192 MAANDAG 12 AUGUSTUS 1918. maken mijnheer, fokker. U kunt alleen zeggen: De Secretaris maakt er een onbehoorlijk gebruik van, omdat hij officieel hetzelfde nummer heeft, als de Armenraad en zich zelf zoo doende ook op dat nummer kan laten oproepen." Ik zie niet in dat dit zoo erg is. Hij benadeelt er niemand mede. In elk geval heeft deze zaak niets met de rekening te maken. De heer Fokker. Dan zal ik mij tegen de goedkeuring der rekening niet verzetten, maar de opmerking is gemaakt en deze zal door Burgemeester en Wethouders wel ter bestemder plaatse worden overgebracht. De beraadslaging wordt gesloten. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeenkomstig het praeadvies besloten. De heerert Bots, Reimeringer, J. P. Mulder en van der Lip hadden tijdens behandeling van dit punt de vergadering tijde lijk verlaten. De Voorzitter. Ik kan den heeren Bots, Reimeringer, J. P. Mulder en van der Lip mededeelen, dat de rekening van den Armenraad, dienst 1917, is goedgekeurd, doch dat een van de leden de opmerkiug heeft gemaakt, dat de naam van den Secretaris ook in het telefoonboekje bij het desbetreffende nummer van den Armenraad wordt opgegeven. XIV. Rekening, dienst 1917, van de Stedelijke Werkinrichting. (Zie Ing. St. No. 190.) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt over eenkomstig het praeadvies besloten. De heeren Bots, Sijtsma, Reimeringer en Sasse hadden tijdens de behandeling van dit punt de vergadering tijdelijk verlaten. XV.' Balansen en Winst- en Verliesrekeningen van de Stede lijke Fabrieken van Gas en Electriciteit. (Zie Ing. St. No. 190.) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt over eenkomstig het praeadvies besloten. De heeren van der Pot, Zwiers, Jaeger en Fokker hadden tijdens de, behandeling van dit punt de vergadering tijdelijk verlaten. XVI. Verordening, houdende wijziging van de verordening van 20 September 1917 (Gemeenteblad No. 32), regelende den rechtstoestand van de ambtenaren der gemeente Leiden. (Zie log. St. No. 155 en 197.) Algemeene beschouwingen worden niet gevoerd. Artikel 1 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders stellen in art. 2 een kleine redactieverandering voor. rp'. om de zinsnede «voor hen, wier bezoldiging minder dan 1200.per jaar bedraagt," te lezen: «voor hen, wier bezoldiging ƒ1200.of minder per jaar bedraagt." Het verschil zit hierin, dat verschillende trakte menten loopen van ƒ1000.tot ƒ1200.Wanneer nu de oude redactie behouden was en zoo iemand kreeg zijn laatste periodieke verhooging, zoodat hij 1200.had, dan zou hij niet meer van deze gunstige bepalingen genieten. Aan iemand, die viel in de categorie, welke een maximum heeft van 1200.—, zou dit voordeel dus ontgaan. Dit wordt op deze wijze voor komen. Art. 2, aldus gewijzigd, wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. De artt. 3 en 4 worden zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. De Voorzitter. In art. 5, laatste lid, is een vergissing in geslopen, die pas later gevonden is, anders was er wel eerder in de stukken op gewezen. Het zit in de nummering van de straffen. Er is nieuw ingekomen: 3°. Uitstel van periodieke verhoogingen. In de laatste alinea staat alleen »4°, 5°, en 6°," maar dit moet zijn «3°, 4°, 5° en 6°." Evenzoo moet in plaats van 5° en 6° gelezen worden 3°, 5° en De straffen waren met één punt opgeschoven, maar toen had men vergeten, dat »3°" er bij te doen. Burgemeester en Wethouders stellen dus voor, het artikel in dien zin te wijzigen. Art. 5, aldus gewijzigd, wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Art. 6 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. De verordening in haar geheel wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen. üe Voorzitter. Ik kan mededeelen, dat Burgemeester en Wethouders voornemens zijn, de verordening in werking te laten treden op 1 September a.s. Art. 40 luidt: «Deze verordening treedt in werking op een nader door Burgemeester en Wethouders vast te stellen dag, doch niet later dan één jaar na hare vaststelling door den Raad." De verordening is vastgesteld op 20 September 1917 en nu is ons voornemen de verordening in werking te laten treden op 1 September a. s. XVII. Voorstel om Burgemeester en Wethouders te mach tigen aan de Vereeniging tot Bevordering van den Bouw van Werkmanswoningen toestemming te verleenen tot gunning van het aanbestede werk betreffende den bouw van 147 woningen op het Kooiterrein en van 30 woningen ten noorden en ten zuiden van het aan te leggen Volkspark. (Zie Ing. St. No. 198.) De beraadslaging wordt geopend. De heer de Lange. Ik moet mij de vrijheid veroorloven om voor te stellen, dit punt aan te houden. Het is een punt van uitermate belangrijken aard. Zaterdagavond 9 uur met de laatste post heb ik eerst het voorstel van Burgemeester en Wethouders ontvangen; hedenmorgen lagen de stukken eerst ter visie hier in de Leeskamer en ik heb geen gelegenheid gehad om het omvangrijke dossier zelfs maar eenigermate na te zien. Het komt mij voor, dat dit bezwaar wel bij meerdere raadsleden zal gelden en daarom stel ik voor dit voorstel aan te houden. Ik kan er op het oogenblik absoluut niet over oordeelen. De Voorzitter. Ik kan U mededeelen, dat U zich in deze kwestie wel in een zeer bijzondere positie bevindt. Al deze zaken zijn hier lang behandeld. Het is thans slechts een kwestie van meerdere kosten wegens prijsstijging van materialen enz. Ik begrijp wel, dat het voor U lastig is geweest dit voorstel zoo spoedig te moeten bestudeeren, maar al de andere leden zijn al tijden lang op de hoogte. Voor ons is het zéér moeilijk om die zaak aan te houden. Het is werkelijk waar, dat de plannen zelf niet door de Raadsleden bestudeerd behoefden te worden, behalve door U, maar dat is een bijzonder geval. De heer Sijtsma. Ik zal geen voorstel doen om de zaak uit to stellen. Ik verkeer in een ander geval dan de heer de Lange omdat ik vroeger de zaak meegemaakt heb. Het heeft mij evenwel ook verbaasd het voorstel zoo laat te ontvangen. Zaterdagmiddag 4 uur ben ik in de Leeskamer gekomen. Toen werden net de stukken gebracht, maar tot dusverre was in de Leeskamer niets te vinden. De heer de Lange had daar naar gezocht. Zaterdagavond hebben wij de gedrukte stukken gekregen dat geldt ook voor het volgende punt en nu moeten wij Maandagmiddag daarover beslissen. Het lijkt mij toe, dat het niet behoort, dat de raadsleden voor voldongen feiten komen te staandie aanbesteding heeft reeds verleden Maandag plaats gehad, zoodat er dus een week over verloopen is. Waarom hebben wij nu niet tegelijk met het voorstel de stukken gekregen Nu komen wij voor een groot dossier te staan en hebben geen tijd meer om dat alles na te zien. Ik begrijp niet, dat Burgemeester en Wethouders hier in gebreke zijn gebleven. Dat is absoluut niet, zooals het behoort. Nu kan men wel zeggen: „ja, ge doet er toch niets aan", maar men moet er toch een oordeel over kunnen vellen. In dat opzicht vereenig ik mij volkomen met de woorden van den heer de Lange. De heer Fokker. Ik sluit mij volkomen aan bij de woorden, die door de heeren de Lange en Sijtsma zijn geuit. Het is nog niet zoo heel lang geleden, in de laatste of voorlaatste raadszitting, hebben Burgemeester en Wethouders gezegd, dat een volgend maal de stukken wat eerder ter visie zouden worden gelegd. Die toezegging van Burgemeester en Wet houders is op een eigenaardige manier nagekomen, waar wij nu eerst Zaterdagmiddag de gelegenheid hadden, om de stuk ken over dit punt van de agenda in te zien. Daarna valt nu nog een Zondag in, zoodat slechts hedenmorgen daarvoor is overgebleven. Voor menschen, die nog wat meer omhanden hebben, is dat dus niet te doen. Wat willen Burgemeester en Wethouders nu eigenlijk? Burgemeester en Wethouders deelen den Raad mede: «Dadelijk na ontvangst der missives hebben wij het bestuur van de Vereeniging tot bevordering van den bouw van Werkmanswoningen met den inhoud daarvan in kennis gesteld en er zijne aandacht op gevestigd, dat nu met de uitvoering der plannen een aanvang kon worden gemaakt." Ja dat kon, mits de Raad het ook goedvond. Daarop had kunnen worden gewacht en nu wordt per slot van rekening

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1918 | | pagina 4