DONDERDAG 17 JANUARI 1918.
9
het geval is. Ik meen, dat de toedracht van de zaak aldus
is, maar misschien kan de heer Botermans den heer Briët
nog nader inlichten, omdat hij een der ijverigste leden
van het Steuncomité is. Meer kan ik ter verdediging
van het standpunt van Burgemeester en Wethouders niet
zeggen. Voorloopig vragen wij ƒ10.000.om die commissie
te steunen. Er is ook steun gevraagd aan het Koninklijk Steun
comité. Wij zullen moeten afwachten, hoe de zaak gaat, maar
zooals ik gezegd heb, de Raad kan altijd door middel van
Burgemeester en Wethouders nadere inlichtingen bekomen.
Waarom zouden wij de gestie van dat comité nu wantrou
wen? Het comité arbeidt toch werkelijk geheel onder de
contróle van het Steuncomité. Het Steuncomité krijgt duizen
den te zijner beschikking en wij hooren ten aanzien van dat
comité nooit anders dan lof.
De heer van der Pot. M. d. V. Ik zou even willen vragen
of de naam, die aan dit Comité is gegeven, niet de schuld
is van een misverstand, dat hier blijkt te heerschen. Afgaande
op den naam van Crisiscomité, stelt men zich toch niets
anders voor dan wat ook in de benaming Steuncomité ligt
opgesloten, nl. een comité belast met ondersteuningen als
gevolg van de crisis. Nu heeft de heer Botermans echter
zooeven gezegd, dat de bedoeling, die voorgezeten heeft bij
de oprichting van dat comité, uitsluitend was het beschik
baar stellen van geld voor hen die in moeilijkheid verkeeren
door omstandigheden van specialen aard, nl. het winterweer,
zoodat dé benaming »wintercomité" of »vorstcomité" hier
beter zou hebben weergegeven wat de bedoeling was. Daarom
heb ik hier even willen constateeren, dat uit de discussiën
is gebleken, dat men onder de taak van die commissie slechts
begrepen acht het verleenen van steun in verband met het
winterweer en de daarmee samenhangende seizoenslapte, en
dus met de daarvoor aangevraagde gelden niet wil bestrijden
uitgaven voor alle doeleinden, die het Steuncomité voor zijn
rekening heeft genomen.
De heer Briët. M, d. V. Ik geloof dat de heer van der Pot
de zaak hier zeer juist heeft gepreciseerd.. In den aanvang
van mijn betoog heb ik er op gewezen, dat het praeadvies
de taak van het genoemde comité uitdrukkelijk omschrijft
als zich uitsluitend te beperken tot degenen, die door vorst,
of vanwege de seizoenslapte ondersteuning noodig hebben,
terwijl op het oogenblik blijkt, dat het doel van dat comité
van uitgebreideren aard is en niet alleen beoogt het tegemoet
komen in de moeilijkheden van de ingezetenen, die op het
moment dooi1 de vorst of seizoenslapte in nood verkeeren. Ik
heb gezegd, dat naar mijne meening uit de overgelegde
stukken bleek, dat de bevoegdheid van die commissie hier
ook omvatte de ondersteuning van losse werklieden en koop
lieden en anderen, die in het algemeen door de crisis zijn
getroffen. Het heeft mij verwonderd dat het Steuncomité zelf
die aangelegenheid niet op de gewone wijze heeft behandeld.
De gewone wijze van handelen van het Steuncomité biedt
alle waarborgen, dat de zaken goed worden behandeld en dat
er eene behoorlijke contróle wordt uitgeoefend. Maar juist het
feit, dat voor dit doel wordt in het leven geroepen een
speciaal Crisiscomité, dat zal bestaan uit slechts 6 leden, die
deze omvangrijke aangelegenheid zullen moeten aanpakken
en hun taak zal voorwaar niet licht zijn doet mij vreezen,
dat de zaak niet zal worden behandeld op eene wijze, die
wenschelijk moet worden geacht. Wanneer het Steuncomité
hier den nood op de gewone wijze wil lenigen, heb ik er geen
bezwaar tegen, maar dat hier 6 mensehen voor de heele zaak
worden gespannen, terwijl wij niet hebben te maken met
armenzorg in den gewonen zin en die leden aldus de be
schikking krijgen over het geld van de gemeente, komt mij
niet wenschelijk voor. Bovendien kan ik ook niet in het in
gekomen stuk lezen, dat dit comité werkt onder contróle van
het Steuncomité.
De Voorzitter. Dat heb ik medegedeeld!
De heer Briët. Ik lees hier, dat het Crisiscomité is gevormd
op initiatief van het Steuncomité, dus het is een aparte
commissie, die wel gevormd is door het Steuncomité, maar
daarom niet onder hare speciale contróle staat; alleen worden
de tarieven vastgesteld door het Steuncomité. Nu is mijn
bezwaar, dat er geen contróle is op de wijze, waarop het geld
zal worden besteed. Intusschen heeft de heer Botermans ver
zekerd dat de zaak goed wordt behandeld. Dat heeft mij dan
ook zeer gerustgesteld. Ik weet dat er een controleur wordt
aangesteld, die geregeld zal nagaan, of de ondersteunden
werken. Maar wanneer ik de bedragen zie, die kunnen worden
uitgegeven, voel ik wel eens angst indien ik bedenk, dat het
verantwoordelijkheidsgevoel van sommige personen er zeker
niet op versterkt zal worden, wanneer zij dergelijke groote
bedragen ontvangen. Dat zal aanleiding kunnen geven tot
ontevredenheid, wanneer er geen Steuncomité meer is en de
groote gevoeligheid voor dergelijke sociale nooden minder
wordt. Het zal de menschen dan zeker moeilijk vallen tevreden
te zijn met de ondersteuning van armenzorg en van de bur
gerlijke armenzorg, daar zij te veel verwend zijn.
De heer Botermans. M. d. V. Ik wil toch even vragen wat
eigenlijk de bedoeling van den heer Briët is. Ik begrijp hem
niet. Thans is er een Crisiscouiité opgericht, dat tracht in den
nood zooveel mogelijk te voorzien en nu zegt hij weder: hoe
zal het later gaan, wanneer de ondersteunden den toeslag zoo
gewend zijn? De groote quaestie is echter op het oogenblik:
wat voor toestand hebben wij op dit moment? Nu moet er
worden gehandeld. De tijden zijn heden zoo duur, terwijl
later, als de oorlog tot het verleden behoort, dan zal alles
wat wij tenminste hopen wat nu zoo duur is, weder tegen
den gewonen prijs te verkrijgen zijn, dus zullen de moeilijk
heden voor de ingezetenen ook verminderen. Maar ik z;ou
eens willen weten wat de heer Briët hier noemt »hooge"
bedragen. Laat ik den toestand eens illustreeren met een voor
beeld. Nemen wij eens een werkman, een timmerman, met
selaar, of wat ook, die zonder werk is. Hij verdient met zijn
werk 16.of f 18.per week. Hij heeft een groot gezin.
Drie meisjes verdienen f 6.a f 7.per week en brengen
samen ongeveer f 21.in de week in. De man en zijn
dochters zijn zonder werk, zoodat de moeder wekelijks een
bedrag van f 40.minder ontvangt. Misschien verdient een
klein meisje nog een rijksdaalder, maar men zal mij toch
toegeven dat een ondersteuning van een dergelijk groot gezin
met f 20.niet te hoog is. Dergelijke groote gezinnen heb
ben ook zooveel noodig en alles is zoo duur. Ik zou dus wel
eens willen, weten wat de heer Briët bedoelt met zijn „hooge"
bedragen. De heer Briët, die zoolang ondervoorzitter van
het Steuncomité is geweest, kan van deze zaken toch vol
doende op de hoogte zijn. Het Crisiscomité staat hier geheel onder
de contróle van het Steuncomité. Ook weet ik dat de Voorzitter
den voorzitter van het Crisiscomité al een paar maal bij zich
heeft laten komen om te hooren, hoe het met de zaak gaat.
Ik kan er ten slotte dus uitdrukkelijk aan toevoegen, dat
de Raad gerust kan zijn, dat het geld goed besteed wordt.
De heer Fokker. M. d. V. Het komt mij voor, dat de heer
Botermans zich hier wel wat sterk heeft uitgesproken, terwijl
het praeadvies wat voorzichtiger is gesteld. Ik geloof niet,
dat het Dagelijksch Bestuur van het Steuncomité de geheele
verantwoordelijkheid op zich neemt voor alles wat er in het
Crisiscomité gebeurt. Wanneer de heer Briët door de opti
mistische woorden van den heer Botermans geheel gerust
gesteld is, heb ik daarvan gaarne nota genomen, maar ik zou
niet willen, dat de heer Botermans daardoor bij den Raad
den indruk zou verwekken, dat het Steuncomité met zijn
volle verantwoordelijkheid dekt, alles wat het Crisiscomité
verricht. Ik geloof ook wel, dat de zaak goed is, maar ik
herhaal nog eens, dat de volle" verantwoordelijkheid, zooals
de heer Botermans met een breed gebaar te kennen gaf, die
het Steucomité op zich zou nemen, niet kan worden afgeleid
uit de inlichtingen, die ons bereikten.
De Voorzitter. Ik weet niet, wat de heer Fokker hier bedoelt
met de »volle" verantwoordelijkheid. Ik weet ook niet precies
meer de bewoordingen, waarin de heer Botermans zich heeft
uitgedrukt om de verantwoordelijkheid in deze van het hoofd
comité te defiiiiëeren. Maar ik zou toch meer willen afgaan
op de opinie van den heer Botermans, die zich zooveel bemoeit
met die werkzaamhedendan op hetgeen de heer Fokker zoo
even heeft gezegd. Ik geloof, dat wij hier wel degelijk hebben
te maken met een sub-comité en dat dit Crisiscomité geheel
onder toezicht van het hoofdcomité werkt. Natuurlijk spreekt
het vanzelf, dat het Steuncomité zich niet ten volle voor de
gedragingen van het nieuw opgerichte comité verantwoordelijk
kan stellen. Net zoo goed kan iemand niet geheel verantwoordelijk
worden gesteld voor de handelingen van zijn bediende. In
zoo'n sub-comité kan immers een persoon zitten, die niet zoo
eerlijk is en voor het gedrag van een dergelijk individu kan
men het betrokken comité niet aansprakelijk stellen. Maar
dat wij hier te maken hebben met een zuiver sub-comité,
staande onder controle van het hoofd-comité, staat bij mij
vast. Ik weet ook, dat de Voorzitter van het sub-comité door
loopend in relatie staat met het Dagelijksch Bestuur van het
Steuncomité.
Wat het opgemerkte door den heer van der Pot betreft,
geef ik toe, dat de naam m.i. ook niet volkomen juist gekozen
is. Maar in de eerste plaats kan men Burgemeester en Wet
houders daarvoor -moeilijk verantwoordelijk stellen, en in de
tweede plaats doet de naam er per slot van rekening ook
weinig toe. Iedereen weet, dat men hier heeft te doen met
een sub-comité van het Steuncomité. Ik erken dat de naam
niet precies juist is. Het is een commissie, die alleen werkt
voor een speciaal doel in dezen crisistijd, m. a. w. voor den
wintertijd in abnormale omstandigheden. 'Zij strekt hare