108 Volgn. 117. Kosten van de bouwpolitie en het woningonderzoek. a. Jaarwedden van den Inspecteur en den Opzichter der bouwpolitie 200. De uitgaven, geraamd op 3900.bedragen 4100.-. b. Jaarwedde van den ambtenaar belast met de uitvoering der Woningwet75. Het salaris van dezen ambtenaar bedroeg over 1917 1375.— uitgetrokken was 1300. c. Overige kosten673.97 De belooning van tijdelijke werkkrachten, in dienst genomen in verband met de in 1917 ver richte woningtelling en de uitvoering der nieuwe recognitieverordening, alsmede de kosten van aan schaffing van drukwerk en bureaubehoeften ten behoeve van bedoelde werkzaamheden maken eene aanvulling van dit artikel met 673.97 noodzakelijk. Volgn. 118. Annuïteit aan het Rijk verschuldigd, terzake van ontvangen voorschotten in het belang van de verbetering der volkshuisvesting 9164.22 Behalve de over '1917 verschuldigde annuïteiten moesten op dit artikel worden betaald: 1°. de op 13 Juni 1916 verschenen annuïteit ad 2914.89 van het toegekende voorschot in verband met de door de gemeente in het belang van de volkshuisvesting uitgevoerde werken op het bouwblok Heerensingel-Heerenlaan-Gasthuis laan, vermeerderd met 131.78 wegens rente dier annuïteit ad 37/s% per jaar over 14 maanden 2°. de op 28 Februari 1916 verschenen annuïteit ad 5647.64 van het toegekende voorschot ten behoeve van de Woningbouwvereeniging »Ons Belang", vermeerderd met f 200.61 wegens rente dier annuïteit ad 37/s°/o per jaar over 11 maanden 3°. een bedrag van f 337.63 zijnde 14 maanden rente ad 37/8% per jaar van de op 21 Januari 1917 verschenen annuïteit ad f 7468.35 van het toe gekende voorschot ten behoeve van de Woning bouwvereeniging »de Goede Woning". Eene verhooging van het artikel met 9232.55 zou dientengevolge noodig zijn. Aangezien evenwel de thans eerst door den Minister van Financiën vastgestelde annuïteiten iets lager zijn, dan op de begrooting wTas geraamd, kan met eene verhooging ten bedrage van 9164.22 worden volstaan. (In de sub 1 genoemde annuïteit is door het Rijk eene bijdrage verleend van 1165.95s, ter wijl de sub 2 en 3 genoemde bedragen door de betrokken woningbouwvereenigingen aan de ge meente zijn terugbetaald. (Zie de verhooging van de volgnummers 47 en 50 der Ontvangsten). Volgn. 122. Kosten ter voorkoming en bestrijding van epidemische ziekten5462.08 De kosten van vervoer van aan besmettelijke ziekten lijdende personen en die van ontsmetting van lijfgoederen en beddegoed, geraamd op 1250. bedroegen ƒ2083.95, die van aanschaffing van ont smettingsmiddelen, geraamd op ƒ750.ƒ1573.276, terwijl ter belooning van huipontsmetterseen bedrag van ƒ2451.315 moest worden uitbetaald, d.i. 701.315 méér dan geraamd was. De aanschaffing van het rijtuig voor het vervoeren van lijders aan besmette lijke ziekten, geraamd op 2000.—(Ingek. Stukken ïto. 224 van 1917) bracht voorts een uitgave van ƒ2223.15 mede. Voor het verrichten van bacterio logische en serologische onderzoekingen, waarvoor ƒ1000.was uitgetrokken (Ingek. Stukken No. 100 van 1917), moest tengevolge van het groot aantal onderzoekingen ƒ2050.worden uitbetaald, niet tegenstaande tal van onderzoekingen door Prof. Dr. de Jong niet in rekening zijn gebracht. Einde lijk hebben ook de maatregelen ter voorkoming van de verspreiding, van nekkramp, ingevolge de bij raadsbesluit van 29 Maart 1917 verleende machti ging, groote uitgaven tengevolge gehad; aan den heer G. Kapsenberg, arts, alhier, werd o.a. des wege een bedrag van ƒ791.67 uitbetaald voor honorarium en vergoeding van gemaakte kosten; Bovendien kwamen ook de kosten van afzondering van eenige gezinnen ten laste der gemeente. Een en ander maakt eene verhooging van het artikel met ƒ5462.08 noodzakelijk. Volgn. 123. Kosten van keuring van de overige levensmiddelen214.60 Het voor jaarwedden uitgetrokken bedrag dient met 214.60 te worden verhoogd. Volgn. 129. Onderhoud van straten en pleinen 1943.33 De uitgaven waren geraamd op 47286.—zij zullen f 49229.33, dus f 1943.33 meer bedragen. Voor een bedrag van 1714.— is de over schrijding een gevolg van de verhooging van de ten laste van dit artikel komende arbeidsloonen der gemeentewerklieden. Volgn. 131. Onderhoud van marktenbeurzen en hallen198.205 De kosten van verlichting en verwarming der marktkantoren, geraamd op f 120.—, bedragen ƒ247.30. Ook de kosten van onderhoud der markt- hekken, hokken e. d. overtreffen door de hooge prijzen van hout en andere materialen de raming van f 415.— met f 298.21. Eene verhooging van den post met f 198.20s is evenwel met het oog op een overschot op het voor onderhoud der marktkantoren toegestane bedrag voldoende. Volgn. 132. Onderhoud van wandelplaatsen en .plantsoenen1181.62s De verhooging van het arbeidsloon der gemeente werklieden heeft op dit artikel eene hoogere uit gave van f 404.tengevolge gehad. Voorts vereischte de ophooging van het Kooi- terrein, in de naaste toekomst bestemd voor den aanleg van een volkspark, met specie uit de Mare- singelgracht, eene buitengewone uitgaaf van f 1314.Deze uitgave zal te zijner tijd ten laste van den aanleg van het park worden gebracht. Met het oog op overschotten op andere onder- deelen van het artikel kan echter met eené ver hooging ten bedrage van ƒ1181.628 worden volstaan. Volgn. 133. Kosten van bruggen en overzetveren. a. Jaarwedden van het personeel voor de bediening 722.46s De uitgaven op dit artikel waren geraamd op 23889.— zij bedragen 24611.46s. b. Overige kosten912.70s Eene verhooging van het voor kleeding van de havenrechercheurs en brugwachters uitgetrokken bedrag van 2055.met 65.50 is noodig in verband met Uw bovenaangehaald besluit van 2 Mei 1918. De kosten van verlichting en verwar ming der brugwachtershuisjes, geraamd op 650. bedragen 979.83s. Voorts werd ook het voor onderhoud der bruggen en brugwachtershuisjes uitgetrokken bedrag met 517.37 overschreden, o. a. wegens vernieuwing van het plaveisel van de Heerenpoortsbrug, de meerdere kosten van electrischen aanleg in de brugwachtershuisjes en de verhooging van de arbeidsloonen. Een en ander vordert eene verhooging van het artikel met 912.70s. Volgn. 135. Kosten van havens, vaarten, kaai muren, sluizen en andere waterwerken. b. Overige kosten1889.23 De uitgaven op dit artikel zullen f 16159.23 be dragen; zij waren geraamd op 14270. De overschrijding van dit artikel is o. m. een gevolg van de verhooging der arbeidsloonen 195.en de hoogere kosten van het aan schaffen, trekken en slaan van stootpalen (ƒ587. Bovendien bedroegen de kosten van het uit diepen van de Maresingelgracht f 4373.d. i. 873.meer dan de raming. Deze kosten zijn evenwel door de Gasfabriek aan de gemeente terugbetaald en verantwoord onder volgn. 58 der ontvangsten. Volgn. 138. Overige kosten van fabricage 797.61 Aan teekenloonen moest 696.meer betaald worden, dan geraamd was, terwijl ook de kosten van teekenbenoodigdheden, drukwerk enz. belang rijk hooger waren dan andere jaren. Een en ander maakt eene aanvulling van het artikel met 797.61 noodig. Volgn. 139. Dag- en weekgelden van werklieden, voor zoover niet onder andere posten te brengen 346.78 De ten laste van dit artikel komende arbeids loonen bedragen f 2429.78. De raming was ƒ2083. Volgn. 141. Kosten van het verstrekken van en aanleg voor duinwater773.87s De uitgaven voor de levering van duinwater aan de Stedelijke Lichtfabrieken, aan de gestichten Endegeest-Voorgeest-Rhijngeest en aan het Open baar Slachthuis bedroegen respectievelijk ƒ209.89, 1325.07 en 453.86 méér dan de raming. Met eene verhooging van het artikel met 773.87® kan evenwel worden volstaan. De kosten van duinwater zijn door de boven genoemde inrichtingen aan de gemeente terug betaald en verantwoord op volgn. 58 der ontvangsten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1918 | | pagina 2