160
VRIJDAG 28 JUNI 1918.
nogal een dure geschiedenis zijn. Bij nadere overweging is
het mogelijk gebleken, het schaftlokaal in zijn tegenwoordigen
vorm te behouden. Het is een flink lokaal, dat groot genoeg
zal zijn, wanneer daar door de vrouwen zoo noodig in 2 ploegen
wordt geschaft. Ook de vestibule, nu die niet meer voor het
schoonmaken van ketels zal worden gebruikt, zou kunnen
dienen als schaftplaats voor eeri gedeelte der vrouwen. Ik voeg
er bij, dat het in de vestibule niet meer zal tochten omdat
iedereen daar niet meer binnenkomt, doch door een afzonder
lijk portaal, dat aan deze zijde zal worden aangebracht.
Nu zullen de heeren ongetwijfeld belangstellend zijn enkele
cijfers te vernemen. Die zijn niet gering, want de prijzen van
de materialen zijn weder zoo gestegen dat eene belangrijke
uitgave noodig zal zijn om tot de uitbreiding zooals die
ontworpen is, te kunnen overgaan.
De uitbreiding, zooals die ontworpen is, met inachtneming
van de kleine besparing, waarvan ik zooeven gewag maakte,
zal komen op een totaal bedrag van 46500.Daarin is
echter begrepen 6000.voor eene wijziging in de ketel
vuren van de stoomketels van het Slachthuis, dat op het
oogenblik den stoom levert voor de Centrale Keuken, en welke
wijziging ten laste van de Centrale Keuken moet komen,
omdat de uitgave op het oogenblik voor het Slachthuisbedrijf
niet noodig is en zij zal plaats hebben ten dienste van de
Centrale Keuken.
De exploitatiekosten worden bovendien weder verminderd,
door deze wijziging van de ketelvuren,, waardoor de stoom
druk op een hooger peil wordt gebracht en dus de kosten
van den stoom die op de exploitatierekening komen, .verlaagd
zullen worden. Dat bedrag van 6000.staat dus wat apart.
Het genoemde bedrag voor de uitbreiding van 46500.
is inderdaad zeer aanzienlijk, maar het is ook een aanzienlijke
uitbreiding, terwijl men niet moet vergeten, dat de prijzen
van de materialen in den laatsten tijd belangrijk hooger zijn
geworden.
Daarbij zou ik nog iets willen meedeelen over hetgeen de
exploitatie tot dusverre heeft gekost. Het betrekkelijke inge
komen stuk geeft slechts inlichtingen omtrent de oprichtings
kosten. Daaraan kan ik nog het volgende toevoegenDe
exploitatie van de Keuken heelt gekost in het eerste halfjaar
van haar bestaan vanaf 19 December tot 25 Juni ƒ21140.685.
Ik zal de voornaamste posten, waaruit dat bedrag is samen
gesteld eens even nagaan. Dan zie ik voor arbeidsloonen
ƒ8600.buiten het salaris van de Directie, dat bedroeg 1300.
Verder voor den stoom, die de Centrale Keuken uit het Slacht
huis betrok ƒ6500.Voor huur van de distributielokaliteiten
500.voor transportkosten 1900.Verder nog ver
schillende kleinere posten als gas en electrische verlichting,
drukwerk, gereedschappen, tezamen eenige honderden be
dragende. Totaal dus een bedrag van f 21000.zuiver en
alleen voor de exploitatie. De prijzen voor de ingrediënten
worden, zooals de heeren weten, gedekt door het bedrag van
14 cent, dat gesteld is als normale prijs van een portie.
Hierin zijn dus niet begrepen de kosten van de rabatbons.
Het rabat heeft aan de Gemeente gekost tot 15 Jyni ƒ9789.36.
Dit is iets lager dan indertijd werd geraamd als vermoedelijke
kosten tot 1 Juli. Ik moet er evenwel bijzeggen, dat de kosten
den laatsten tijd aanmerkelijk zijn toegenomen. Zooals men
uit de roode lijn op de grafische voorstelling kan zien, is de
toename van het aantal porties met rabat grooter geweest
dan de toename van de porties zonder rabat. Volgens ruwe
schatting zal het rabat aan de gemeente volgens het tegen
woordige stelsel dit jaar kosten 30000.
Wanneer nu tevens wordt behandeld het verzoek om het
stelsel van rabat nog uit te breiden en de grens voor groote
gezinnen te verhoogen, dan wil ik namens Burgemeester en
Wethouders mededeelen, dat het aan Burgemeester en Wet
houders voorkomt, dat welke motieven hiervoor ook mogen
pleiten, zij het niet verantwoord achten om de hooge kosten,
die dit stelsel reeds met zich brengt nog belangrijk te gaan
verhoogen, door in te gaan op wat in het adres wordt gevraagd.
In dit adres worden geen nieuwe gezichtspunten geopend.
Uit den aard der zaak is het ieder duidelijk, dat groote
gezinnen in het algemeen op grootere lasten zitten dan kleinere.
Evenwel vinden wij hierin geen reden om eene andere regeling
te treffen dan op het oogenblik geldt. In het adres wordt er
op gewezen, dat het onbillijk is groote en kleine gezinnen
over één kam te scheren. Maar die onbillijkheid bestaat even
goed, wanneer men splitsen gaat. Gesteld dat voor groote
gezinnen de grens bepaald wordt op 1200.dan is de
vraag: wat is een groot gezin. Is het een gezin met 5 of
meer kinderen? Dan heeft men de zelfde onbillijkheid. Een
gezin van 5 kinderen met een inkomen van 1190.mag
gebruik maken van de rabatbons, maar een gezin van 4 kinderen
met een inkomen van 900.moet dat rabat missen. Er
blijven altijd, onbillijkheden bestaan. Het eenige zou zijn, dat
de rabatgrens algemeen boven de 900.— wordt verhoogd.
Maar mij komt het toch voor, dat van een gezin met een
inkomen van f 18.per week wel mag worden gevraagd een
prijs van 14 cent per portie, waardoor de kosten alleen van
de ingrediënten worden gedekt. Dit is toch werkelijk niet
te hoog.
Burgemeester en Wethouders ontraden dan ook om wijziging
in deze regeling te brengen. Het stelsel heeft tot heden goed
voldaan. Dit is de eerste klacht, die ik vernomen heb over
den prijs per portie. Burgemeester en Wethouders stellen dan
ook voor, het stelsel te handhaven en in het gevolgde rabat-
systeem geen wijziging te brengen.
Nog eene quaestie zou ik willen bespreken, n.l. of er opnieuw
gerekend zal mogen worden op den steun van het Nationaal
Steuncomité. In de Ingekomen Stukken wordt gezegd, dat
Burgemeester en Wethouders gegronde hoop hebben, dat ook
in de uitbreidingskosten subsidie van het Nationaal Steun
comité zal worden verkregen.
Zooals in het ingekomen stuk is uiteengezet, zullen wij van
de aanvankelijke oprichtingskosten de helft vergoed krijgen.
Maar het schrijven van het Steuncomité aan Burgemeester
en Wethouders geeft aanleiding tot de hoop dat het bedrag,
dat het Steuncomité tenslotte in totaal zal bijdragen, nog iets
hooger zal zijn dan de helft, wanneer nl. de kookcapaciteit
van de keuken grooter wordt. Op veel meer mogen we
natuurlijk niet rekenen, maar misschien zal na deze uitbrei
ding de bijdrage wel 60 van de totale kosten bedragen.
De heer Pera. M. d. V. Wat betreft het verzoek van
adressanten om de weistandsgrens uit te breiden voor het in
aanmerking komen voor rabat met betrekking tot het aantal
kinderen, pleit er m.i. veel voor de inwilliging daarvan. Er
is toch wel waarheid in het feit dat iemand met 1000.—
inkomen en veel kinderen veel meer behoefte heeft aan rabat,
dan een getrouwd paar zonder kindereh met een inkomen
van 900.en men moet hier toch zeker wel rekening
houden met de grootte van het gezin. Het betreft hier een
tegemoetkoming in de kosten van de huishoudelijke behoeften
en in zooverre vind ik het verzoek, dat ons gedaan wordt,
wel aantrekkelijk. Wanneer er iets op gevonden kon worden,
dat bijv. een gezin met 4 kinderen beneden de 16-jaar van
het rabat zou kunnen profiteeren, zou dit mij zeer aan
genaam zijn. Ik weet wel, dat al die zaken veel arbeid ter
voorbereiding kosten, maar dat mag hier niet den doorslag
geven, waar het niet gaat om aan de lasten te voldoen, maar
werkelijk om in dringende behoeften te voorzien.
Wanneer men tegemoet komt op de wijze, zooals ik mij
dat voorstel, dat gezinnen met 4 kinderen beneden de 16 jaar
tot een inkomen van 1200.— de rabat kunnen verkrijgen,
zal dat niet zoo'n groote uitgave vorderen en wordt er in
eene groote behoefte voorzien.
Daarom, Mijnheer de Voorzitter, zou ik willen voorstellen
om aan het voorstel toe te voegen»men kan van de Centrale
Keuken ook gebruik maken bij een inkomen van 900.
tot 1200.wanneer er 4 of meer kinderen beueden de
16 jaar zijn".
De heer A. Mulder. M. d. V. Ik sta verbaasd, dat dit voor
stel omtrent uitbreiding van de Centrale Keuken plotseling
in deze vergadering wordt geworpen.
Ik ben den heer van der Pot wel dankbaar voor zijne uit
voerige en heldere toelichting en ik ben het ook met hem
eens, dat de prijzen van de materialen steeds duurder worden,
maar dat is voor mij nog geen aanleiding tot een zoo haastige
behandeling van een dergelijke gewichtige quaestie. Wij moeten
het in eens beslissen, over een uitgave van een halve ton,
zonder in de gelegenheid te zijn gesteld om de finesses van
de zaak behoorlijk te kunnen nagaan. Het is toch werkelijk
niets nieuws, dat het rapport van den Directeur van Gemeente
werken nog gewijzigd wordt dooi' Fabricage en door den Raad.
Is het nu niet wenschelijk dat deze zaak eerst nog eens in
Fabricage komt, zoodat er kan worden nagegaan of er op het
plan niet een paar duizend gulden te besparen is? Wanneer
het niet een zoo hoog bedrag betrof, maar slechts een paar
duizend, zou ik er mij nog bij neder kunnen leggen, maar
wij loopen er feitelijk te goeder trouw in.
Wij weten van deze zaak niets af. Wij hooren slechts spreken
van de noodzakelijkheid van uitbreiding. Gaat het nu evenwel
aan dit voorstel zoo maar aan te nemen zonder een oordeel
te kunnen vellen over de inrichting, de wijze van behandeling,
de indeeling enz.? Er zijn verschillende gezichtspunten omtrent
dit voorstel. Ik wil daarom niet zeggen, dat men tot een
ander resultaat zou komen dan Burgemeester en Wethouders,
maar men moet niet vergeten, dat de Raad de verantwoorde
lijkheid hiervoor draagt.
Wanneer men tot uitbreiding denkt over te gaan, dan is
dit niet een zaak van vandaag of morgen. Daarvoor acht ik
het bedrag, dat gevoteerd moet worden, veel te hoog.
De heer Briët. M. d. V. Ik gevoel veel voor hetgeen in
het adres wordt voorgesteld en door den heer Pera onder
steund. In dezen tijd komen de groote gezinnen zeer zeker