een nieuw voorstel te komen
in den geest als door U is aangeduid geworden.
Wordt het voorstel van den heer de Lange ondersteund?
Het voorstel wordt voldoende ondersteund en maakt der
halve een onderwerp van beraadslaging uit.
De Voorzitter. Dan komt de behandeling van de motie
het eerst aan de orde, maar de bespreking daarvan valt ge
heel samen met de bespreking van het voorstel zelf.
Verlangt thans iemand het woord betredende deze motie?
De heer van der Pot. M. d. V. Zooals de heer de Lange
zuiver heeft onderscheiden, komen hier twee zaken ter sprake.
In de eerste plaats de vraag, of het wenschelijk is gas te
leveren aan de buitengemeenten voor een gedeelte berieden den
kostenden prijs en ten tweede de vraag, of dit wel noodig is,
waar het betreft personen, wier welstand dit niet vereischt.
Over het eerste punt heeft ook de heer Wilmer gesproken
en hij heeft een pertinent antwoord gevraagd op de vraag,
of men niet aan Leiden alleen rabat zou kunnen geven. Het