GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 151 i.\<>i:iiotii;\ sri kK>:> N°. 214. Leiden, 19 Augustus 1918. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen, dat zij tegen de in hare handen gestelde rekening van de Ontvangsten en Uitgaven der gemeente over het jaar 1917 geene bedenking heeft. (Ing. St. No. 202.) Evenmin heeft de Commissie bezwaar tegen de voordrachten van Burgemeester en Wethouders, tot overneming in eigen dom en onderhoud bij de gemeente, zonder eenige kosten voor de gemeente, van eenige stukjes grond aan de Witte Rozenstraat voor de perceelen Nis 29, 23 en 25 aldaar (Ing. St. No. 213), noch tegen de door Burgemeester en Wethouders voorgestelde overbrenging van posten uit den dienst 1917 op dien voor 1918, met betaling van eenige der daarbij genoemde bedragen uit den post voor Onvoorziene Uitgaven van 1918. (Ing. St. No. 203.) Zij geeft U mitsdien in overweging dienovereenkomstig te be sluiten en de daarop betrekking hebbende begrootingsregelingen vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 215. Leiden, 21 Augustus 1918. Naar aanleiding van de ons toegezonden voorstellen betref fende de vaststelling der verordening op het tijdelijk distri butiebedrijf voor vleesch en visch en de wijziging van die op het tijdelijk Levensmiddelenbedrijf, heeft de Commissie voor de Huishoudelijke Verordeningen de eer U mede te deelen, dat zij zich met den inhoud dier voorstellen kan vereenigen. Namens de Commissie voornoemd P. E. Briët. Aan de Edelachtbare Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 216. Leiden, 3 Augustus 1918. Ter voorziening in de vacature welke op den eersten Dinsdag der maand September a. s. zal ontstaan door de periodieke aftreding als lid onzer commissie, van den heer A. L. Reimeringer, hebben wij de eer U de navolgende aanbeveling aan te bieden: 1°. A. L. REIMERINGER. 2°. Ir. P. HOOGENBOOM c.i. De Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs. Aug. L. Reimeringer, Voorzitter. 11. A. Sypkens, Secretaris. Aan den Raad der Gemeente Leiden. No. 217. Leiden, 8 Augustus 1918. Naar aanleiding van Art. 5 van het reglement van beheer, hebben Bestuurderen van de Stedelijke Werkinrichting de eer het volgende dubbeltal voor te dragen, voor een lid van ons bestuur buiten den Gemeenteraad, dat jaarlijksch op den eersten Dinsdag van September aftreedt, ditmaal zijnde de Heer P. J. Mulder, die opnieuw benoembaar is. le den Heer P. J. MULDER, 2° A. H. DROS. Bestuurderen voornoemd J. G. v. d. Sluys, Voorzitter Aug. L. Reimeringer, Secretaris. Aan den Gemeenteraad van Leiden. N°. 218. Leiden, 21 Augustus 1918. Ter voorziening in de vacature, ontstaan door de periodieke aftreding van de 11H. Dr. P. J. Blok, Dr. L. Knappert en F. II. Verster, als leden van de Commissie voor het Stedelijk museum, heeft de Commissie de eer U de navolgende aan bevelingen te zenden a. voor de vacature Dr. P. J. Blok: Dr. P. J. BLOK en Dr. S. G. DE VRIES, b. voor de vacature Dr. L. Knappert: Dr. L. KNAPPERT en Mr. A. v. d. ELST, c. voor de vacature F. H. Verster: F. H. VERSTER S. J. LE POOLE LGzn. De Commissie voor het Stedelijk Museum. J. C. van der Lip, Voorzitter J. C. Overvoorde, Secretaris. Aan den Raad der gemeente te Leiden. N°. 219. Leiden, 21 Augustus 1918. Ter voldoening aan het bepaalde in art. 5, laatste lid, der verordening van 19 Januari 1911, houdende reglement op het beheer en bestuur van het Krankzinnigengesticht «Endegeest", de afdeeling voor jeugdige idioten «Voorgeest" en het Sanatorium voor Zenuwlijders «Rhijngeest", hebben wij de eer U, ter vervulling van de vacature, die in de Commissie van Beheer over die inrichtingen zal ontstaan tengevolge van de periodieke aftreding van den heer Mr. A. van der Eist, na raadpleging der Commissie, de volgende aanbeveling aan te bieden: 1°. Mr. A. VAN DER ELST. 20. Mr. A. J. FOKKER. Aan den Gemeenteraad. Burg. en VVeth. van Leiden. N°. 220. Leiden, 21 Augustus 1918. Uit een schrijven van de woningbouwvereeniging «De Eendracht" alhier, is ons gebleken, dat zij weldra weder eene aanvrage tot het verkrijgen van een voorschot, als bedoeld in art. 30 der Woningwet ten behoeve van den bouw van 124 woningen bij U wil indienen. Voor de uitvoering van dit plan heeft zij het oog gevestigd op het bij raadsbesluit van 26 Juli 1917 (Ingek. Stukken N°. 166) van de heeren M. P. Splinter c. s. aangekochte ter rein beoosten het aan te leggen Volkspark en op een klein gedeelte van het aangrenzend oostelijk terrein, dat krachtens raadsbesluit van 11 April 1918 (Ingek. Stukken N°. 84) werd aangekocht. Aangezien beide terreinen juist met het oog op eventueele plannen van woningbouwvereenigingen werden aangekocht, is er geen bezwaar tegen de gedeelten van den grond, die voor de uitvoering van het plan noodig zijn, te zijner tijd aan adressante te verkoopen. Intusschen is bij de uitwerking van het plan gebleken, dat het ter bevordering van eene rationeele bebouwing en een goeden straataanleg zeer gewenscht is, dat alsnog mede de beschikking verkregen wordt over het perceel Sectie K n°. 2554, groot 155 M2., en op de situatie in geel aangeduid. De eigenaar vraagt voor deze strook een som van 300, d. i. dezelfde prijs, waarvoor de grond indertijd in publieke veiling is aangekocht. Hoewel de gemeente voor het aan grenzend weiland slechts resp. 1.04 en 1.10 per M2 be taald heeft, zijn wij toch met de Commissie van Fabricage van oordeel, dat in de gegeven omstandigheden tot aankoop moet worden besloten. Voor het terrein, bestemd voor het pleintje op den hoek van de Formosastraat en de Nippon- straat, is trouwens eveneens f 2.per M2. betaald. Aan de vereeniging „de Eendracht", die de strook voor de uitvoering van hare plannen noodig heeft, zal het thans door de gemeente uit te geven bedrag uit den aard der zaak in rekening worden gebracht. Wij geven U mitsdien in overweging: a. te besluiten het perceel Sectie K no. 2554, groot 155 M2. J j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1918 | | pagina 1