306
DONDERDAG 29
NOVEMBER 19] 7.
De heer Briët. M. d. V. Ik wil alleen dit zeggen. Wanneer
Burgemeester en Wethouders meenen niet in staat te zijn
een lijn te trekken
De heer Sijtsma. Uw lijn niet.
De heer Briëtdan ben ik bereid een lijn te ontwerpen.
Het ligt mijns inziens evenwel op den weg van Burgemeester
en Wethouders deze zaak te regelen.
De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders hebben zich
bereid verklaard maatregelen te treilen. U zoudt evenwel
willen, dat Burgemeester en Wethouders deden, zooals U
het zich heeft voorgesteld. Nu is U er eenigszins veront
waardigd over, dat ik den Armenraad zou willen opdragen
met de verschillende besturen te confereeren. U zegt: er is
geen Voorzitter, maar er is toch een vice-voorzitter en een
Dagelijksch Bestuur. Het gaat niet aan, dat nu iedereen
zegt: wij doen het niet, maar gij, Burgemeester en Wethouders,
moet het maar doen. De Armenraad is mijns inziens in deze
tijden ook wel verplicht zijne medewerking te verleenen.
Niemand meer het woord verlangende, wordt de vergadering
gesloten.
N.B. Buiten de'agenda werd nog behandeld:
een voorstel betreffende het tijdelijk gebruik van de
Bethlehemskerk als opslagplaats van goederen voor
het tijdelijk Levensmiddelenbedrijf (Blz. 294).
Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.