183
3°. Mej. W. A. RUIJTENDORP, tijdelijk onderwijzeres aan
de O, L. school der 3e klasse, No. 8, te Leiden.
School 4e klasse, No. 7.
1°. Mej. .1. EP11RAIM, tijdelijk onderwijzeres aan de O, L. school
der 3e klasse, No. 1, te Leiden;
2°. Mej. M. IJ. S. VAN EWIJCK, tijdelijk onderwijzeres aan
de O. L. school der 3e klasse, No. 4, te Leiden;
3°. Mej. M. C. MARKS, tijdelijk onderwijzeres aan de O. L.
school te Voorschoten.
Onder mededeeling, dat de adviezen van den Arrondisse-
ments-Schoolopziener en de berichten van de Hoofden der
betrokken scholen in de Leeskamer ter inzage liggen, geven
wij U in overweging tot de benoemingen over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 295. Leiden, 10 December 1917.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te
deelen, dat zij geene bedenkingen heeft tegen
1°. de rekening, dienst 1916, van het H. G. of Arme Wees-
en Kinderhuis,
2°. de begrooting, dienst 1918, van genoemde instelling, en
3°. de begrooting, dienst 1918, van het Geref. Minne- of
Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis.
Zij adviseert U tot goedkeuring van die rekening en be
grootingen te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 296. Leiden, 11 December 1917.
Het bestuur der Gemeentelijke Arbeidsbeurs heeft de eer
Uw college hierbij aan te bieden ondei^staande aanbeveling
van leden en plaatsvervangende leden voor dit bestuur,
ingevolge artikel 2 der verox-dening van 9 November 1905,
tot regeling van de Arbeidsbeurs der Gemeente Leiden:
Aanbeveling voor leden werkgevers.
A. J. DEN HOLLANDER
M. C. SCHOUTEN aftredend.
N. DE ZWART.
A. TH. CAHEN.
C. W. LINDENHOFF.
J. ZITMAN.
Aanbeveling voor plaatsvervangende leden werkgevers.
A. TH. CAHEN
C. W. LINDENHOFF aftredend.
J. ZITMAN.
P. J. JANSEN.
P. G. WASSENAAR.
L. A WERNER.
Aanbeveling van leden werknemers.
C. H. KOUW.
A. KOPPIER.
H. J. v. KERKHOFF.
P. J. LUT.
B. RES1NK.
J. E. v. d. OUWEELEN.
Aanbeveling van plaatsvervangende leden werknemers.
P. J. LUT.
B. RESINK.
J. E v. d. OUWEELEN.
G. MEEUWIS.
H. C. DE JONG.
F. H. P. BOOM.
Het Bestuur der Gemeentelijke Arbeidsbeurs,
H. J. Zwiers, Voorzitter.
W. F. Schutter, Secretaris.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
N°. 297. Leiden, 12 December 1917.
Door de dames Bayer en Goddijnhuursters van het perceel
Breestraat 94, is tot ons College het verzoek gericht, de gas
verlichting in dat pand te doen vervangen door electrischen
aanleg, onder bereidverklaring f 25.'sjaars meer huur te
betalen.
Met de Commissie van Fabricage komt het ons voor, dat
tegen het van gemeentewege aanbrengen van eene electrische
Iichtleiding, waarvan de kosten geraamd worden op
f 336.50, geen bezwaar bestaat, mits de huurprijs ad f 675.
'sjaars met ingang van 1 Januari 1918 met f 25.— wordt
verhoogd en de huursters zich verbinden het perceel voor
5 jaar in te huren.
Aangezien ook tegen dit laatste bij adressanten geen be
zwaar blijkt te bestaan, geven wij U in overweging:
a. door vaststelling van nevensgaanden staat van af- en
overschrijving een bedrag van f 340.— beschikbaar te stellen
voor den aanleg van eene electrische Iichtleiding in perceel
Breestraat 94; op den post voor Onvoorziene Uitgaven is
nog 23.951.91 beschikbaar.
b. met intrekking van Uw besluit van 1 October 1914,
waarbij het perceel van jaar tot jaar werd verhuurd, het
perceel Breestraat 94 met ingang van 1 Januari 1918 voor
den tijd van 5 jaren te verhuren aan de dames Bayer en
Goddijn voornoemd tegen betaling van een huurprijs van
f 700.per jaar en verder onder de bestaande voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 298. Leiden, 12 December 1917.
Ingevolge art. 29 dpr voorwaarden, waaronder aan de Noord
Zuid-Hollandsche Tramwegmaatschappij vergunning is ver
leend tot het hebben en exploiteeren van een tramverbin
ding met bovengrondsche electrische beweegkracht, bedraagt
het maximum der vrachtprijzen voor het vervoer van, reizi
gers tusschen het eindpunt aan den Hoogen Rijndijk en het
station der H.IJ. S. M. of de Poelbrug voor één rit 7| cent
en voor twee ritten op denzelfden dag 10 cent.
Met het oog op de buitengewone stijging der kolenprijzen
en de daarmede samenhangende stijging van het bedrag, dat
de maatschappij aan de Stfedelijke Electriciteitsfabriek voor
electrischen stroom moet betalen, verzoekt de Directie ons
nu in haar ter visie liggend schrijven te willen bevorderen,
dat de twee rittenkaarten tijdelijk afgeschaft mogen worden.
Aangezien ons het verzoek der maatschappij billijk voor
komt en ook in verschillende andere gemeenten tot ver
hooging van de vrachtprijzen met het oog op de hooge kolen-
prijzen is besloten, geven wij U, onder verwijzing naar het
schrijven der Directie, in overweging goed te keuren, dat
in afwijking van het bepaalde in art. 29 der concessie de
twee rittenkaarten tijdelijk tot wederopzeggens worden afge
schaft.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 299. Leiden, 12 December 1917.
In verband met het eindigen van de levering van het druk
werk voor de gemeente, laatstelijk krachtens raadsbesluit
van 5 December 1912 (Ingek. Stukken No. 277) voor den
tijd van 5 jaren ondershands opgedragen aan den heer Eduard
IJdo, boekdrukker alhier, tegen 26 beneden het toen gel
dende tarief en verder onder de toen bestaande voorwaar
den, is door ons College overwogen, of ten behoeve van die
levering gedurende 1918 en volgende jaren eene openbare
aanbesteding moest plaats hebben, dan wel ot het werk
wederom ondershands moest worden gegund.
Daarbij bleek ons, dat het houden van eene openbare aan
besteding in de gegeven omstandigheden geen zin heeft.
Door den Nederlandschen Bond van Boekdrukkerijen toch,
waarbij alle boekdrukkers van eenige beteekenis zijn aange
sloten, zijn minimum-tarieven vastgesteld, beneden welke het
den leden verboden is drukwerk af te leveren. Eene openbare
aanbesteding zou derhalve hoogstwaarschijnlijk tot resultaat
hebben, dat uitsluitend tegen dat minimum-tarief werd
ingeschreven en dus doelloos zijn. Slechts ondershandsche
opdracht van het werk is dus feitelijk mogelijk.
Voor de gemeente zal een en ander belangrijk hoogere
uitgaven medebrengen. Volgens dezerzijds gemaakte bereke
ning zal, terwijl thans wordt geleverd tegen 20% beneden
de in de overeenkomst vermelde tarieven, waaronder de bij
levering van het papier begrepen is, in den vervolge gemid
deld 50% boven die tarieven vermoedelijk moeten worden
betaald, benevens het papier tegen marktprijs, verhoogd met
eene door den Bond vastgestelde winst.
Het drukwerk zal aan de gemeente zoodoende tenminste
100% meer kosten, dan thans het geval is.
Aan deze hoogere uitgave is echter niet te ontkomen, aan
gezien de boekdrukkers, die met, gezellen werkengenood
zaakt zijn zich aan te sluiten bij den Bond van Boekdruk
kers. De Gezellenbond verplicht n.l. zijne leden alleen bij de
aangesloten patroons te werken, zoodat het voor een 'niet
aangesloten drukker vrijwel onmogelijk is gezellen in zijn
dienst te hebben.
Aan wien moet nu de levering van hot gemeentelijk druk
werk ondershands worden opgedragen?
V