DONDERDAG 26 SEPTEMBER 1918. 215 Woningwet, ten behoeve van de stichting van een 65 tal woningen op het terrein Sectie M, Nis 776, 791 en 792 nabij den Zoeterwoudschen Singel. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 8°. Verzoek van de Duurtecommissie uit de Leidsche Arbei dersbeweging om de Zaandamsche gasprijsregeling ook in deze gemeente in te voeren. Zal worden behandeld bij punt XV der agenda. 9°. Verzoek van de dames H. van Ophuysenvan Steeden en J. G. A. Vreedevan Oosterzee om eervol ontslag als Re gentes van het H.G. of Arme Wees- en Kinderhuis. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 10®. Begrooting van Ontvangsten en Uitgaven der gemeente voor het dienstjaar 1918, benevens de daarbij behoorende begrootingen der Gemeentebedrijven. Zijn ter visie gelegd en voor zooveel de gemeentebegrooting betreft, aan de leden toegezonden. 11°. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting, dienst 1917. Worden gesteld in handen van de Reclamecommissie. 12°. Verzoek van de Leidsche Schouwburgvereeniging om niet aan te nemen de concept-verordening op de heffing eener belasting op de openbare vermakelijkheden, of althans rekening te houden met eenige in het adres geopperde bezwaren. De Voorzitter. Ik stel voor dit adres als ongezegeld ter zijde te leggen. De inhoud is den heeren bekend, zoodat zij, wanneer zij aanleiding vinden er op in te gaan, dat kunnen doen. De heer van der Elst. Moet dit adres wel op zegel worden gesteld? De Voorzitter. Ja, want wij meenen, dat daarin zuiver om een gunst wordt verzocht. Er wordt een voordeel gevraagd voor de comedie. Ik kan er niet verder in treden, omdat ik anders den inhoud van het geheele request zou vertellen. Als men dit adres toelaat, krijgt men een algemeene ontduiking van de Zegelwet. Indien hier een advies werd gegeven om deze verordening te verwerpen, dan zou de zaak misschien eenigszins anders staan, maar, als dit verzoek wordt ingewilligd, wordt aan particulieren een voordeel verschaft. De heer Fokker. M. d. V. U zegt, dat wij er niet verder over kunnen praten, omdat, wanneer het adres wordt voor gelezen, de inhoud geheel bekend wordt, maar indien de Raad moet uitmaken of het adres al dan niet ter zijde moet worden gelegd en ot het al dan niet aan de bepalingen van de Zegelwet voldoel, behoort aan den leden toch de inhoud bekend te zijn. De Voorzitter. Het heeft in de courant gestaan. De heer Fokker. Ik heb de courant niet gelezen; ik ken het dus niet en ik zou daarom wenschen, dat het werd voor gelezen. De Voorzitter. Dat is in het geheel niet noodig. De heer Fokker. Dat is uwe meening, rxjaar ik kan niet medestemmen over de vraag of het ter zijde moet worden gelegd, wanneer ik den inhoud niet ken. De Voorzitter. Er komen een massa adressen in, waaromtrent ik vraag ot de leden wel voorlezing verlangen, omdat zij reeds in de courant hebben gestaan. De heer Fokker. Dan is er geen kwestie over. De Voorzitter. De adressen, welke voor kennisgeving worden aangenomen of aan Burgemeester en Wethouders worden gezonden om praeadvies, behoeft gij toch niet alle te hooren voorlezen. De heer Fokker. Dit moet den doofpot in! De Voorzitter. Absoluut niet! De strekking van het adres kan, omdat het adres in de courant gestaan heeft, feitelijk worden behandeld bij punt XVII der agenda en de leden, die den inhoud kennen, kunnen een amendement voorstellen om aan het verzoek te voldoen. Een request kan zich zelf niet behandelen; het heeft toch geen mond en kan toch niet praten; het moet door anderen behandeld worden. De heer Sijtsma. M. d. V. Ik begrijp niet waarom dit adres, dat niet gezegeld is, niet zou mogen worden ter zijde gelegd. Er komen zoo honderden adressen in en waarom wordt voor dit ééne nu een lans gebroken, terwijl men zich over andere stil houdt? Mij schijnt het toe dat zich dit adres in niets onderscheidt van andere verzoeken. De Voorzitter. Er staat hier uitdrukkelijk in, dat men een gunst verlangt, en, zooals ik reeds zeide, zou in de in williging van dat verzoek een zuiver financieel belang voor de comedie liggen. Wij hebben hier dus te doen met een geval, dat volgens het oordeel van Burgemeester en Wet houders wel degelijk onder de Zegelwet valt. De heer van der Elst. M. d. V. Ik wil alleen opmerken, dat eene andere lezing van dit artikel mijn inziens ook mogelijk is. Ik wil evenwel niet voorlezing van dit adres verzoeken. De Voorzitter. Ik begrijp niet, waarvoor dat noodig zou zijn. Het is niets dan tijd ophouden. De heer de Lange. Dat is het zeer zeker. De Voorzitter. Waar de heer van der Elst het request kent, kan hij er een amendement op indienen. Ik stel evenwel voor dit verzoek als ongezegeld ter zijde te leggen. Hiertoe wordt zonder hoofdelijke stemming besloten. 13°. Adres van het Hoofdbestuur van den Nederl. Bond van Vakschoolleeraren en -leeraressen in zake verhooging van de subsidie aan Ambachts-, Vak- en Teekenscholen. Dit adres luidt als volgt: Amsterdam, 24 September 1918. Aan den Raad der Gemeente Leiden. geeft met verschuldigden eerbied te kennen, het Hoofd bestuur van den «Nederlandsche Bond van Vakschoolleeraren en-leeraaressen"; (laatstelijk goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 11 September 1911, No. 56), handelend in opdracht van de Algemeene Vergadering van bovengenoemden Bond, gehou den op Zaterdag 13 Juli 1918 te Amsterdam: dat het, naar aanleiding van den door het Ministerie van Binnenlandsche Zaken verstrekten «Leidraad voor de bezol diging van directeuren en onderwijzend personeel aan van Rijkswege gesubsidieerde Ambachts-, Vak- en Teekenscholen, Academies en Middelbaar Technische Scholen" aan de Besturen van deze scholen heeft verzocht zoo spoedig mogelijk te trachten verhoogde subsidiën te verkrijgen, opdat de salarissen van het personeel dier scholen, met ingang van 1 Januari 1919, zullen kunnen worden vastgesteld op een bedrag over- eenstemmendemetdein bovengenoemden «Leidraad" genoemde bedragen dat het aan de Besturen van Industrie-, Huishoud- en andere Vakscholen voor Meisjes heeft verzocht eveneens een verhoogde subsidie voor 1919 aan te vragen, opdat óók voor het personeel van die scholen, met ingang van 1 Januari 1919, een salaris kan worden vastgesteld naar aanleiding van dezen «Leidraad"; dat het Uw college beleefd doch dringend verzoekt, om, indien de Besturen van voornoemde scholen ook Uw mede werking inroepen teneinde deze verbetering tot stand te kunnen brengen, deze verzoeken in ernstige overweging te willen nemen en zoo mogelijk in te willigen, opdat daardoor het personeel dier scholen de toekomst met meer vertrouwen kan te gemoet gaan. Hetwelk doende, enz. Namens het Hoofdbestuur van den Nederlandschen Bond van Vakschoolleeraren en -leeraressen, C. Menken, Voorzitter. H. Backer, Secretaris, Hugo de Grootkade 30, Amsterdam." Wordt voor kennisgeving aangenomen. 14°. Ongeteekend schrij ven, houdende motie van het Gemeente- personeel, in vergadering bijeen op 25 September 1918, in zake verhooging der salarissen. Wordt als ongezegeld ter zijde gelegd. 15°. Adres van den Revolutionair Socialistischen Vrouwen bond, in zake den maximumprijs van het gas, de vermeerdering van het rantsoen levensmiddelen, de distributie van soda, de oprichting van eene gemeentelijke wascbinrichting, enz.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1918 | | pagina 3