184 DINSDAG 4 SEPTEMBER 1917. het voorjaar. In het voorjaar is het mogelijk geweest door de groote en welwillende medewerking van verschillende in richtingen hier ter stede op zeer eenvoudige wijze de proef te nemen met eene centrale keuken. Men had daarbij het voor deel geen kosten te behoeven te maken voor het zich aan schaffen van eene eigene installatie, maar bovendien had men het groote voordeel te kunnen beschikken, over personen, die van het bereiden van spijzen verstand hadden. Wanneer men nu eene eigene installatie gaat maken, loopt men gevaar, wanneer men niet beschikken kan over uitstekend personeel, dat de spijzen niet in den smaak van het publiek zullen vallen. Daarom zou ik willen weten of het wel nood zakelijk is, dat men in Leiden, dat in zoo bijzonder gunstige conditie verkeert, doordat hier inmaakfabrieken zijn, overgaat tot het maken van eene eigene installatie, waar die inrichtingen in het voorjaar zoo goed hebben medegeholpen. Ik zou liever willen, dat men met het verstrekken van spijzen een veertien dagen later begon en dat er dan gebruik werd gemaakt van diezelfde inrichtingen, die zoo goed hebben voldaan. Ik acht het eene hachelijke onderneming om een gebouw te gaan huren en personeel aan te gaan stellen, waar men niet weet, hoe de zaak loopen zal. Wanneer het goed zal zijn, dan moet het eten op verschillende plaatsen in de stad gereed worden gemaakt. Dat zou veel gemakkelijker werken. Er zijn tal van details, die onder de oogen moeten worden gezien, ten einde, eene goede uitvoering der plannen te kunnen verkrijgen,„waarover thans niet in een enkel woord gesproken kan worden. Daarom zou ik willen weten, of het niet mogelijk is deze zaak even te laten rusten, totdat wij wat meer zullen vernomen hebben van de plannen van de Commissie. Dat er iets moet gebeuren, Mijnheer de Voorzitter, ben ik volkomen met U eens. De heer Pera. M. d. V. Ik wil verklaren, dat ik bezwaar moet maken met het voorstel van Burgemeester en Wethouders mede te gaan omdat wij hoegenaamd geen overzicht hebben van de kosten aan dit voorstel verbonden. Wij doen een sprong in het duister en ik meen, dat dit te gevaarlijker is. In zoo verre ben ik het met den heer Eerdmans eens, dat het dienstig zou zijn eerst eens wat meerdere gegevens te ontvangen om dan naar aanleiding daarvan een besluit te nemen. Ik vind het wat al te veel gevergd van den Raad om te verlangen dat men klakkeloos mee zal gaan met het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De heer Jaeger. M. d. V. Zonder verdere preciseering wil ik U zeggen, dat ik niet mede zal gaan met dit voorstel van Burgemeester en Wethouders. Ik sluit mij geheel aan bij het geen de heer Eerdmans heeft gezegd. Er is ook nog een technisch bezwaar aan het voorstel van Burgemeester en Wethouders verbonden, dat door de commissie niet onder de oogen is gezien Ik geloof, dat er heel moeilijk te komen zal zijn aan de verschillende ingrediënten, die voor een dergelijke inrichting noodig zullen zijn. De Voorzitter. Dat weet ik ook wel. Wanneer de ingre diënten niet te krijgen zijn, komt er geen centrale keuken. De zaak is deze, dat Burgemeester en Wethouders machtiging vragen aan den Raad om aan de Commissie gelden te geven voor de oprichting van zulk eene centrale keuken. Nu kan men wel eerst allerlei plannen gaan ontwerpen, maar dan wórdt het tijdstip van in werking treden zooveel later. Is dat de wensch van den Raad, dan moet de Raad dat weten, maar Burgemeester en Wethouders meenden, dat in deze zaak spoed betracht moest worden. Met 1 October zullen wij waar schijnlijk in verband met de bepalingen der kolendistributie minder gas krijgen. In verband met de besparing van brand stof meen ik, dat dit eene zaak is van het grootste belang; daarom hebben Burgemeester en Wethouders gemeend, dit voorstel aan den Raad te moeten doen. Is de Raad van eene andere meening, dan is het het beste dat de Raad zich hier over uitspreekt en dit voorstel verwerpt. In verband met hetgeen de heer Sijtsma heeft gezegd, wil ik wel zeggen het volkomen eens te zijn met den heer Eerd mans, dat hier vergeleken bij andere plaatsen bijzonder goed eten is verschaft. Dit is algemeen bekend en wordt ook ge apprecieerd. Menschen, die het eten in Rotterdam hebben geproefd, vonden het hier beter. Dezen winter zal men het eten niet meer kunnen geven voor den prijs, waarvoor het verleden jaar beschikbaar werd gesteld. Het eten zal ook niet zoo goed meer worden klaar gemaakt als het vorige jaar, toen het geschiedde door menschen, die met dat werk zoo bekend zijn, waarbij nog komt, dat zoo noodig de in grediënten er gratis bij werden geleverd. De wijze, waarop die fabrikanten zijn tegengewerkt, zal oorzaak zijn, dat er dit jaar bij hen weinig animo zal zijn om wederom hunne medewerking te verleenen. Ik vermoed, dat zij er niet voor te vinden zullen zijn weder hunne fabrieken ter beschikking te stellen. Wanneer evenwel het crediet wordt verleend, zal dit worden verzocht. Het zou geld wegwerpen zijn, wanneer men van eene dergelijke gelegenheid geen gebruik maakte. In andere plaatsen kan het niet omdat men daar dergelijke fabrieken niet heeft. Wij zullen probeeren de centrale keuken weer op dezelfde wijze opgericht te krijgen als verleden jaar. Door de pers is ons toen verweten, dat wij het op een koopje dedennu zal men ons misschien gaan verwijten, dat wij het geld wegwerpen. Het zou geld verspillen zijn een eigene installatie te gaan maken, wanneer het niet noodig is. Wil men het geld besteden, dan kan dit op eene andere wijze beter worden gebruikt. De heer Sijtsma heeft gesproken van een fiasco van de centrale keuken. Ik ben het evenwel geheel eens met den heer van der Pot, dat wanneer naar verhouding het aantal porties hier gebruikt even groot is als dat in Amsterdam gebruikt, het resultaat niet slecht is te noemen. Het is overal zoo gegaan als hier. De eenige plaats, waar de centrale keuken nog bestaat is den Haag. In Wormer was de centrale keuken al overleden, toen deze hier nog moest worden opgerjcht, en hier was men er al mede opgehouden, toen men in andere plaatsen nog moest beginnen. Men heeft expres geklaagd. Er werd gezegd: er wordt in de fabrieken geknoeid, en van gemeentewege zou het veel beter gaan. Ik zou zeggen: het omgekeerde is het geval. Maar de vraag is: wat noemt men van gemeentewege? Men wilde van lief dadigheid niets weten. Toen er geld voor de keuken werd aangevraagd, heb ik betoogd, dat het eene instelling was, die van gemeentewege werd opgerichthet eenige verschil is, dat eenige menschen zoo welwillend zijn geweest om een gedeelte van de kosten voor hunne rekening te nemen. Van gemeente wege wil toch zeggen, dat de gemeente de kosten betaalt; dat is hier gebeurd, zoo goed als in Amsterdam. Daar moest men evenwel overgaan tot het bouwen van barakken, omdat men niet als in Leiden de beschikking had over fabrieken. In Nijmegen zal dit jaar eene centrale keuken worden opge richt. Daar doet zich het vreemde verschijnsel voor, dat de gemeente geeft het gebouw en eene bijdrage in de kosten. Daar heeft men de meest hartelijke medewerking van dezelfde categorie van menschen, die hier alles afkeuren. Het moest en zou hier gaan als in Amsterdam, anders was het niet goed. Men moest eene centrale keuken hebben gevestigd in barakken. Wij hebben er naar gestreefd het voedsel zoo goedkoop mogelijk te kunnen verschaffen, zoodat men niets meer be hoefde te betalen dan de kosten der ingrediënten. Nu mag men toch niet zeggen, dat men is afgezet. Wil men de porties nog goedkooper geven, dan moet er toeslag gegeven worden en dan krijgt men bedeeling. Het schijnt heel moeilijk te zijn om persoonlijke quaesties te scheiden van zakelijke aange legenheden. Het aantal personen, die van de centrale keuken gebruik maakten, nam gaandeweg af evenals in andere plaatsen. Toen moesten de fabrieken voor iets anders gebruikt worden en toen stond men voor de vraag: wat moet er nu gebeuren. Men was van oordeel, dat het voor het luttel aantal menschen, die nog van de keuken gebruik maakten de moeite niet was barakken op te richten. Om nu op de zaak zelve terug te komen. Burgemeester en Wethouders hebben er niets tegen, wanneer de Raad eerst verlangt meer uitgewerkte plannen te ontvangen. Het is het beste, dat er bij stemming wordt uitgemaakt, wat de Raad wil. Ik wil even opmerken, dat er bij meer gewichtige zaken blanco crediet is gegeven. Een vorig maal is dit nog geschied ten opzichte van de distributie van klompen en sajet. Door de Regeering is wel 80 millioen -aangevraagd zonder dat in details is mede gedeeld op welke wijze dit geld zou worden besteed. Ook wij zullen het geld niet over den balk werpen. Ik voor mij heb liever, dat de plannen door den Raad zijn goedgekeurd, dan zijn Burgemeester en Wethouders van de verantwoordelijk heid af en dan kan men niet later zeggen: wat zijt gij duur geweest. Wij wenschen slechts dat deze zaak zoo spoedig mogelijk tot stand zal komen, zoodat de menschen, die van de centrale keuken gebruik wenschen te maken, veel beter eten zullen kunnen krijgen dan zij thuis in staat zijn te be reiden. Er zullen natuurlijk wel altijd menschen zijn, die zeggen: het is slecht. Maar wij moeten er ons maar niets aan gelegen laten liggen, of wij beklad worden of niet. Wij weten wel welke menschen het zeggen en van welke zijde die lasteringen komen. Het zijn de menschen, die zich ge woonlijk van de gemeentebelangen het minste aantrekken. Maar hoe het ook zij, laten wij door stemming uitmaken wat de Raad wenscht. Is de meerderheid van den Raad er tegen, dat nu een blanco crediet wordt gegeven en wil men liever dat eerst plannen bij den Raad worden ingediend, dan zal dit gebeuren, maar dan wordt het tijdstip van in werking treden noodzakelijkerwijze vertraagd. Ik breng thans in stem ming het voorstel gelijk dit door Burgemeester en Wethou ders spoedeischend is gedaan. De beraadslaging wordt geslot«n.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1917 | | pagina 20