2-20 DONDERDAG 26 SEPTEMBER 1918. XII. Verordening, houdende wijziging van de verordening van 13 October 1904 (Gem. Blad No. 26), regelende hét getal der scholen, waarin te Leiden Openbaar Herhalingsonderwijs wordt gegeven, den omvang van het onderwijs en het aantal onderwijzers en onderwijzeressen bij dat onderwijs werkzaam. (Zie lng. St. No. 244.) Algemeene beschouwingen worden niet gevoerd. Het eenig artikel en daarmede de geheele verordening wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. XIII. Praeadvies op het verzoek van het Steuncomité Leiden, Oorlogstoestand 1914, om toekenning van een bedrag van f 14553,77 tot dekking van het tekort op 1 Augustus j.l., en van eene maandelijksche bijdrage ad f 5000. (Zie lng. St. No. 245.) De beraadslaging wordt geopend. De heer de Lange. M. d. V. Wij kunnen het betreuren, dat het Plaatselijk Steuncomité geen vrijmoedigheid meer heelt om onder de tegenwoordige tijdsomstandigheden een oproep te doen tot de Leidsche burgerij om voort te gaan met het geven van vrijwillige bijdragen, maar ik kan mij begrijpen, dat het Steuncomité den weg opgaat, welken het thans is ingeslagen, en dat Burgemeester en Wethouders komen met het voorstel, dat zij gedaan hebben. Toch zou ik willen vragen: achten Burgemeester en Wethouders het niet mogelijk het Steuncomité nog te bewegen om, als dit voor stel wordt aangenomen, toch voort te gaan met het inzame len van vrijwillige bijdragen, voorzoover de Leidsche inge zetenen bereid zijn die te geven, al was het alleen door het blijven houden der schaalcollecten? De schaalcollecte heeft in 4 jaar opgebracht ongeveer 30.000 of gemiddeld f 7500 per jaar. Dat is een niet ver werpelijk bedrag. Wanneer men eindigt met het houden van inzamelingen door inschrijvingen, dan is het best mogelijk dat .de schaalcollecte nog iets meer zal opbrengen. Mijn eerste verzoek aan Burgemeester en Wethouders is daarom, dat zij er bij het Steuncomité op aandringen, om de gelegenheid tot het geven van vrijwillige bijdragen niet geheel stop te zetten, maar voort te gaan met het houden van eene schaalcollecte. Verder wordt er in de verantwoording van het Plaatselijk Steuncomité gesproken van eene bijdrage van de gemeente voor het Crisiscomité van 37780. Dat Crisiscomité heeft dat jaar naar ik meen eene gemeente lijke subsidie genoten van 15000. Ik meende, dat dit Comité gekomen was aan het einde van zijn arbeid en vervangen geworden door de Commissie voor Burgerlijke Armenzorg. Heb ik dat juist of niet? Mocht ik mij vergissen dan acht ik het toch wenschelijk, dat het Crisiscomité verdwijnt en zijn taak geheel wordt overgenomen door de Commissie voor Burgerlijke Armenzorg. In de derde plaats zou ik aan Burge meester en Wethouders willen vragen om inlichtingen te ▼erschafïen betreffende den post salarissen en onkosten groot f 8526.12. Ik heb altijd gemeend dat het Plaatselijk Steuncomité door den buitengewoon te waardeeren steun van den -Urgen- tieraad al zijn werk kon verrichten door kostelooze hulp. Dit blijkt thans niet het geval te zijr>. Ik zou aan Burge meester en Wethouders daarom willen vragen, of zij mij de personen kunnen noemen, die dat salaris genoten hebben. De heer van der Pot. M. d. V. Op de eerste vraag van de heer de Lange kan ik antwoorden, dat reeds met het Steun comité overleg is gepleegd en dat is afgesproken, dat, waar eenerzijds zal worden opgehouden met de geregelde perio dieke inzamelingen, men voort zal gaan met het doen houden van de schaalcollecte. Eenige aandrang hiertoe is derhalve niet meer noodig. Of de schaalcollecte evenwel meer zal op brengen als tot heden het geval is geweest, is de vraag. Dit zal de toekomst leeren. Het is ook mogelijk, dat, waar door de gemeente de lasten worden overgenomen, die verwachting beschaamd zal worden. In ieder geval zal dit moeten worden afgewacht. Wel werd het wenschelijk geacht, om op te houden met die inzameling door middel van lijsten, omdat degenen, die daaraan plegen te geven, dan dubbel zouden geven. En de geheele reden om dit van het Steuncomité over te nemen is juist, dat een steeds minder aantal ingezetenen de lasten van dat Comité ging dragen. Wat de tweede vraag betreft: hoe zal het gaan met het Crisiscomité? kan ik mededeelen, dat het de bedoeling niet is dat comité direct op te heffen. Wel zal een deel van de tot dusverre door het Crisiscomité gesteunden, die feitelijk geheel onder de categorie «armenzorg" vallen, naar het Burgerlijk Armbestuur worden overgebracht, maar financieel voordeeiig zou het voor de gemeente niet zijn, als het geheele Crisis comité werd opgelost in hetgeen onder het Burgerlijk Arm bestuur zal worden begrepen, en nu reeds ging ressorteeren onder het voorloopig armbestuur. Als de heer de Lange slechts denkt aan den steun, welken het Steuncomité hier ter stede ontvangt van het Koninklijk Nationaal Steuncomité, zal hij begrijpen, dat het niet in het financieel belang van de ge meente zou wezen. Aangaande den post «Salarissen en onkosten" kan ik ver klaren, dat de leiders en leidsters in het Steuncomité, die daar heel veel arbeid hebben verricht, dat tot dusverre steeds gratis hebben gedaan, maar uit den aard der zaak voor schrijf- en ander werk, alsmede aan den portier b.v„ salaris is uit betaald moeten worden. Het geheele bedrag is bij den groo- ten omvang van het Steuncomité buitengewoon gering. Als men het verdeelt over den tijd, gedurende welken het Comité heeft gearbeid, is die post van geen beteekenis. De heer de Lange. M. d. V. Ik dank den heer van der Pot zeer voor de verstrekte inlichtingen. Zij zijn voor mij bijna geheel bevredigend; alleen wat den post der salarissen be treft, kan ik mij niet vooratellen, dat de portier alleen een bedrag van 8526 heeft genoten. Tenslotte zou ik nog aan Burgemeester en Wethouders willen verzoeken aan het Steuncomité te vragen om, waar het in de toekomst zoo belangrijke bijdragen uit de gemeentekas zal ontvangen, in het vervolg aan den Raad een volledig verslag aan te bieden omtrent zijn werkzaamheden, welke, naar ik hoop, nog slechts van korter! duur zullen zijn. De heer Fokker. M. d. V. Ik wensch even die kwestie van die salarissen en onkosten op te helderen. Die uitgaven zijn verkeerd gerubriceerd, want de onkosten zitten er ook onder. De eenigeri, die salaris genieten, zijn de portier en de men sehen, die den laatsten tijd met de schaalcollecten rond gingen. Een enkelen keer is er wat schrijfwerk betaald, maar hoofdzakelijk zijn het onkosten. Al de overige arbeid, welken het bureau verricht, wordt belangeloos gedaan. De heer van der Pot. M. d. V. Ik kan den heer de Lange verder nog mededeelen, dat met het Steuncomité reeds is besproken, dat het jaarlijks een rekening en verantwoording zal overleggen. Over een verslag betreffende de werkzaamheden van het Comité is niet gesproken, maar Burgemeester en Wethouders zullen overwegen of er geen bezwaar bestaat dat ook te verzoeken. Ik vermoed, dat van de zijde van het Comité geen bezwaar zal worden gemaakt tegen het over leggen van een verslag, bij wijze van toelichting op de rekening. De heer de Lange. Ik dank den heer van der Pot ook voor dat antwoord. De beraadslaging wordt gesloten en zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het praeadvies besloten. XIV. Yoorstel tot aankoop van een terrein, gelegen nabij de Heerenstraat, kad. bekend Sectie M. Nis 3102, 3258, 3259, 3261, 3610, 3649, 3650 en 3658 en tot beschikbaarstelling van de voor dien aankoop benoodigde gelden. (Zie lng. St. No. 240.) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt over eenkomstig het praeadvies besloten. 'XV. Voorstel tot nadere vaststelling van den prijs van het gas. (Zie lng. St. No. 237.) Bij dit punt komen tevens de verschillende daarop betrek king hebbende adressen in behandeling. De beraadslaging wordt geopend. De heer Wilmer. M. d. V. Bij aanneming van dit voorstel zal het tekort van de gasfabriek weer met 120.000 a 140.000 gulden per jaar worden vermeerderd. Nu zouden wij over die financieele bezwaren gemakkelijk kunnen heenstappen, met een zeker gemak althans, wanneer het is, zooals Burge meester en Wethouders zeggen, wanneer het inderdaad een noodzakelijkheid is en het geschiedt ten behoeve van degenen, die aanspraak kunnen maken op een financieele tegemoet koming van gemeentewege in den hen drukkenden gasprijs. Maar ik heb reeds meermalen betoogd ik zal ditmaal kort zijn, omdat het meermalen is besproken, en ik hoop, dat het nu tot een voorstel in den Raad zal komen dat men met een dergelijk stelsel van-rabat niet alleen een tege moetkoming schenkt aan degenen, die daarop aanspraak kunnen maken. Waarom is bij het geven van rabat op den gasprijs niet in praktijk gebracht het stelsel, dat ook in andere omstandig heden gevolgd wordt, nl. dat er een zekere weistandsgrens wordt bepaald. Waarom hier niet het zelfde stelsel toege past, dat straks zal worden voorgesteld met betrekking tot de levering van goedkoopere brandstoffen. Daar is een wei standsgrens bepaald; waarom ook hier niet? Hier is er zoo veel meer reden voor. Bij het voorstel tot verleenen van goedkoope brandstoffen, wordt een rabat gegeven aan de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1918 | | pagina 8