DINSDAG 3 SEPTEMBER 1918.
211
De heer Pera. M. d. V. Naar aanleiding van hetgeen de
heer Eerdmans heeft gezegd over het algemeen oordeel be
treffende het snoeien van de boomen in onze stad, wil ik er
aan herinneren, dat hierover reeds dikwijls gesproken is, en
de wijze van snoeien is afgekeurd geworden. Ik herinner mij
nog een geval, dat met verontwaardiging gesproken werd
over de wijze van snoeien, terwijl kort daarop van de zijde
van iemand, die als deskundig gelden mag, de wijze van
snoeien zeer werd geroemd. Het oordeel over de wijze van
snoeien is derhalve zeer verschillend.
De Voorzitter, Mag ik er aan herinneren, dat wij het op
het oogenblik over niets anders hebben te spreken dan over
het voorstel om op het verzoek om een boom te doen rooien,
niet in te gaan
De heer Eerdmans. M. d. V. Ik wil alleen nog zeggen, dat
ik over deze zaak gesproken heb om naar aanleiding van dit
adres de aandacht van degenen, die een dergelijk voorstel
zouden willen doen er op te vestigen, dat zij bijtijds hun ver
zoek indienen. Wanneer Burgemeester en Wethouders komen
met hun voorstel tot rooien, kan over deze quaestie verder
gesproken worden. Men heelt thans den tijd om na te denken
over hetgeen door mij in het midden is gebracht.
Eene andere bedoeling heeft bij mij niet voorgezeten.
De Voorzitter. In het begin van Uw betoog heelt U op
gemerkt, dat U er zich over verbaasde, dat Burgemeester en
Wethouders met een dergelijke praeadvies zijn gekomen.-Dat
is onbillijk. Het is onze bedoeling geweest, dat men intijds
met zijn voorstel zou komen. Iedereen mag met een voorstel
komen, maar niet een paar dagen vóór dat dit punt zal
behandeld worden. Dit praeadvies is dan ook volkomen juist:
het is nu de tijd nog niet om te rooien. Wij hebben niet
gezegd, dat er verder niets zal gebeuren, maar wij stellen voor
op het oogenblik nog niet op het verzoek in te gaan, omdat
eerst in het najaar dit verzoek zal kunnen overwogen worden.
Verder heeft adressant geheel gekregen, wat hij wenschte.
De beraadslaging wordt gesloten en zonder hoofdelijke
stemming overeenkomstig het praeadvies besloten.
XXII. Voorstel inzake het aanbrengen van electrisch licht
in aan de gemeente toebehoorende, verhuurde perceelen.
(Zie Ing. St. No. 222.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt overeen
komstig het praeadvies besloten.
XXIII. Praeadvies op het verzoek der Leidsche Duinwater
Maatschappij om vergunning tot aansluiting aan de water
leiding van woningen gelegen aan den straatweg van de Vink
naar Voorschoten.
(Zie Ing. St. No. 224.)
De beraadslaging wordt geopend.
De Voorzitter. Zooals de heeren hebben gehoord, gaat de
Gezondheidscommissie met dit praeadvies mede.
De heer Fokker. M. d. V. Ik ben eenigszins verbaasd ge
staan over dit verzoek van de Duinwater-Maatschappij.
Eenigen tijd geleden werd er van de Maatschappij bij het
publiek bij advertentie op aangedrongen, dat ieder zoo zuinig
mogelijk zou zijn met het waterverbruik met het oog op
het gebrek aan steenkolen. En nu vraagt de Maatschappij
vergunning om die weinige steenkolen nog te mogen gebruiken
om andere gemeenten van water te voorzien. Hoe moet ik
dat nu begrijpen Is die waarschuwing zoo maar gedaan, of
is dit verzoek misschien ondoordacht ingediend? Er staat
hier. dat de vermeerdering van het waterverbruik wel niet
zoo heel groot zal zijn, maar het streven is er juist op ge
richt om het waterverbruik te verminderen. Ik acht mij dan
ook niet verantwoord met dit voorstel mede te gaan.
De Voorzitter. Het betreft hier eene onmerkbare ver
meerdering van het waterverbruik. Het geldt hier eene buurt
schap, die vlak bij Leiden is gelegen. Het is toch wel wenschelijk,
dat men daar ook duinwater heeft. Het zou heel wat schade
lijker zijn voor de gemeente, wanneer daar eerie epidemie
uitbrak tengevolge van het slechte water dan dat er aan 14
kleine huisjes water wordt geleverd.
Wanneer wij te maken hadden met eene groote gemeente
dan zou het nog iets anders zijn, maar het betreft hier eene
onmerkbare vermeerdering. Burgemeester en Wethouders
hebben hun deskundige geraadpleegd, die geadviseerd heeft
het water aan die 14 huisjes te verschaffen. Indien U er-
even wel tegen is, kunt U stemming aanvragen.
De heer Fokker. M. d. V. Ik ben er nu niet meer tegen,
omdat Uwe mededeeling eenigszins anders luidt dan het
praeadvies. Daar wordt gesproken van geen groote vermeerdering,
terwijl U spreekt vari eene onmerkbare vermeerdering. Wan
neer dat het geval is, dan heb ik er geen bezwaar tegen met
dit voorstel mede te gaan. Het praeadvies gaf mij evenwel
een anderen indruk, vandaar dat ik meende eenige inlichtingen
te moeten vragen.
De heer Pera. M. d. V. Eene enkele opmerking naar aan
leiding van de vraag van den heer Fokker. Hij verliest geheel
den koopmansgeest uit het oog. Wanneer wij in Leiden be
perkt worden in het waterverbruik, betalen wij toch het
zelfde. Wanneer het aantal klanten wordt uitgebreid, komen
er nieuwe betalers bij, men kan derhalve aan den eenen kant
water besparen om het aan anderen te verkoopen.
De beraadslaging wordt gesloten en zonder hoofdelijke
stemming overeenkomstig het praeadvies besloten.
XXIV. Voorstel tot aankoop van het perceel Sectie K.
No. 2554 beoosten het aan te leggen Volkspark en tot be
schikbaarstelling van de voor dien aankoop benoodigde gelden.
(Zie Ing. St. No. 220.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig ,het praeadvies besloten.
XXV. Voorstel tot aankoop van eenige stukken grond
benoorden deu Maresingel, deel uitmakende van de perceelen
Kad. bekend gemeente Leiderdorp, Sectie A Nis 2472, 33, 34
en 41 en tot beschikbaarstelling van de voor dien aankoop
benoodigde gelden.
(Zie Ing. St. No. 221.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het praeadvies besloten.
XXVI. Praeadvies op het verzoek van H. Zonneveld en
J. Philippo om den eigendom te bekomen van een gedeelte
grasberm langs den Haarlemmertrekvaartweg nabij Piet Gijzen-
brug en om vergunning tot het maken van een doorgraving
door de Haarlemmertrekvaartweg, het maken van een vaste
brug en het omleggen van den weg.
(Zie Ing. St. No. 225.)
De Voorzitter. Ik maak de Heeren er op attent, dat
Burgemeester en Wethouders voorwaarde 6° nog wenschen
te wijzigen door tusschen de woorden »en" en «onderhouden"
te lezen «evenals de brug zelf".
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt overeen
komstig het praeadvies besloten.
XXVII. Verdeeling van den Raad in sectiën.
Bij loting worden de sectiën als volgt samengesteld:
Eerste sectie. Voorzitter: de Wethouder van der Lip, lid
van de Commissie van Financiën: de heer Eerdmans, lid van
de Commissie van Fabricage: de heer Jaeger en verder als
leden de heeren: de Boer, Fokker, Zwiers, Briët, Hoogenboom,
Pera en Fabius.
Tweede sectie. Voorzitter: de Wethouder van der Pot, lid
van de Commissie van Financiën: de heer Reimeringer, lid
van de Commissie van Fabricage: de heer A. Mulder en
verder als leden de heeren: Aalberse, Timp, van Tol, van
Gruting, van Romburgh, Wilmer en Boot.
Derde sectie. Voorzitter: de Wethouder van Hamel, lid van
de Commissie van Financiën: de heer Sasse; lid van de
Commissie van Fabricage: de heer Bots en verder als leden
de heerenSijtsma, van der Eist, Roem, Huurman, J. P. Mulder,
Knappert, de Lange ven Oostdam.
De Voorzitter. Ik kan den heeren mededeelen, dat de
begrooting hen zal bereiken aan het eind van de volgende week.
Verder stel ik voor om te bepalen dat de behandeling van
de begrooting in de sectiën zal plaats hebben voor de le sectie
op 26 September, voor de 2e sectie op 27 September en voor
de 3e sectie op 28 September eerstkomende des avonds
om 71/Si uur.
De heer J. P. Mulder. M. d. V. Zou het niet mogelijk zijn,
dat de 3e sectie ook vergaderde op 27 September? Zaterdags
gaan vele menschen uit de stad en acht ik dien dag niet
het meest geschikt om te vergaderen.
De Voorzitter. Ik hoor dit bezwaar voor het eerst, n.l. dat er
Zaterdags zoo vele leden uit de stad gaan. Men is nu eenmaal
lid van den Raad om zijne werkzaamheden te vervullen.