GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
'29
IXtiüKOIIES STUKKEN.
N°. 33. Leiden, 28 Januari 1918.
In artikel 3 der U ter vaststelling aangeboden verordening
betreffende de wedden van ambtenaren in dienst der ge
meente Leiden (Ingek. Stukken No. 22) wordt in navolging van
het voorstel der commissie »ad hoe", zij het ook met schrapping
van de halfmaandelijksche uitbetaling, voorgeschreven, dat de
uitbetaling der wedden, welke per week zijn vastgesteld, per
week geschiedt en die van de overige wedden in maandelijksche
of driemaandelijksche termijnen naar keuze van den betrokkene.
Daarentegen bepaalt artikel 7 der verordening van 20
September 1917, regelende den rechtstoestand van de ambte
naren der gemeente Leiden (Gem. Blad No. 32 van 1917),
dat de bezoldiging maandelijks, telkens voor V12 gedeelte
wordt uitgekeerd, tenzij de amb.tenaar er de voorkeur aan
mocht geven iedere drie maanden een gedeelte te ont
vangen, terwijl voor hen, wier bezoldiging in geld minder
dan f 1000 per jaar bedraagt, door ons College kan worden
bepaald, dat de bezoldiging wekelijks wordt uitgekeerd.
Beide bepalingen zijn dus zoowel bij onze redactie als bij
die van de commissie »ad hoc" met elkaar in strijd.
Bij nader inzien komt het ons beter voor, dat de wijze van
uitbetaling der wedden alleen in de verordening, regelende
den rechtstoestand, wordt voorgeschreven en dat mitsdien
artikel 3 der verordening betreffende de wedden wordt ge
schrapt. Het met algemeene instemming aangenomen artikel
7 der eerstgenoemde verordening kan dan ongewijzigd blijven,
terwijl voorzoo veel betreft de werklieden bereids in artikel
9 van het Werkliedenreglement 'is bepaald, dat het loon
wekelijks wordt uitgekeerd.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien alsnog in overweging
artikel 3 der verordening betreffende de wedden van ambte
naren in dienst der gemeente Leiden te schrappen en de
daarmede gepaard gaande vernummering der verdere artikelen
aan te brengen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 34. Leiden, 28 Januari 1918.
Blijkens nevensgaand schrijven van het Steuncomité Leiden
Oorlogstoestand 1914 heeft de Leidsche Vereeniging van
Industrieelen, in samenwerking met het Leidsche Steuncomité
en naar het voorbeeld van de Textielnijverheid in Twente
een wachtgeldregeling in het leven geroepen voor de werk
lieden, in dienst bij die leden der vereeniging, welke ver
klaren zich aan die regeling te zullen onderwerpen, wanneer
hunne bedrijven door den oorlogstoestand geheel of gedeelte
lijk zouden moeten worden stopgezet.
Deze regeling, welke is voorbereid in eene door den Bur
gemeester gepresideerde vergadering en waartoe reeds vele
voorname werkgevers thans zijn toegetreden, gelieve U hier
nevens aan te treffen. Zij heeft ten doel aan de werklieden
zoowel bij geheele als bij gedeeltelijke werkloosheid steun te
verleenen op de wijze, als in de verschillende artikelen nader
is aangegeven.
Van den te verleenen steun zullen de aangesloten werk
gevers 57 voor hunne rekening nemen, mits door het
Koninklijk Nationaal Steuncomité, het Plaatselijk Steuncomité
en de gemeente tezamen de resteerende 43% worden gegeven.
In verband hiermede heeft het Plaatselijk Steuncomité zich
bereids tot het Koninklijk Nationaal Steuncomité gewend met
het verzoek, om het bij dat comité gebruikelijke percentage,
n.l. 33%, als bijdrage toe te zeggen. Inwilliging van dat
verzoek is volgens het schrijven vrijwel verzekerd.
Het restant ad 10% is het Plaatselijk Steuncomité niet bij
machte zelf bij te dragen en het verzoekt U mitsdien die
10 voor rekening der gemeente te nemen.
Het behoeft 0. i. geen nader betoog, dat het tot stand
komen van de hier bedoelde wachtgeldregeling voor de ge
meente zper wenschelijk is en dat er dus voor de gemeente
alle aanleiding is om, nu het Plaatselijk Steuncomité hiervoor
geen fondsen beschikbaar kan stellen, van haar kant aan die
regeling den gevraagden steun te verleenen.
Zooals in de toelichting gezegd wordt, zal de uitvoering
van de regeling berusten bij eene door het Plaatselijk Steun
comité daartoe in het leven te roepen afzonderlijke commissie,
die weliswaar geheel zelfstandig, doch onder suprematie van
het bestuur van het Plaatselijk Steuncomité zal optreden en
waarin ook een lid van het bestuur van het Plaatselijk
Steuncomité zitting zal nemen. Bovendien is dit comité bereid
voor eene richtige uitvoering van de regeling de volle ver
antwoordelijkheid op zich te nemen.
Hoe groot de door de gemeente te verleenen bijdrage zal
zijn is, gelijk vanzelf spreekt, vooruit niet te zeggen. De
benoodigde gelden zullen derhalve te zijner tijd eerst kunnen
worden aangevraagd.
Wij geven U mitsdien thans slechts in overweging te
besluiten aan het Steuncomité Leiden Oorlogstoestand '1914
eene subsidie in uitzicht te stellen ten bedrage van 10
van de uitkeeringen, die ingevolge de door de Leidsche Ver
eeniging van Industrieelen vastgestelde wachtgeld-regeling
voor mannelijke en vrouwelijke werklieden eventueel zullen
plaats hebben, een en ander onder voorwaarde, dat door het
Koninklijk Nationaal Steuncomité een bijdrage van ten minste
33 dier" uitkeeringen wordt verleend.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 25 Januari 1918.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Edelachtbare Heeren,
Wij hebben de eer U te berichten,
dat door de Leidsche Vereeniging van Industrieelen, in
samenwerking met ons comité, in het leven is geroepen naar
het voorbeeld van de textielnijverheid in Twente:
een wachtgeldregeling
voor de werklieden in dienst bij hare leden, geldig voor
die leden, welke zich bereid verklaren zich daaraan te onder
werpen, wanneer door den oorlogstoestand hunne bedrijven
geheel of gedeeltelijk zouden moeten worden stopgezet;
dat dit ontwerp zoowel voor mannen als voor vrouwen
te Uwer kennisname hierbijgaat;
dat deze regeling ten grondslag heeft: Steun verleening bij
geheele of gedeeltelijke werkeloosheid;
dat daartoe door de werkgevers 57 van den te verlee
nen steun zal worden bijgedragen;
dat wij daartoe bij het Koninklijk Nationaal Steuncomité
een bijdrage hebben aangevraagd (waarvan de inwilliging
bereids vrijwel verzekerd is) van 33%, zijnde het bij het
Koninklijk Nationaal Steuncomité gebruikelijke percentage;
dat echter deze bijdrage afhankelijk wordt gesteld van
bovengenoemde deelname ad 57 en van 10 door ons
Comité of wel door de Gemeente;
dat ons Comité niet bij machte is aan die voorwaarde te
voldoen
dat wij bij dezen de vrijheid nemen U te verzoeken aan ons
een subsidie te verleenen overeenkomende met 10 van de
eventueele uitkeeringen aan de onder voornoemd ontwerp
vallende werkeloozen.
Ter nadere toelichting diene,
dat het in onze bedoeling ligt voor deze wachtgeldregeling
eene afzonderlijke commissie in het leven te roepen, waarin
een lid van ons bestuur zal zitting nemen;
dat deze commissie geheel zelfstandig zal optreden, doch
onder suprematie van nns bestuur;
dat wij voor eene richtige uitvoering, zoowel finantieel als
moreel, de volle verantwoordelijkheid aanvaarden;
dat er bij de uitvoering naar zal worden gestreefd den
band tusschen werkgevers en werknemers zooveel mogelijk
te bewaren.
Waar reeds vele en de voornaamste werkgevers zich bij
deze regeling hebben aangesloten mag door ons met reden
worden verwacht, dat anderen dit voorbeeld zullen volgen.
Aangezien alzoo de Leidsche industrieelen toonen offers te
willen brengen voor hunne werklieden voor het geval de tijds
omstandigheden oorzaak zouden zijn van geheele of gedeelte
lijke stopzetting van bedrijven, daar meenen wij met vrijheid
bovenstaande subsidieaanvrage tot U te mogen richten in 't
vertrouwen, dat deze regeling Uwe voldoening zal wekken
en U gaarne Uwe medewerking in opgemelden zin zult willen
verleenen.
Het zal U duidelijk zijn, na kennisname van een en ander
dat het ons onmogelijk is onze aanvrage tot een vaste som
te beperken.
Met de meeste hoogachting,
Steuncomité Leiden oorlogstoestand 1914,
J. E. Heeres, Voorzitter.
M. P. C. van Geer, Secretaris.
be Gooyer, ie Penningmeester.