154 VRIJDAG '28 JUNI 1918. van Technici, den Nat. Bond van Handels en Kantoorbedienden »Mercurius" en den Alg. Ned. Chr. Ambtenaarsbond: dat hen, bij een dezer dagen ingesteld onderzoek is ge bleken dat de Leidsche gemeente-ambtenaren voor hun eigen en Weduwen- en Weezenpensioen zoo al niet het hoogste, dan toch een van de hoogste percentages van hun wedde moeten storten, dat zij U beleefd verzoeken van de resultaten van dit onder zoek, welke in bijgaande Memorie van Toelichting zijn neder- gelegd, kennis te nemen, dat zij U mitsdien verzoeken te willen bevorderen dat art. 10 van de Verordening van 20 April 1902 (gewijzigd bij Ver ordeningen van 21 October 1909 en 26 Maart 1914), art. 18 der Verordening van 3 September 1907 (gewijzigd bij Ver ordening van 26 Maart 1914) en het Raadsbesluit van 20 Sept. 1913 in dien geest worde gewijzigd, dat, ter verkrijging van pensioen, weduwen- en weezenpensioen géén bijdragen meer behoeven te worden gestort. 't Welk doende enz. Namens de Afd. Leiden van het Nat. Verbond van Gemeente-Ambtenaren in Nederland. (w. g.) J. v. d. Laan, Voorzitter. D. A. Landaal, Secretaris. Namens de Afd. Leiden van den Bond van Technici, (w. g.) H. W. Nijhof, Voorzitter. de Ridder, Secretaris. Namens de afd. Leiden van den Nat. Bond van Handels- en Kantoorbedienden «Mercurius", (w. g.) J. C. Bolderdijk, Voorzitter. Ch. Müring, Secretaris. Namens de Afd. Leiden van den Alg. Ned. Chr. Ambtenaarsbond, (w. g.) P. P. de Koning, Voorzitter. D. Beums, Secretaris." De adhaesiebetuiging luidt aldus: «Leiden, 21 Juni 1918. »Aan den Raad der gemeente Leiden. Wel Edel Achtbare Heeren. Met deze heeft de N. C. B. P. P. D. de vrijmoedigheid om het Adres van de samenwerkende organisaties te steunen. Het Bestuur J. Kuivenhoven Voorz. J. P. van Hoven Secr." De Voorzitter. Daar Burgemeester en Wethouders meenen, dat niettegenstaande deze kabalistische letters deze adhaesie betuiging betrekking heeft op het zoo even aan de orde gestelde adres, stel ik voor dit bij het voorgaande adres te voegen. Wordt dienovereenkomstig besloten. 3°. Dankbetuiging van D. Braaksma voor de hem verleende gratificatie en verzoek om toekenning van een verhoogd pen sioen, bij wijze van toeslag. Dit adres luidt als volgt: Leiden 22 Juni 1918. Ondergeteekende Dirk Braaksma, eervol ontslagen keur meester van visch en ooft te Leiden, heeft de eer aan Edel- Achtbare Heeren van 't Dagelijksch Bestuur en aan de Heeren leden der Gemeenteraad te Leiden, zijne eerbiedige dank te betuigen voor de gratificatie van 100.bij Gemeenteraads besluit van 13 Juni j.l., hem toegekend als belooning voor de bereidwilligheid om de betrekking van keurmeester van visch en ooft te blijven waarnemen tot 14 Mei j.l. Aangezien daar de tractementsverhoging van adresant niet onder de oogeu is gezien, waardoor het pensioen zeer klein blijft, zoo houd adresant zich met den meesten eerbied aanbevolen, om in de gunst te mogen vallen voor een ver hoogt pensioen, bij wijze van pensioenstoeslag te mogen ge nieten, temeer nog, dat bij eventueel overlijden, de vrouw niet in de termen valt van weduwe pensioendat met verhoogt pensioen door zuinig beheer, nog een kleine spaarpenning kan overschieten, om als Ambtenaarsweduwe in de eerste levensbehoeften te kunnen voorzien. 't Welk doende, D. Braaksma. Aan den Raad der gemeente te Leiden." De Voorzitter. Ik stel voor deze dankbetuiging voor kennisgeving aan te nemen. Wat op deze dankbetuiging volgt, blijkt mij reeds in de vorige vergadering behandeld. 4°. Verzoek van het Bestuur van den Ned. Bond voor Werkverschaffing om als lid van dien bond toe te treden. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders ten fine van praeadvies. 5°. Verzoek van de Vakcentrale, bestaande uit den Chr. Besturenbond en den Ned. R. K. Volksbond, om uitbreiding van de weistandsgrens ten opzichte van het verkrijgen van rabatbons voor de Centrale Keuken. Dit verzoek luidt als volgt: «Leiden, 24 Juni 1918. Aan den Raad der Gemeente Leiden. WelEdl. Achtbare Heeren. Ondergeteekenden resp. Voorzitter en Secretaris der Chr. Vakcentrale bestaande uit den Christelijken Besturenbond en den Nederl. R.K. Volksbond, geven met verschuldigden eerbied te kennen. Dat zij kennis genomen hebben van het feit, dat de rabatbons voor de Centrale Keuken niet anders worden verstrekt dan aan personen tot en met een inkomen van ƒ900. Dat het hun voorkomt dat voor gezinnen met 4 of meer kinderen beneden de 16 jaar het gewenscht is, dit uit te breiden tot ƒ1200. Immers komt het nu voor, dat een gezin, bestaande uit 2 personen, de rabatbons wel ontvangen zal, omdat hun inkomen ƒ900 is, terwijl een gezin, bestaande uit 8 personen, de rabatbons niet zal ontvangen, als hun inkomen ƒ1000. is. Het behoeft geen betoog, dat het laatste gezin meer behoefte heeft aan bovengenoemde bons, dan het eerste, redenen waarom zij hun verzoek in Uwe welwillende overweging aanbevelen. Namens de Chr. Vakcentrale P. Heemskerk, Voorzitter. P. P. de Koning, Secretaris." De Voorzitter. Mijne Heeren. Burgemeester en Wethouders zijn voornemens om na punt XI aan de orde te stellen een punt XII, inhoudende een voorstel tot uitbreiding van de Centrale Keuken. Bij dat punt kan dan tevens het zooeven gelezen verzoek worden behandeld. Aldus wordt besloten. 6°. Adres van de afd. Leiden van den Bond van Nederl. Onderwijzers in zake de salarisregeling van het personeel bij het Lager Onderwijs. De Voorzitter. De heeren hebben dit verzoek allen reeds in druk ontvangen. Ik stel voor het te behandelen, wanneer deze aangelegenheid aan de orde komt. De heeren weten, dat de Wet de Gemeenteraden verplicht om vóór 1 Januari 1919 eene herziening van die traktementen in behandeling te nemen. Dit is dan de geschikte gelegen heid om dit adres te behandelen. Aldus wordt besloten. 7°. Verzoek van de Leidsche Duinwater Maatschappij om goedkeuring voor den afstand van eenige perceelen duingrond aan den Staat der Nederlanden in ruil tegen eenige andere perceelen met toebetaling van ƒ1053.50 in geld. 8°. Verzoek van Mr. A. S. de Blécourt om een lindeboom, staande vóór perceel Witte Singel 84e, te doen rooien. 9°. Verzoek van den gymnastiekleraar A. Metz, om onder wijs te mogen geven aan de Bijzondere Hoogere Burgerschool te Alphen. Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 10°. Rekening, dienst 1917, van de Gemeentelijke Bank van Leening. 11°. Idem als voren van het College van Vrouwen-Kraam- moeders. Worden gesteld in handen van de Commissie van Financiën. 12°. Verzoek van de Maatschappij tot exploitatie van Tram wegen om haar tijdelijk vrij te stellen van de nakoming der 10e concessievoorwaarde, betreffende het stoken van cokes.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1918 | | pagina 2