82 DONDERDAG 14 MAART 1918. dat de heer Fokker dat argument niet heeft gebruikt. Daaruit volgt, dat hetgeen ik als inconsequentie verweet aan de beide voorstellers, alleen een inconsequentie was van een van de beide voorstellers en blijkbaar heb ik den heer Fokker verward met den heer Huurman of een ander lid. Ik betuig daarover gaarne mijn leedwezen en hoop, dat de heer Fokker, zich nooit erger in de vingers zal snijden. De heer Eerdmans. M. d. V. Ik zou een enkel woord willen zeggen naar aanleiding van een punt dat hedenmiddag besproken is. Er is naar verwezen, dat bij de Tweede Kamer aanhangig was een wetsontwerp op den bakkersnachtarbeid. Ik heb dat nu echter nagezien en kan U verzekeren, dat er niets van komt, omdat het een wetsontwerp is van twee leden, waarvan één niet meer lid van de Kamer is en het andere is overleden. De Memorie van Antwoord dateert van 6 Mei 1909. Het is dus niet uit deze zittingsperiode, maar- uit de vorige. De Voorzitter. Er is ook nog een regeeringsontwerp. Ik zou mij zeer moeten vergissen, als dit niet het geval was. Ik meende, toen ik hier eenigen tijd geleden over sprak, dat ik dat ook zeide. Toen was het nog niet bij de Kamer, maar aanhangig bij den Raad van State, thans is het echter bii de Tweede Kamer. Wat dat initiatiefvoorstel betreft, dat is thans van de baan. Als ik U was, zou ik de regeer ing eens aan sporen met deze kwestie haast te maken. De Voorzitter schorst thans de openbare vergadering en doet de deuren sluiten. De vergadering wordt na eenigen tijd hervat. Aan de orde de voortzetting van de behandeling van punt XVII der agenda. De Voorzitter. Ik heropen de openbare vergadering en geef het woord aan den heer van der Pot. De heer van der Pot. M. d. V. Ik heb de eer voor te stellen de aanslagen van de reclamanten op de lijst voor komende onder de nummers 212, 79, 75, 77, 76, 359, 25 en 41 nader te rangschikken resp. in klasse 255, 51, 470, 109, 116, 72, 132 en 133. Het amendement van den heer van der Pot wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeenkom stig het aldus geamendeerd praeadvies besloten. Niemand daarna meer het woord verlangende, wordt de vergadering gesloten. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1918 | | pagina 20