DONDERDAG 29 NOVEMBER 1917. 301 De kolenprijs is gestegen van normaal vroeger 9,25 tot ƒ55gasolie k°st thans ƒ280.— per 1U0 K.G. tegen 40.in normale tijden Wat den afzet aangaat van de bijproducten van de Gasfabriek, kan ik het volgende mededeelen. Teer werd vroeger verkocht voor ƒ2.thans voor 4Zwavelzure ammoniak vroeger voor ƒ15.thans voor 35.Cokes werd vroeger verkocht voor ongeveer 60 cent, thans voor ƒ1.55 per mud. Er moet voor de voornaamste benoodigde grondslof dus op het oogenblik 6 maak zooveel worden betaald als vroeger. En wat erbij komt is dit: wij kunnen geen «olen krijgen zonder die te betrekken van de Rijkskolendistributie, die zegt »Wij willen U wel kolen leveren, maar dan zullen wij den prijs der bijproducten regelen." Wij zijn derhalve niet vrij den prijs daarvan te bepalen. De prijs wordt door de Regeering vast gesteld op een willekeurig biireau waar men op alle andere belangen let dan die van onze gemeentelijke Gasfabriek Dat is de reden, waarom de Gasfabriek niet in staat is hare begrootirig tant soit peu, sluitend te maken op eene andere wijze dan door verhooging van den gasprijs. De heer van der Pot vraagt, of het verschil niet grooter kan worden gemaakt dan het thans is. Dit zou onoverkomen- lijke bezwaren met zich brengen. Door voor b.v. 20 Ms. een lagen prijs te stellen, zou men zich zelf schade berokkenen en de bewoners der buitengemeenten bevoordeelen. Wij hebben gemeend, dat dit voorstel het meest was in het belang èn van de fabriek èn van de gasverbruikers. Ik ontken niet, dat hierdoor de lasten voor de verbruikers grooter zullen worden. Wij hebben dit voorstel dan ook gedaan met tranen in de oogen en lood in de schoenen Maar nood leert bidden. Wij kunnen de Gasfabriek onmogelijk laten zitten voor een verlies van ƒ600.000.Wanneer er evenwel een voorstel wordt ingediend om uit de gemeentekas een rabat te geven op den gasprijs, dan zal ik dat voorstel van harte steunen. Maar dat is niet een quaestie van Commissarissen, maar van Burge meester en Wethouders, die dat bij den Raad aanhangig moeten maken. (De heer Eerdmans verlaat de vergadering). De heer Bots. M. d. V. De heer van Romburgh heeft er op gewezen, dat de Lichtfabrieken van Gas en Electriciteit te zamen »een" Gemeentelijke instelling vormen zoodat wan neer de Gasfabriek met verlies werkt, dit kan gedekt worden door de winst van de Electriciteitsfabriek en zoo noodig de prijs van de electriciteit kan verhoogd worden. Maar in de eerste plaats is de winst van de Electriciteitsfabriek nog niet zoo hoog, als de geachte spreker zich waarschijnlijk voorstelt. Het debet van de Electrische Centrale is op het moment 35000.De winst moet nog komen van de kolenclausule in de verschillende contracten. Die kan een 100.000.op leveren, maar daarvan moet eerst nog het verlies worden afgetrokken. In de tweede plaats moet ik opmerken, dat de Gasfabriek en de Electriciteitsfabriek twee afzonderlijke bedrijven zijn. Wat de heer van Romburgh voorstelt, komt mij voor het zelfde te zijn alsof men voorstelde de tarieven van het Slacht huis te verhoogen om het verlies op de Gasfabriek te dekken. Trouwens de gedachtengarig van den heer van Romburgh is niet in overeenstemming met de bedoeling, die bij de ge meente moet voorzitten, wanneer zij dergelijke bedrijven exploiteert. Het doel van het exploiteeren van zoodanige bedrijven mag nooit zijn om het verlies op het een door de winst op een ander bedrijf te dekken, maar een Gemeentelijk bedrijf moet evenals een particulier bedrijf geëxploiteerd worden en wel zoo, dat men ten eerste den kostprijs van het product neerlegt in het tarief en ten tweede daarbij een redelijke winst behaalt. Gaat men nog verder, dan wordt het eene verkapte belasting. De heer van der Pot heeft gevraagd, of het niet mogelijk is den minimumprijs nog lager te stellen en in verband daar mede den maximumprijs te verhoogen. Daarentegen bestaat het volgend bezwaar, n.l., dat wanneer de prijs van 18 cent nog meer wordt verhoogd, het verbruik kleiner zal worden, zoodat het voorgestelde doel met de verhooging van den prijs waarschijnlijk niet zal worden bereikt. Wanneer de prijs stijgt boven de 18 cent, zal men in de beter gesitueerde kringen nog degelijk op het gas gaan bezuinigen. Ik wil nog eenige cijfers te dezen opzichte noemen van andere steden in ons Vaderland. Gelukkig verkeeren wij hier nog niet in zulke benarde omstandigheden als het geval is met de andere neutrale landen, waar men zooals bijv. in Zweden 1.— per M3. gas moet betalen en ƒ200.voor een ton kolen. Amersfoort heeft de gasverbruikers in drie klassen ingedeeld. Voor 28 M3. betaalt men daar 12J cent, van 28 tot 41: 17a, en van 41 tot 66: 25 cent per M3. In Leeuwarden kost het gas 25 cent per M*. In Apeldoorn wordt tot 35 M3. 15 cent berekend. Wat men meer gebruikt, moet tegen 25 cent per M3. worden betaald. In Amsterdam is een uniforme prijs van 18 cent, terwijl het muntgas daar 13| cent kost. In den Helder is het 18 cent. In Tilburg, dat in dit opzicht de goed koopste plaats in ons land was, is de muntgasprijs 15 tot 16 cent. In Zaandam is de prijs ook 16 cent. Bij de lagere inkomens kan daar misschien eenige reductie worden gegeven. Stel dat dit 3 cent is, dan zijn wij daarbij op het oogenblik nog een cent beneden. Wat betreft de rabatverstrekking, is deze aangelegenheid ook niet zoo eenvoudig, in verband met de buitengemeenten. Leiden moet den buitengemeenten voor denzelfden prijs met- eene vaste verhooging gas leveren, als zij dat aan haar eigen ingezetenen verschaft. Nu weet ik niet of er een middel te vinden is, dat de rabatverstrekking aan Leidsche ingezetenen mogelijk maakt, zonder dat men die behoeft te verstrekken aan de buitengemeenten. Mijnheer de Voorzitter. Ik geloof hiermede de verschillende opmerkingen te hebben beantwoord. De heer Wilmer. M. d. V. Ik ben het volkomen eens, wanneer wordt betoogd, dat het gas geleverd moet worden voor den prijs, dien het aan de gemeente kost. Ik zal mijne stem dan ook geven aan het voorstel om het gas tegen den kostenden prijs te leveren. Er is evenwel ook gezegd en daarmede kan ik mij ook vereenigen dat de gemeente moet zoeken naar een middel om op de een of andere wijze den druk voor de minst gegoeden minder zwaar te maken. Dat middel is mijns inziens gelegen in het geven van een rabat. Ik zie niet in, dat hierdoor aan de buitengemeenten een voordeel wordt verschaft. Men zou voor Leiden en de buitengemeenten een gasprijs kunnen vaststellen, maar daar naast zou de gemeente als overheid en niet als beheerster van de gasfabriek een rabat kunnen geven aan een deel van de Leidsche bevolking. De gasprijs zou dan gehandhaafd blijven, maar aan een gedeelte van de bevolking van Leiden zou rabat worden gegeven. Ik zou gaarne van Burgemeester en Wethouders willen vernemen, hoe zij over het invoeren van een rabatstelsel denken. De Voorzitter. De heer Bots heeft reeds de vragen be treffende de Gasfabriek beantwoord. Ik wil thans een enkel woord spreken over het rabatstelsel. Het lijkt mijns inziens het ei van Columbus; het lijkt mij het zelfde of men den gaspr ijs verlaagt met 6 cent, of dat men den gewonen prijs houdt en op dien prijs een rabat geeft van 6 cent. Het zou misschien wel heel aardig zijn om eeus uit te rekenen wat voor com- merciëel verschil hierin is gelegen, maar voor mij komt het op het zelfde neer, welk van beide stelsels men toepast. De moeilijkheid is gelegen in de levering aan de buiten gemeenten. Ik weet niet, of men voor Leiden alleen den gasprijs zou mogen verlagen en niet voor de buitengemeenten, al doet. men dit ook door middel van het geven van rabaL Wellicht, dat de Commissarissen van de Gasfabriek deze quaestie eens zouden willen bestudeeren en desnoods een rechtskundig advies inwinnen. Wanneer men aan de gemeen tenaren rabat zou geven, dan zouden de buitengemeenten hier wellicht tegenop komen en zeggen, dat dit in strijd is met het contract. Dat zij met die bewering gelijk zouden hebben, geloof ik niet, doch zeker weten doe ik het niet. Voor de gemeente blijft het evenwel het zelfde, of men den prijs voor sommige ingezetenen met 6 cent verlaagt, of een rabat geelt van 6 cent. Men moet evenwel niet vergeten, dat wij alle gevolgen van de duurte niet kunnen elimineeren, omdat daartoe het geld ontbreekt. Door de Commissarissen is de gasprijs voor de eerste 20 M® vastgesteld op 12 cent per M3. Die prijs is be trekkelijk laag. In Amsterdam is de laagste gasprijs cent. In verschillende gemeenteraden is deze quaestie van ver schillende zijden besproken geworden en men is tot de con clusie gekomen, dat men aan eene verhooging van den gasprijs niet kan ontkomen. Het spreekt van zelf, dat Burgemeester en Wethouders en de Commissarissen van de Gasfabriek en de Raadsleden het zeer onaangenaam vinden den prijs van producten, waarvan zij den prijs hebben te bepalen, te moeten verhoogen. Laat de Regeering den kolenprijs verlagen, maar daaraan denkt men niet. Dit jaar zal volgens Commissarissen de Gasfabriek komen te staan voor een tekort van 6 tonwaaruit zal dit tekort worden gedekt? Het is heel gemakkelijk te zeggen: laten wij dan eene leening sluiten. Denkt U, dat Gedeputeerde Staten eene begroo ting goed zullen keuren, die sluit met een verlies van 6 ton En dat zij toe zullen staan daarvoor eene leening aan te gaan? Wie zal er aan eene gemeente willen leenen, die op deze wijze hare financiën beheert? Overal, waar deze quaestie aan de orde is geweest, heeft men gevoeld, dat men niet beneden den kostenden prijs kan en mag leveren. Van middag heeft men gezien, hoezeer het Levensmiddelenbedrijf is tegen gevallen, en die uitgaven zullen nog vermeerderen. Voor de eerste helft van het volgend jaar is gerekend op een bedrag

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1917 | | pagina 9