DONDERDAG
•29 JULI 1918.
183
men krijgt het niet, omdat de beesten te licht zijn. Moeten
ze dus zwaarder worden, zoodat men meer vet bekomt, dan
moet men veel langer mesten (en zeker niet alleen met
schillen) en dit zal veel duurder worden. Dit lijkt me nogal
van belang Mijnheer de Voorzitter.
4°. De aankoop der varkens staat op ƒ2 per K.G. Reeds
wordt gevraagd 2.50 (zie bijgaande circulaire de Graaf
waarin al gesproken wordt van ƒ2.40). Ten slotte beeft men
nog geen rekening gehouden met ziekte of sterfte onder de
beesten. Ook daaraan mag men wel denken. Rekent men
daarmede, dan zal daardoor de prijs ook weer stijgen. Alles
bij elkaar genomen Mijnheer de Voorzitter is mijn bescheiden
meening met alle respect voor Uw voorstel dat de opzet van
een en ander wel wat te gemakkelijk wordt ingezien. Alles
zal wel veel meer kosten en ten slotte geloof ik niet, dat men
bereikt hetgeen men zich voorstelt en daarvoor wil ik waar
schuwen en heb ik gemeend naar mijn beste weten deze zaak
zóó te hebben moeten bespreken. Doch iets anders te bedenken
om aan vleesch te komen al gaat het dan met groote uitgaven
gepaard, lijkt zeker moeilijk maar misschien toch mogelijk.
Als de gemeente toestemming kan krijgen van den Minister,
en dat is zeer waarschijnlijk, waarom koopt de gemeente niet
voor eigen rekening jong vee van niet ouder dan 2 jaar.
Dat is vee dat buiten de distributie valt, dat van de boeren
niet kan worden opgevorderd en zeer best vleesch is. De
boeren willen deze beesten wel kwijt en ook graskalveren,
eveneens best vleesch. Mijn vraag is nu deze, Mijnheer de
Voorzitter, zou het mogelijk zijn om dit laatste te overwegen
alvorens tot de varkensmesterij over te gaan. Mij dunkt dit
is zeker de moeite waard. Wanneer Leiden deze beesten met
toestemming van den Minister kan koopen en ze in haar
eigen gemeente kan distribueeren, is dit toch zeker voor de
geheele bevolking van groot belang. Dit zal ook geld kosten,
doch men is van alle risico af. Men weet wat men koopt.
't Is deze laatste vraag, Mijnheer de Voorzitter, die ik met
allen ernst aan U wil stellen.
De heer de Lange. M. d. V. Ik juich het voorstel van
Burgemeester en Wethouders toe, niet omdat ik zoo wensch,
dat de gemeente zich nog meer zal gaan bewegen op een
gebied, waarop zij niet behoort, maar omdat we in een nood
toestand verkeeren, waarin de gemeente iets moet doen ten
bate van de vleesch- en vetvoorziening. Komt hiervan niet
alles ten goede van de gemeente, dan komt het toch in ieder
geval ten goede van Holland. En behalve Leidenaars zijn wij
ook Hollanders.
Naar aanleiding van het voorstel van Burgemeester en Wet
houders heb ik nog enkele opmerkingen. Het komt mij voor,
dat volgens het voorstel van Burgemeester en Wethouders,
de heer Mulder heeft er ook reeds op gewezen de prijs
voor het mesten der varkens betaald, schrikbarend hoog zal
zijn. De heer van Diemen zou krijgen een jaarloon van
f 7500 voor het doorloopend mesten van 400 varkens. Ik
denk dat menig mester daarvoor zijn eigen mesterij aan den
kapstok zou willen hangen. Wil men zoo voordeelig mogelijk
mesten, dan komt het mij voor, dat men de varkens niet bij
van Diemen in pension moet doen, maar dat de gemeente
beginnen moet met het bouwen van een schuur op het wei
land achter het Slachthuis, ten einde de varkens daar te
mesten. In dat geval zal de heer Stuurman, Uw deskundige
niet heelemaal naar de Weipoort behoeven te gaan om toe
zicht te houden. Een spreekwoord zegt: ver van de zaak is
kort bij de schade. Bovendien zal het vervoer van het
veevoeder naar de Weipoort nog af va at kosten. Ik zou er
daarom voor zijn, dat Burgemeester en Wethouders hun
voorstel eenigszins wijzigden en ook nog een crediet aanvroe
gen voor het bouwen van een schuur in de nabijheid van
het Slachthuis. Hierdoor zou ook politietoezicht mogelijk zijn.
Bij de Weipoort is men onder de gemeente Zoeterwoude en
daar heeft de politie van Leiden niets te zeggen.
Verder zou ik Burgemeester en Wethouders willen verzoe
ken hun proef nog wat uit te breiden, door de oprichting, al
is het dan ook op kleine schaal, van een varkensfokkerijdaarom
is het ook aanbevelenswaard om alles bij elkaar te hebben
op het terrein achter het Slachthuis. De fok varkens zouden
dan misschien wel ondergebracht kunnen worden in den stal
van het Slachthuis zelf, waar op het oogenblik toch zoo wei
nig omgaat. Men behoeft dan wellicht geen aparte kraam
kamers te gaan bouwen. De jonge varkens kunnen dan als
het tijd is naar den dichtbij zijnden mesterijstal verhuizen.
Hierbij komt, dat de mest in dit geval aan de gemeente blijft,
wat van niet geringe beteekenis is.
Ik heb in de nota van Burgemeester en Wethouders ook
gemist eene mededeeling of het voornemen bestaat gebruik
te maken van het voedsel van de fabriek van prof. van
Calcar. Ik geloof, dat waar wij deze fabriek zoo in de nabij
heid hebben, dat wij hare aanwezigheid dagelijks op eene
andere wijze bemerken en waar het niet mogelijk zal zijn
varkens te mesten alleen met schillen en keukenafval, het
toch wel mogelijk zal zijn een gedeelte van dit varkensvoer
voor de gemeentevarkens te verkrijgen.
De heer Fokker. M. d. V. Ik ben het geheel eens met de
vorige sprekers, dat het goed is, dat wij deze zaak niet in
de vorige vergadering spoedeischend hebben afgedaan, omdat
gelijk uit het reeds gesprokene blijkt daaraan verschillende
bezwaren zijn verbonden.
Het blijkt dat deze zaak van zeer verschillend standpunt
kan worden bezien. In het algemeen beeft het voorstel van
Burgemeester en Wethouders wel mijn sympathie. Er staan
in de nota evenwel zooveel details, waarvan opheldering
gewenscht ja noodzakelijk schijnt, dat ik op het oogenblik mij
mijn stem moet voorbehouden Het gaat met de varkens als
met het graan. Wij kunnen wel niet aan de voorgestelde
maatregel ontkomen; een gevolg van de prijspolitiek der
Regeering. Dit blijkt ook uit de nota van Burgemeester en
Wethouders. De mesters willen de risico niet meer dragen
en mesten niet meer. Wanneer de Regeering een behoorlijken
prijs had vastgesteld, dan zouden de particulieren zijn gaan
mesten en dan zou de vetvoorziening er nu zóó slecht niet
voorstaan. Nu willen de particulieren niet mesten en moeten
de gemeenten er voor opdraaien. De gemeente zal nu een
groot risico te dragen krijgen. De Regeering heeft toch gezegd
de varkens te zullen overnemen tegen ƒ1,75 per K. G. slacht-
gewicht of zooveel meer als op het oogenblik van aflevering
billijk zal blijken te zijn. Hoeveel zal dit zijn? In de nota
wordt gesproken van. 2,50. Thans spreekt u van 2,en
2 25. Dit is dus 25 cent minder.
De Voorzitter. Dat staat nog op losse schroeven.
De heer Fokker. Ja Mijnheer de Voorzitter. Alles staat in
deze op losse schroeven. Het eenige wat wij weten, is dat
wij de helft der varkens zullen moeten afstaan en dat de Regee
ring deze overneemt tegen een prijs van ten minste f 1,75
per K.G. Hoe men op de Regeering rekenen kan, weten wij
uit de oorlogswinstbelasting. Billijkerwijze mochten wij rekenen
op 2 ton, wij zullen slechts f 80000 ontvangen. Met dit voor
oogen moeten wij wat voorzichtig zijn met de toezegging
der Regeering. Wij moeten zorgen voor het algemeen belang
maar toch niet in de eerste plaats. In de vorige vergadering
is er ook al een beroep op ons gedaan om mee te werken
tot het algemeen belang, maar Leiden is toch niet aangewezen
om te zorgen voor de vetvoorziening van andere gemeenten.
Daarom stuit het mij tegen de borst, dat, waar de Regeering
de schuld is, dat de gemeente varkens moet mesten, deze niet
eens alle door de gemeente behouden mogen worden. Ik zou
er daarom bij Burgemeester en Wethouders op aan willen
dringen, dat zij van de Regeering gedaan zien te krijgen, dat
wij alle varkens hier zullen mogen houden. Ik hoop, dat de
aandrang van de gemeente Leiden wat moge uitwerken bij
den Minister en dat andere gemeentebesturen er ook zoo
over mogen denken en dat de Minister zal bemerken, dat hij
de volle medewerking der gemeenten slechts zal verkrijgen
door haar de varkens te laten houden. Deze Minister blijft
niet en zijn opvolger zal er misschien anders over denken.
Wanneer ik bet goed heb uitgerekend, zullen wij aan de
varkens verliezen f 2500. Hier staat tegenover, dat wij 200
varkens behalve het vet zullen mogen behouden. Nu heb ik
uit de nota niet begrepen of met schoon gewicht wordt bedoeld,
schoon aan de haak of ook nog verminderd met het vet.
Wanneer dit er ook nog afmoet, blijft er voor de gemeente
nog minder over en dan zal het vleesch en vet, dat in de
gemeente zal worden gedistribueerd betrekkelijk nog duurder
komen. Dit alles te zamen maakt mij huiverig om met dit
voorstel mede te gaan. Over ééne zaak zou ik nog gaarne
eene opheldering willen hebben. Er wordt gezegd dat de
gemeente zal mogen distribueeren 2 ons per hoofd en per
week. Hoe lang zal dit het geval zijn? Is dit voor 1 week of
langer
De Voorzitter. De bedoeling is, dat men eenigen tijd dub
bel zooveel zal krijgen als door het Rijk wordt gedistribueerd.
De heer Fokker. Dit had ik uit dezen zin in de nota niet
begrepen noch kunnen begrijpen: het staat er niet. De mede
deeling van den heer Mulder over de mest. acht ik volkomen
juist. Een deskundige verzekerde mij, dat de mest van 200
varkens ongeveer 800 zou opbrengen, zoodat de heer van
Diemen voor het mesten zal ontvangen 6 per periode per
varken plus de mest ter waarde van f 800.
De Voorzitter. Dat weet de heer Stuurman toch zeker wel?
De heer Fokker. De heer Stuurman zal het wel weten,
Mijnheer de Voorzitter, maar of Burgemeester en Wethouders
het weten en alle leden van dezen Raad is iets anders. Het
is door Burgemeester en Wethouders niet in de nota gezegd,