DONDERDAG 15 Zitting Tan D onder dag 15 38" ovember 1917. Geopend des namiddags te tvuee uur. Voorzitter: de heer Burgemeester Jhr. Mr. N.C. DE GIJSELAAR. Te behandelen onderwerpen: 1° Aanwijzing van leden van den Gemeenteraad om, zoo noodig, als plaatsvervangers op te treden van den Burge meester, als voorzitter van het Hoofdstembureau in het eerste kiesdistrict, voor de eventueele stemming en her stemming ter benoeming van een lid van den Ge meenteraad. 2° Benoeming van de leden en de plaatsvervangende leden van het Hoofdstembureau en van de voorzitters, leden en plaatsvervangende leden van de overige stem- bureaux in het eerste kiesdistrict, voor de eventueele stemming en herstemming ter benoeming van een lid van den Gemeenteraad. 3° Benoeming van een lid der Commissie tot wering van Schoolverzuim. (253) 4° Verzoek van Dr. W. Th. M. Weebers om bestendiging in de betrekking van Stads-Geneesheer. (256) 5° Praeadvies op het verzoek van H. Oberman om eervol ontslag als leeraar in de Nederlaridsche en Hoogduitsche talen aan de Kweekschool voor onderwijzers en onder wijzeressen. (257) 6° Praeadvies op het verzoek van A. de Priester om eervol ontslag als onderwijzer aan de school der 2e klasse voor jongens en meisjes No. 3. (254) 7° Praeadvies op het verzoek van de Maatschappij tot Exploi tatie van Staatsspoorwegen te Utrecht om vergunning tot het bouwen van een houten brandstoffenbergplaats op haar stationsterrein, Sectie M No. 2808. (260) 8° Voorstel inzake de beschikbaarstelling van gelden tot dekking van het tekort op de exploitatie der z.g. «groente tuintjes" over 1917 en de uitgifte van die tuintjes ook in 1918/(261) 9° Voorstel tot verhuring van het noordelijk gedeelte van het weiland benoorden de Decimastraat en beoosten de Kooilaan aan C. de Graaf. (262) 10° Idem als voren van de perceelen weiland onder Oegst- geest, Sectie E Nis. 42, 44 en 4697 (ged.) aan H. Filippo Fzn. (263) 11° Idem als voren van de perceelen gelegen in de Bosch- huizerpolder onder Zoeterwoude, Sectie A Nis. 4578 en 4580 aan J. Th. Oskam. (264) 12° Idem als voren van het perceel weiland aan den Rijns- burgerweg, Sectie E No. 80, aan de Wed C. Dieben— Biesiot. (265) 13° Idem als voren van de beweiding van het Schuttersveld in den Maredijkschen polder aan de Wed. C. Dieben Biesiot. (266) 14® Voorstel tot verpachting van de invordering der brug gelden aan de Zijl- of Spanjaardsbrug aan H. Tijhuis. (267) 15° Idem als voren van de invordering der tolgelden aan het Zijlhek aan W. Ramp. (268) 16° Voorstel tot toekeftning aan het Gilde der Waagwerkers van eene extra-toelage over het jaar 1917. (269) 17° Praeadvies op het verzoek van J. van Dun en C. van Oers, aannemers van den bouw van het nieuwe paviljoen en de dokterswoning op het terrein van «Endegeest", ter bekoming van een vergoeding, wegens op die werken geleden verliezen. (255) 18° Praeadvies op het verzoek van J. W. Wiggers om een gedeelte van den grond, gelegen vóór zijn perceel aan de Witte Rozenstraat, aan de gemeente in eigendom over te dragen. (270) 19° Voorstel tot het sluiten van een overeenkomst met de naamlooze vennootschap «Leidsch Dagblad", inzake de plaatsing der olficieele aankondigingen in het Leidsch Dagblad. (271) 20° Voorstel: a. tot vaststelling van de verordening op het venten met brandstoffen b. tot het doen afkondigen dier verordening onmiddellijk nadat zij is vastgesteld. (272) 21° Vaststelling van het le suppletoir kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1917. (258) NOVEMBER 1917. 275 22° Vaststelling van het Forensenkohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1917. (259) 23° Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting, dienst 1917. (252) Tegenwoordig zijn 27 leden, n.l. de heeren: Wilmer, van Tol, Sijtsma, Zwiers, van Romburgh, Reimeringer, Jaeger, Hoogenboom, Eerdmans, Botermans, Bots, Fischer, Sasse, van der Lip, van der Pot, Pera, van Hamel, Briët, Roem, de Boer, J. P. Mulder, Timp, Fokker, van Gruting, Aalberse, Huurman en Fabius. Afwezig zijn de heeren: van der Eist, wegens uitstedigheid, Boot, wegens familie-omstandigheden, en A. Mulderer is één vacature. De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering van 29 October 1917 worden goedgekeurd. De Voorzitter. Mijne Heeren. Ingekomen is eene mede- deeling van Mejuffrouw M. C. Hartevelt, meldende het over lijden van haren vader den heer J. Hartevelt Azn. Mijne Heeren. Het is U zeker evenals mij gegaan, dat U zeer overvallen waart door het bericht, dat op dien Vrijdag de ronde deed binnen de gemeente, dat de heer Hartevelt niet meer was. Nog kort te voren woonde hij steeds getrouw en met opge wektheid onze vergaderingen bij. Niemand had kunnen ver moeden, dat, toen hij de laatste vergadering niet kon bijwo nen wegens ongesteldheid, hij voortaan niet meer in ons midden zou verschijnen. De heer Hartevelt heeft van September 1913 zitting gehad in den Raad, terwijl hij voor dien tijd nog eens gedurende een half jaar lid van Uwen Raad was geweest. In al dien tijd hebben wij hem leeren kennen als iemand, die wel overwogen zijne adviezen gaf, en die zich met hart en ziel wijdde aan de belangen van de gemeente. Hij was een man, op wien men kon rekenenen en die altijd blijk gaf van de grootste onpartijdigheid. Hij heeft niet alleen deel genomen aan de publieke raadszittingen, maar ook heeft hij menigmaal deel uitgemaakt Van verschillende commissies. Pas kort geleden is hij door Uwe vergadering benoemd tot lid van de Commissie voor de Lichtfabrieken en ik meen zeker te weten, dat deze functie er nu juist eene was, waarop hij zeer veel prijs stelde. Dit toch was juist het terrein, waarop de heer Hartevelt zoo gaarne werkzaam was. Ook heelt hij geheel belangeloos waargenomen het lidmaatschap van de Commissie van Fabricage tijdens de uitlandigheid van den heer Korff; het was toen niet gemakkelijk iemand te vinden om die betrekking waar te nemen; de heer Hartevelt stelde zich evenwel daarvoor beschikbaar. Hij heeft eveneens een groot aandeel gehad in de werkzaamheden van de Commissie ad hoe, waarvan de voorstellen binnen kort be handeld zullen worden en die verbetering zullen brengen in de traktementen van de ambtenaren, beambten en werk lieden der gemeente. Is het werkelijk voor ons een groot verlies dezen man te moeten missen, een nog grooter verlies is het voor de ge meente. De heer Hartevelt was geheel en al een Leidenaar. Zijne voorouders hebben hier sinds eeuwen gewoond, en hij zelf was iemand, die veel voor de gemeente voelde en er veel voor deed. Naar uit de dagbladen is gebleken, zijn zijne laatste gedachten nog geweest voor Leiden en hare inge zetenen. Veel heeft de heer Hartevelt gedaan voor verschillende nuttige instellingen hier ter stede en hij was een groote steun voor vele gezinnen. Dit is wel de schoonste karaktertrek van dezen man, dat wat hij deed, geschiedde zonder eenigen ophef. Hij deed alles in stilte, zoodat men niet zou hebben gezegd, dat deze man, die zoo bescheiden optrad, zooveel voor de gemeente deed. Dinsdag 6 November hebben Burgemeester en Wethou ders en degenen onder U, die niet verhinderd waren, hem een laatsten groet gebracht; hij was een in werkelijkheid edelen braaf man, wiens nagedachtenis zonder eenigen twijfel bij U allen en ook bij mij in hooge eer bewaard zal blijven. Het schrijven van Mejuffrouw Hartevelt is bereids door Burgemeester en Wethouders met een brief van rouwbeklag beantwoord. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen 1°. Mededeeling van J. J. Verhage en F. H. W. Bloemink, dat zij de benoeming tot Hoofd der school 3e klasse No. 1 en 2 aannemen. 2°. Mededeeling van Mr. M. B. Vos, dat hij de benoeming tot Secretaris van het College van Curatoren van het Gym nasium aanneemt. Worden voor kennisgeving aangenomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1917 | | pagina 1