228
DONDERDAG 26 SEPTEMBER 1Ö18.
zaak geheel in handen te nemen, dan zou ik een amendement
willen voorstellen, strekkende om te bepalen, dat de aan
wijzing moet geschieden door dengene, die het drukken be
talen moei.
De heer van der Pot. M. d. V. Op bladz. 2 der toelichting
lees ik
»Het drukken dezer bewijzen van gemeentewege is volstrekt
noodzakelijk voor de contróle, doch wanneer dit in overleg
met de belanghebbenden geschiedt, behoeft het hun niet be-
teekenend meer te kosten, dan wanneer zij er zeil voor te
zorgen hadden."
Hieruit blijkt, dat het de bedoeling is in dezen overleg te
plegen met de-ondernemers en hun in geen geval een drukker
op te leggen, die misschien duurder is dan degene, van wiens
diensten zij daarvoor gewoonlijk gebruik maakten.
De heer Fokker. M. d. V. Ik heb in de stukken wel gezien,
dat het doen drukken van die toegangsbewijzen in overleg
met de belanghebbenden zou geschieden, maar dat overleg
zou van dien aard kunnen zijn, dat de ondernemers aan
het kortste eind trokken. Na de uitlegging van den heer van
der Pot vertrouw ik, dat het de bedoeling is deze bepaling
op liberale wijze toe te passen.
De beraadslaging wordt gesloten en artikel 5 zonder hoof
delijke stemming aangenomen.
De artikelen 6 tot en met 11 worden achtereenvolgens zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna de
verordening in haar geheel zonder hoofdelijke stemming wordt
aangenomen.
XIX. Verordening, houdende regeling bedoeld in art. 1 van
de Verordening op de invordering der belasting op tooneel-
vertooningen en andere openbare vermakelijkheden.
(Zie Ing. St. No. 230:)
Algemeene beschouwingen worden niet gevoerd.
De art. 1 tot en met 5 en vervolgens de geheele verordening
worden zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen.
De heeren Zwiers en van Gruting verlaten de vergadering.
De Voorzitter. Heeft iemand nog iets in het belang der
gemeente op te merken?
De heer van Romburgh. M. d. V. Er is bij mij en andere
contractanten een schrijven ingekomen van de Duinwater
maatschappij, dat met 1 Januari 1019 het contract zal zijn
afgeloopen en dat er dan weer een nieuw contract zal moeten
worden gesloten.
Ik zou wenschen, dat Burgemeester en Wethouders over
wogen om dit contract vóór 1 October te publiceeren, omdat
de contracten van de waterleiding volgens een daarin voor
komende bepaling drie maanden tevoren moeten worden op
gezegd, terwijl iri het nieuwe contract bepalingen kunnen
voorkomen, welke voor de contractanten zeer bezwaarlijk zijn.
De Voorzitter. Ik meen dat er voor de arbeiderswoningen
een nieuwe regeling komt, die evenwel niet duurder is, maar
voor de gewone huizen niet. De vernieuwing van het con
tract is geschied in verband met de zegelwet, omdat men
voortaan ook voou afbetaling van schulden boven de f 10.
al zijn de payementeri beneden de f 10.zegelrecht moet
betalen.
De heer van Romburgh. M. d. V. Het spijt mij niet deze
vraag te hebben gesteld, want er gingen geruchten, dat de
tarieven der waterleiding abnormaal hoog zouden worden.
De Voorzitter. Dat is onjuist althans Burgemeester en
Wethouders weten er niets van en zonder hun goedkeuring
kan dat niet.
De heer Sijtsma. M.d. V. Eenige weken geleden U pre
sideerde toen de vergadering niet. zoodat het U minder raakt
dan de Wethoudershebben'wij voorgesteld de verordening
op den bakkersnachtarbeid onmiddellijk te behandelen. Toen
is door het college van Burgemeester en Wethouders gezegd
ik meen bij monde van den heer van der Dip dat dat
niet behoefde, omdat het collége met bekwamen spoed met
het voorstel zouden komen. Nu zou ik willen zeggen: een
man, een man, een woord een woord! Komt het voorstel
spoedig, dan ben ik tevreden, anders zal ik een voorstel doen.
De Voorzitter. Het komt zoo spoedig mogelijk.
De heer Sijtsma. Wanneer is dat?
De Voorzitter. Ik vermoed in de volgende raadsvergadering.
De heer Sijtsma. Dan ben ik tevreden gesteld. Dank U.
Niemand meer het woord verlangende, wordt de vergade
ring gesloten.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.