MAANDAG 29 JULI 1918.
187
dat ik verwacht dat Burgemeester en Wethouders voor
f 10000.een schuur zullen kunnen bouwen. Wanneer ik in
iri aanmerking neem, dat de gemeente tharis per jaar aan
huur f 7500.zal moeten betalen, terwijl men niet weet,
hoe lang dat duren zal, dan behoef ik zeker wel niet te
zeggen, dat die huur ons veel duurder zal komen dan een
eigen inrichting kosten zal.
Wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht. Het
Rijk heeft voor de huisvesting der militairen zooveel huur
betaald. Wanneer men direct barakken was gaan bouwen,
zou men kapitalen hebben uitgespaard. Ik zou het bejammeren,
wanneer wij duizenden guldens meer uit gaan geven, dan
noodig zijn. Men behoeft daardoor geen tijd te verliezen. 400
varkens koopt men ook niet in een dag, daar gaan minstens
4 weken mede heen. Terwijl zij gekocht worden kan de
schuur gebouwd worden en de varkens kunnen gekocht
worden op conditie, dat zij geleverd worden, wanneer de
schuur klaar is.
Wie zal belast worden met het inkoopen der varkens?
Dat is een werk van zeer groot belang, waarvoor wel een
beproefd persoon mag worden aangewezen.
De heer Fokker. M. d. V. Ik acht het voor Burgemeester
en Wethouders niet raadzaam de laatste vraag van den heer
de Lange in eene openbare vergadering te beantwoorden.
Wanneer dit bekend is, zullen de varkens ons allicht meer
kosten dan anders het geval zal zijn. Ik wil nog opmerken,
dat mijne opmerking niet onjuist is geweest. IJ noemde het
onbeleefd, dat ik zei, dat Burgemeester en Wethouders dit
voorstel er hebben willen doorjagen.
Elk vogeltje zingt, zooals het gebekt is", zeideU. Ik geloof
niet, dat ik één onfatsoenlijk woord heb gebruikt, en daarom
kan ik Uwe opmerking gerust naast mij neerleggen. U zegt,
dat wij moeten medewerken. Ik denk dan ook vóór het
voorstel te zullen stemmen, omdat ik meen, dat wij iets voor
de bevolking moeten doenmaar ik heb toch gemeend den
vinger op de wondeplek te hebben moeten leggen en aan
te wijzen, waarom wij hiertoe moeten overgaan. Wanneer
de Regeeririg een hoogeren prijs aan de particuliere mesters
had in het vooruitzicht gesteld, dan zou de medewerking der
gemeente niet noodig zijn geweest. U zegt: de Regeering
zal wel een billijken prijsgeven. l)at had de Regeering dadelijk
voor de particuliere mesters moeten doen. Ik betreur het
daarom en wil dat nog wel eens herhalen dat de Regeering
niet dadelijk een behoorlijken prijs heeft bepaald, dan zouden
de particulieren zijn gaan mesten en hadden zij de risico
voor hunne rekening genomen. Dit heb ik even ter sprake
willen brengen. Het is hier niet alleen de quaestie: hoe de
toestand is, maar: waarom de toestand zoo is. Ik heb van U
nog geen antwoord ontvangen op mijne vraag betreffende
het ophalen van de schillen. Moeten zij aan de gemeente
worden aangeboden? Op het oogenblik gaan er nog heel wat
verloren.
U zegt, dat U eerst vandaag kennis hebt gekregen van
het aanbod van de Graaf. Als juist is, wat mij is medegedeeld,
dan is de brief reeds Zaterdag op het Stadhuis bezorgd. Hoe
komt het dan, dat U niet eerder in de gelegenheid zijt ge
steld daar kennis van te nemen. Men had er althans voor
moeten zorgen, dat Uw deskundige, in wien U en terecht
veel vertrouwen stelt, in de gelegenheid was gesteld daar
over voor de vergadering van Burgemeester en Wethouders
een deskundig rapport uit te brengen. Dit had gelegen op
den weg van de secretarie, waaraan, indien mijn inlichtingen
juist zijn, wel wat schijnt te haperen, hetgeen ik vertrouw
dat zal worden onderzocht.
De heer J. P. Mulder. M. d. V. Ik wil U nog één vraag
doen, doch wat betreft Uwe veronderstelling, dat mijne des
kundige een belanghebbende zou zijn, geef ik U de verzeke
ring, dat hij dit niet is. Als U wilt zal ik zijn naam wel
noemen. Toch kan ik hem wel nader aanduiden en zeggen,
dat hij is de Voorzitter van de Opvorderingscommissie van
het Rijk. Ik wil dit nog vragen: mag van Diemen de mest
houden of niet? Dit beteekent een som van ƒ3000.het is
naar men mij heeft medegedeeld 15 cent per varken per dag.
De Voorzitter. De mest is voor den heer van Diemen. Voor
het geld, dat hij ontvangt, levert hij zijn schuur en geeft
zijne moeite. Het is evenwel natuurlijk best mogelijk, dat die
som U te hoog voorkomt.
De heer van Gruting. M. d. V. Men is gewoon het strooisel
te geven in ruil voor de mest. Het is dus geen zuivere ver
dienste. Het is evenwel te betreuren, dat er in de nota niets
over het strooisel wordt gezegd.
De Voorzitter. Ik wil in 'tkort nog even de laatste sprekers
beantwoorden.
De heer Fokker heeft er verschillende dingen bijgehaald,
die bij dit voorstel niet behooren.
Ik heb alleen over de schilleriquaestie gesproken als een
secundair punt. Het ophalen van schillen is gelast door den
Minister. Ik heb deze quaestie er alleen bijgehaald om dui
delijk te maken, dat wij een gedeelte van de schillen hier
zullen kunnen behouden.
De heer Fokker. Dat staat ook in de nota.
.De Voorzitter. Wanneer een particulier zijn geld en zijn
schillen in den tuin wil begraven, dan kan niemand daar iets
aan doen. De circulaire van den Minister heeft dan ook alleen
betrekking op het vervoer van schillen.
De vuilniswagens zullen van aparte bakken voor de schil
len worden voorzien. De burgerij zal de schillen wel apart
bewaren.
Den. heer van Gruting wil ik antwoorden, dat het zeker
heel goed is een goede basis te hebben, maar die zekerheid
van voedsel te zullen hebben, heeft niemand, tenzij men dit
voedsel aan de menschen onthoudt.
Er staat hier, dat er zooveel mogelijk zal worden voldaan
aan ons verzoek om veevoer. Ik heb dit reeds bij voorbaat
gevraagd. Er staat evenwel niet, dat ieder die het vraagt,
het ook krijgen zal en evenmin hoeveel men zal krijgen. De
varkens zullen dan ook wel niet zoo vet worden als vroeger.
Het meel, dat de heer van Calcar levert, is ook gemaakt uit
aardappelenschillenhet is dus ook geen rogge-of tarwemeel.
De heer van Gruting. Maar er zit eiwit en vet in.
De Voorzitter. Dat zit ook in de aardappelen.
De heer van Gruting. Die bestanddeelen zitten er juist
niet in.
De Voorzitter. Wij hebben ook het meel van den heer
van Calcar aangevraagd, maar een categorisch antwoord heb
ben wij niet ontvangen.
Als het voedsel, wat wij geven, voor de varkens niet vol
doende is, is het voor geen enkel varken voldoende. Wat de
vraag van den beer de Lange betreft kan ik zeggen, dat het
in ons voornemen ligt tot het bouwen van een schuur over
te gaan, wanneer het blijkt, dat er voldoende voedsel is.
Krijgen wij niet genoeg voedsel en kunnen derhalve niet meer
varkens mesten, dan kunnen wij ook geen schuur gaan bou
wen. Wij willen slechts een proef nemen en nu zie ik niet
in, waarom wij dadelijk zouden moeten gaan bouwen. Waar
wij hier een schuur ter beschikking hebben, is het niet noo
dig zooveel kosten te gaan maken. Wij willen met den heer
van Diemen slechts contracteeren voor den mestingstijd.
Wanneer het voor een geheel jaar was, zouden wij wel een
anderen prijs bedingen. Het spreekt vanzelf, dat wij niet
kunnen mededeelen, wie de varkens zal koopen. Ik zal daarbij
afgaan op het advies van deri heer Stuurman, anders zou er
nog over gedebatteerd worden, wien de heer Stuurman hier
voor moet aanwijzen. Men moet geen persoonlijke met zake
lijke quaesties verwarren.
De heer Sijtsma. M. d. V. Ik zou IJ nog eene vraag willen
doen. Wanneer dit voorstel wordt aangenomen, staat het dan
vast, dat de stal van den heer van Diemen wordt gehuurd,
of zullen Burgemeester en Wethouders eerst nog eens met
de Graaf onderhandelen? Deze vraagt veel minder en heelt
daarenboven ketel en loods. Wij zullen dan deze f 5000
kunnen besparen. In dat geval zal ik misschien voor het
voorstel van Burgemeester en Wethouders stemmen anders
niet.
De Voorzitter. Ik weet niet of het aanbod van den heer
de Graaf goedkooper is. Hier staat:
»1 pond komt dan op 1.10 levend gewicht, dus het
vleesch schoon komt op f 1.40 per pond."
De Minister vergoedt maar f 1.75 per K.G. Ik zie dus niet
in, waarom het aanbod van den heer de Graaf goedkooper zou
zijn. Mijn eerste indruk is, dat wij nog duurder zullen uitkomen.
Wij vragen op het oogenblik slechts een crediet van
ƒ70000.De aanbieding van den heer de Graaf is in handen van
den heer Stuurman. Acht hij het voordeeliger om met de
Graaf te contracteeren, dan zal hij het wel doen.
De heer van Gruting. M. d. V. Nog een enkel woord ter
motiveering van mijne stem. Omdat het hier betreft eene
proefneming, zal ik voor het voorstel stemmen onder voor
waarde, dat men zooveel mogelijk zal trachten voedsel van
het distributiekantoor te verkrijgen. Ik hoop, dat de deskun
dige de gegeven wenken ter harte zal nemen, anders zal het
op een debacle uitloopen, want met aardappelschillen alleen
kan men niet mesten.
De beraadslaging wordt gesloten en het voorstel zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.