GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 147 INCtEEAmeS STUKKEN. N°. 217. Leiden, den 30 Augustus 1917. De Commissie voor het Stedelijk Museum »de Lakenhal" heeft de eer U te berichten dat dit jaar aan de beurt van aftreding zijn de Heeren Mr. J. A. F. Coebergh, A. L. Rei- meringer en H. W. Fischer, terwijl er nog een vacature in haar Commissie is ontstaan door het overlijden van den Heer Mr. J. Th. C. Viruly. Voor de opengevallen plaatsen hebben wij de eer U de volgende dubbeltallen aan te bevelen: Vacature Mr. J. A. F. Coebergh: 1°. Mr. J. A. F. COEBERGH, 2°. Prof. Dr. S. G. DE VRIES. Vacature A. L. Reirneringer: 1°. A. L. REIMERINGER, 2°. Mr. P. E. BRIËT. Vacature H. W. Fischer: 1°. H. W. FISCHER, 2°. Mr. A. VAN DER ELST. Vacature Mr. J. Th. C. Viruly: 1°. F. H. VERSTER, 2°. Dr. G. J. BOEKENOOGEN. De Commissie voornoemd, ,T. C. van deb Lip, Voorzitter. J. C. Overvoorde, Secretaris. Aan den Raad der Gemeente Leiden. N°. 218 Leiden, 30 Augustus 1917. Bij nevensgaand schrijven verzoekt Mej. M. A. Hoeks om eervol ontslag als onderwijzeres aan de openbare lagere school der 3e klasse, No. 4, alhier. Tegen inwilliging van dat verzoek bestaat bij ons College geen' bezwaar en wij geven U mitsdien in overweging aan Mej. M. A. Hoeks, op haar verzoek, eervol ontslag uit hare hierbovengenoemde betrekking te verleenen, in te gaan op 1 December a.s. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, den 25en Augustus '1917. Edelachtbare Heeren, Bij dezen heb ik de eer U te berichten, dat de Raad der Gemeente 's-Gravenbage mij den 13en Augustus 1.1. benoemd heeft tot onderwijzeres aan eene Openbare burgerschool aldaar. Tengevolge van die benoeming verzoek ik U beleefd mij eervol ontslag te verleenen uit mijne betrekking van onder wijzeres aan de Openbare lagere school, 3e klasse No. 4, alhier, en dat wel met ingang van den len December a.s. 't Welk doende Uw. dw. d. M. A. Hocks. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 219. Leiden, 30 Augustus 1917. Onder verwijzing naar nevensgaand schrijven van de Com missie van Beheer over de gestichten »Endegeest", «Voorgeest" en »Rhijngeest" geven wij Uwe Vergadering in overweging ons College te machtigen tot H. M. de Koningin het verzoek te richten het maximum aantal patiënten, dat in de verschil lende paviljoens van het krankzinnigengesticht »Endegeest" met inbegrip van de afdeeling voor jeugdige idioten «Voor geest" blijvend mag worden verpleegd, te vermeerderen met 18 (9 mannen en 9 vrouwen), zulks met intrekking van het besluit, waarbij tot 31 December 1917 werd toegestaan in elk der beide paviljoenen voor jeugdige idioten 6 patiënten boven het bepaalde maximum te verplegen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 24 Augustus 1917. Zooals Uw College bekend is, werd bij Koninklijk Besluit van 16 September 1915 No. 38 toegestaan dat in elk der afdeelingen voor jeugdige idioten: «Voorgeest" gedurende 1916 zes patientjes zouden worden verpleegd boven het be paalde maximum van 63, welke vergunning bij Koninklijk Besluit van 19 Januari 1917 ook voor 1917 werd verleend. De hierdoor tijdelijk vergroote plaatsruimte in «Voorgeest" is echter niet voldoende om aan alle aanvragen tot plaatsing te kunnen voldoen, zooals U nog onlangs uit ons schrijven van 23 Augustus j.l. No. 63 naar aanleiding van een des betreffende missive van Gedeputeerde Staten gebleken is. Wij zijn dan ook te rade gegaan, of niet door nog meer profijt te trekken van de bestaande localiteiten een uitbrei ding der beschikbare plaatsen ware te verkrijgen. Inderdaad zou naar onze meening het maximum der te verplegen patiëntjes zonder eenig bezwaar met nog 3 per afdeeling kunnen worden verhoogd en derhalve gebracht op 144 in totaal, zijnde 2X^2. De omstandigheid, dat de paviljoenen zeer ruim zijn ge bouwd, en dat een groot aantal der patiënten uit zeer jonge kinderen bestaat, maken deze oplossing, waarmede de Genees heer-Directeur zich volkomen kan vereenigen, mogelijk. Naar aanleiding van het bovenstaande hebben wij de eer Uw College uit te noodigen den Raad voor te stellen U te machtigen om tot H. M. de Koningin het verzoek te richten het desbetreffende Koninklijk Besluit in dier voege te wijzi gen, dat het maximum aantal patiënten van «Voorgeest" worde gebracht op 144. Met het oog op het voortdurend plaatsgebrek zou het o. i. aanbeveling verdienen, dat deze uitbreiding thans definitief in het Koninklijk Besluit werd vastgelegd. De Commissie van Beheer der Gestichten, J. C. van der Lip, Voorzitter. J. Draayer, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1917 | | pagina 22