DONDEKDAG 26 SEPTEMBER 1918.
219
De Voorzitter. Ik wil slechts opmerken, dat Burgemeester
en Wethouders hier geheel buiten staan. Het is eene voordracht
van Curatoren.
Burgemeester en Wethouders kunnen deze zaak derhalve
geheel in het midden laten.
De heer van der Lip. M. d. V. Mag ik als Curator van
het Gymnasium daarover iets zeggen? Het spreekt van zelf,
dat Curatoren zich de vraag hebben gesteld: wie van de
sollicitanten is het geschiktst voor claviger ?j Wij hebben
nagegaan wie van de vele sollicitanten voor deze betrekking
het meest in aanmerking kwam, maar men kan moeielijk
van Curatoren of van welk college ook vergen, dat het
daarbij zal overwegen wie van de sollicitanten door de mobi
lisatie of welke andere omstandigheid ook het meest een
betrekking noodig heeft. Het is hier geen kwestie van philan-
tropie, doch alleen de vraag, wie het best de opengevallen
betrekking zal kunnen vervullen. Dit is de natuurlijkste zaak
ter wereld. Ik kan mij begrijpen, dat men, wanneer 2 solli
citanten gelijk staan, voor zich zelf den doorslag geeft ten
voordeele van dengene, die geen betrekking heeft, maar,
wanneer er iemand onder de sollicitanten is, die voor de
opengevallen betrekking de aangewezen persoon is, is men
verplicht dien persoon in de eerste plaats voor te dragen.
De beraadslaging wordt gesloten.
Benoemd wordt met 16 stemmen de heer E. Deelman; de
heer A. Oudshoorn kreeg 7 stemmen.
De Voorzitter. Mag ik de leden van het stembureau
bedanken voor de.genomen moeite?
In verband met de benoeming van E. Deelman tot claviger
van het Gymnasium stel ik U namens Burgemeester en
Wethouders voor, om den benoemde, die evenals de vorige
claviger zal worden ingedeeld als congierge A. en die als
bediende ten Raadhuize reeds in denzeltden rang was ingedeeld
en als zoodanig in het genot was van zijn derde verhooging
van wedde, billijkheidshalve in zijn nieuwe functie eveneens
in het genot te stellen van drie periodieke verhoogingen van
jaarwedde, onder bepaling dat de vierde verhooging zal ingaan
1 Augustus 1919.
Ik wensch dit met een enkel woord toe te lichten. Feitelijk
is het een nieuwe betrekking, maar zijn ambt blijft hetzelfde.
De vorige benoeming tot ambtenaar ten stadhuize was geschied
door Burgemeester en Wethouders, terwijl het nu een benoeming
door den Raad is, zoodat de verhoogingen door den Raad
moeten worden toegekend. Hij valt in hetzelfde traktement,
maar worden de verhoogingen niet door den Raad gehandhaafd,
dan zou hij ze verliezen. Het is een betrekking, welke in
dezelfde categorie valt, maar waarvoor de verhoogingen door
den Raad moeten worden toegekend.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel besloten.
V. Rekening, dienst 1917, van de Vereeniging tot bevorde
ring van den Bouw van Werkmanswoningen.
(Zie Ing. St. No. 230.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het praeadvies besloten.
Tijdens de behandeling van dit voorstel had de heer van
der Pot tijdelijk de vergadering verlaten.
VI. Voorstel tot het instellen van een rechtsvordering tegen
de weduwe Kampenhout geb. Jacobs, tot ontruiming van de
door haar op het terrein der gestichten Endegeest, Voorgeest
en Rhijngeest bewoonde ambtswoning.
(Zie Ing. St. No. 236.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het praeadvies besloten.
VII. Voorstel tot verhuring van het benedenhuis Oude Singel
No. 36 met bijbehoorend pakhuis aan J. J. Hasselbach.
(Zie Ing. St. No. 243.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het praeadvies besloten.
VIII. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor het
maken van een afsluitmuur aan de achterzijde van het Stede
lijk Museum »de Lakenhal".
(Zie Ing. St. No. 246.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het praeadvies besloten.
IX. Voorstel tot overname in eigendom en onderhoud bij
de gemeente van eenige gedeelten grond en water, gelegen
aan en nabij den Zijlsingel.
(Zie Ing. St. No. 233.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het praeadvies besloten.
X. Voorstel tot het geven van namen aan een 5-tal straten,
gelegen nabij den Zijlsingel.
(Zie Ing. St. No. 234.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het praeadvies besloten.
XI. Voorstel:
A. tot vaststelling van de verordening, houdende wijziging
van het reglement voor de Stedelijke Werkinrichting te Leiden,
van 2 September 1913 (Gem.BI. No. 27).
(Zie Ing. St. No. 239.)
Algemeene beschouwingen worden niet gevoerd.
Beraadslaging over art. 1 luidende:
»Aan art. 2 van bovengenoemd reglement wordt een 2e
lid toegevoegd, luidende: sin bijzondere omstandigheden kau
het bestuur der instelling den directeur gehoord, besluiten
dat het geheele loon aan den verzorgde wordt uitgekeerd.""
De heer Oostdam. M. d. V. Ik heb er natuurlijk niets op
tegen, dat degenen, die in de inrichting werken, een grooter
gedeelte van hun loon zullen ontvangen. In deze inrichting
wordt nuttige arbeid verricht, en ik gun dien menschen de
verhooging ook gaarne. Wel acht ik het echter niet zonder
bezwaar, dat het geheele loon aan den verzorgde in bijzon
dere omstandigheden kan worden uitgekeerd. Dit zal m.i.
jalousie onder de menschen aan die inrichting verwekken.
Wanneer er een zal zijn, die zijn geheele loon ontvangt, dan
ben ik er zeker van, dat de anderen zich achteruit gesteld
zullen gevoelen, wat ten nadeele is van den goeden geest
onder de werklieden. Ik zou daarom willen voorstellen deze
toevoeging aan dit artikel te laten vervallen.
De heer Van der Lip. M. d. V. Ik deel de vrees van den
heer Oostdam niet. Er staat in artikel 2, 2e lid:
»In bijzondere omstandigheden kan het bestuur der instel
ling, den directeur gehoord, besluiten, dat het geheele loon
aan den Verzorgde wordt uitgekeerd."
Het is dus een zeer bijzondere maatregel en wij meenen,
dat er werkelijk omstandigheden kunnen zijn, waarin het in
hooge mate billijk moet worden geacht om aan den verpleegde
het geheele loon uit te keeren. Wij mogen hopen en ver
wachten, dat het bestuur deze bepaling verstandig zal toe
passen en dat het dit niet zal doen dan in omstandigheden
van dien aard, dat zelfs de medeverpleegden zullen moeten
erkennen: het is billijk, dat die verpleegde het volle loon
ontvangt en wij niet. In het geval, door den heer Oostdam
genoemd, zou het onbillijk zijn en aanleiding geven tot
jalousie, maar wij vertrouwen op een correcte toepassing van
de zijde van het bestuur.
De heer Sijtsma. M. d. V. De kwestie is deze. Het bestuur
heeft het verlangen tot het nemen van dezen maatregel aan
Burgemeester en Wethouders te kennen gegeven, omdat de
tegenwoordige levensomstandigheden voor die menschen ook
moeilijker worden. Heel wat van die klanten aan de Werk
inrichting moeten 's nachts slapen in slaapinrichtingen en
daarvoor moet tegenwoordig dikwijls een bedrag betaald wor
den hooger dan het loon, dat hun verstrekt wordt. Het loon
wordt naar gepresteerden arbeid gegeven en de een kan iets
meer presteeren dan de ander, maar er zijn er, die met f
van het loon niet zooveel krijgen, dat zij 's nachts een be
hoorlijk onderdak kunnen krijgen en in den tijd, dat zij niet
in de Werkinrichting zijn, kunnen leven. Daarom was het noo
dig de vrijheid te hebben om, als daartoe lermen bestaan,
het volle loon te geven. Ik ben het met den Wethouder vol
komen eens. Er is aan de Werkinrichting nog wel eenige
solidariteit en ik geloof, dat degenen, die beter bedeeld zijn
en meer verdienen, dat kleine weinigje niet zullen misgunnen
aan hen die het volle loon zullen krijgen. Ik kan den vorigen
spreker dus gerust stellen.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het eenig artikel en daarmede de geheele verordening
wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Voorstel b wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stem
ming aangenomen