DONDERDAG 15
NOVEMBER 1917.
291
het kan voorkomen, dat sommige aardappelhandelaren hun
goede klanten uitgezochte, en daardoor betere, aardappelen
geven. Een grooter percentage aangestoken aardappelen schiet
dan voor anderen over en men scheept wellicht sommigen
daarmede af. Doch dan lijkt het mij verstandig, dat men in
zoo'n geval naar een anderen aardappelenhandelaar gaat.
Over het algemeen is mij verzekerd, dat de geelvleezige veen-
aardappelen goed zijn. Zooals ik zeg, moeten de kleiaardappelen
bewaard worden voor reserve, opdat wij op een gegeven
oogenblik niet zonder aardappelen zitten, of bevroren aard
appelen moeten eten. Komen er echter gemotiveerde klachten,
dan zal ik onderzoeken, of sommige handelaren geen misbruik
maken van de omstandigheden, om zieke aardappelen onder
de anderen te verkoopen.
De heer Briët. Ik dank U zeer voor de mededeelingen.
Niemand daarna meer het woord verlangende, wordt de
vergadering gesloten.
Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.