182
DINSDAG 4 SEPTEMBER 1917.
dat men niet eerder met dit voorstel bij den Raad had kunnen
komen, daar eerst na afloop van de tweede toelatingsexamens
en herexamens de noodzakelijkheid is gebleken van splitsing
der klassen. Ten dien opzichte ben ik gerustgesteld en tevreden.
Ik dank U, Mijnheer de Voorzitter.
De heer van der Lip. Zooals de heer Eerdmans zal weten,
zijn de lessen aan het Gymnasium heden begonnen. Of nu
hedenmorgen de hier aanbevolen leeraren reeds les gegeven
hebben, weet ik niet. Onmogelijk is dit echter niet.
De heer Fokker. Zij hebben reeds eerder les gegeven.
De beraadslaging wordt gesloten.
Wordt benoemd voor den tijd van één jaar, ingaande 1
September 1917, de heer dr. C. de Jong met 28 stemmen, 2
biljetten waren in blanco.
De Voorzitter. Ik stel voor de jaarwedde van den heer de
Jong vast te stellen op f 100.per wekelijksch lesuur.
Wanneer niemand hier tegen bezwaar heelt, wordt aldus
besloten.
(De heer Timp verlaat de vergadering).
XXIII. Benoeming van een tijdelijk leeraar in de oude
talen aan het Gymnasium en vaststelling van diens jaarwedde.
(Zie Ing. St. No. 220)-
Wordt benoemd voor den tijd van één jaar de heer W.
Rietveld, met 26 stemmen, 1 biljet was van onwaarde en 1
biljet was in blanco.
(Eén lid bleek niet aan de stemming te hebben deelgenomen).
De Voorzitter. Ik stel voor de jaarwedde van den heer
Rietveld vast te stellen op 100.per wekelijksch lesuur.
Wanneer niemand hier tegen bezwaar heeft, wordt aldus
besloten.
XXIV. Benoeming van een tijdelijk leeraar in de geschiedenis
en aardrijkskunde aan het Gymnasium en vaststelling van
diens jaarwedde.
(Zie Ing. St. No. 220).
Wordt benoemd voor den tijd van één jaar de heer Jhr.
P. J. van Winter met 26 stemmen, 2 biljetten waren in blanco.
(Eén lid bleek niet aan de stemming te hebben deelgenomen).
De Voorzitter. Ik stel voor de jaarwedde van den heer
van Winter vast te stellen op ƒ100 per wekelijksch lesuur.
Wanneer niemand hier tegen bezwaar heelt, wordt aldus
besloten.
Hoewel er 29 leden tegenwoordig zijn, worden er maar 28
stembriefjes in de bus gevonden.
Voor de regelmaat is het beter, dat, wil men zijne stem
niet uitbrengen, men een blancobriefje in de bus werpt. Dit
is beter ter voorkoming van verwarring. Het is hier altijd
gebruik geweest, dat wie aanwezig is, zijne stem uitbrengt.
Wij zijn thans aan het einde der benoemingen gekomen.
Het stembureau heeft eene zware taak gehad. Ook namens
den Raad dank ik het stembureau zeer voor de flinke wijze,
waarop het zich van zijne taak heeft gekweten.
(Teekenen van instemming.)
XXV. Verzoek van Mej. M. A. Hoeks om eervol ontslag als
onderwijzeres aan de school der 3e klasse No. 4.
(Zie Ing. St. No. 218.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
XXVI. Rekening, dienst 1916, van de Vereeniging tot Be
vordering van den Bouw van Werkmanswoningen.
(Zie Ing. St. No. 214.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
(Tijdens de behandeling van dit punt had de heer van der
Pot tijdelijk de vergadering verlaten.)
XXVII. Voorstel om Burgemeester en Wethouders te machti
gen tot H. M. de Koningin het verzoek te richten het maximum
aantal patiënten, dat in de verschillende paviljoens van het
krankzinnigengesticht »Endegeest", met inbegrip van de af-
deeling voor jeugdige idioten »Voorgeest", mag worden ver
pleegd, te vermeerderen met 18.
(Zie Ing. St. No. 219.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
De Voorzitter. Alvorens tot het laatste punt van de agenda
over te gaan, wensch ik een voorstel te doen naar aanleiding
van een schrijven, dat door Burgemeester en Wethouders is
ontvangen van de commissie voor de volksvoeding.
Dat schrijven luidt aldus:
»Wij hebben de eer'Uw College te berichten, dat het binnen
korten tijd opnieuw in werking stellen van een zoogenaamden
Centralen Keuken door onze Commissie zeer gewenscht wordt
geacht. Ofschoon toch de hiermede in het voorjaar genomen
proef, om redenen welke hier ter zijde kunnen worden ge
laten, niet geheel aan de verwachting heeft beantwoord, zijn
sedert de omstandigheden, in het bijzonder met betrekking
tot de brandstofvoorziening, zoozeer ten nadeele veranderd, dat
een herhaling alleszins gerechtvaardigd schijnt. In tal van
plaatsen in ons land houdt men zich dan ook met de oprichting,
hetzij voor het eerst hetzij opnieuw, van centrale kookgelegeri-
heden onledig.
Zooals U bekend is, kon in het voorjaar gebruik worden
gemaakt van de fabriek en ten deele ook van het personeel
van de N. V. voorheen W. Hoogenstraaten en Coeen enkele
maal bijgestaan door de firma Tieleman en Dros. Dit zal thans
niet mogelijk zijn, omdat deze fabrieken in het najaar nog
volop werk hebben en bovendien komt het ons vóór, dat een
centrale keuken onder de huidige omstandigheden een zaak
van zóó groot algemeen belang wordt, dat zijn bestaan niet
afhankelijk mag zijn van de gastvrijheid, welke toevallig tijdelijk
in een fabriek kan worden genoten. Kwam hieraan wellicht
midden in het winterseizoen door welke reden dan ook, een
einde, dan zou het inrichten van een eigen centrale keuken
vermoedelijk met meer bezwaren gepaard gaan, dan op dit
oogenblik en daarbij zou het bedrijf op een zeer ongelegen
tijdstip tijdelijk moeten worden gestaakt.
Onder deze omstandigheden zou het ons het doelmatigst
voorkomen indien de noodige gelden ter beschikking van onze
Commissie werden gesteld om een eigen, niet van particulieren
afhankelijke keuken in te richten, welke overigens werken zal
volgens de regelen, die uitzicht geven op de subsidie van drie
vierden der kosten van het Kon. Nat. Steuncomité. Aange
nomen dat een bestaand gebouw voor dit doel geschikt wordt
bevonden en tegen niet te hoogen prijs kan worden gehuurd,
zullen nochthans de installatie en het personeel niet onbe
langrijke en nog bezwaarlijk te begrooten uitgaven mede
brengen,. ook al vertrouwen wij dat voor de distributie
wederom op vrijwillige particuliere hulp mag worden ge
rekend. Wij verzoeken Uw College mitsdien een voorstel bij
den Raad aanhangig te willen maken, opdat ons het noodige
crediet hiertoe worde geopend."
Ingevolge dit schrijven stel ik namens Burgemeester en
Wethouders voor, goed te keuren, dat een centrale keuken
wordt ingericht in den geest als door de Commissie aangegeven.
De benoodigde gelden zullen te zijner tijd bij U worden aan
gevraagd.
Ik verzoek U dit voorstel als spoedeischend te willen be
schouwen.
Indien niemand er tegen is, is tot dadelijke beraadslaging
besloten.
De heer Sijtsma. M. d. V. De vorige centrale keuken is,
hoeveel sympathie men er bij de oprichting ookvoor koesterde,
schromelijk mislukt. De oorzaken van die mislukking worden
nu niet genoemd en ik had daarover nu wel eens iets willen
hooren. Er zijn fouten gemaakt en wanneer deze zich weer
herhalen, dan ben ik bang, dat het thans weer op een mis
lukking uit zal loopen. Dan zijn er groote kosten gemaakt,
de gemeente en het Steuncomité hebben weinig succes van
hun werk en de bevolking profiteert er niet van. Ik wil hier
niet alle fouten gaan opsommen, die aan de eerste keuken
kleefden, maar op een er van wil ik wel wijzen. Ik heb dit
zet ik voorop de oprichting van de centrale keuken met groote
sympathie begroet. Ik ben er dadelijk heengegaan om den eersten
maaltijd te zien uitreiken, waarvan veel deelneming was, en heb
even later verschillende menschen gesproken die er porties hadden
gehaald en hun oordeel vernomen. Van alle kanten werd er ge
zegd maar is dat nu eten die erwten zijn niet te gebruiken. Ik heb
er mij zelf van overtuigd dat deze menschen gelijk hadden. Nu
was het eene zaak van groot belang geweest, wanneer men had
zorg gedragen, dat de eerste maaltijd van dien aard was, dat
deze een recommandatie voor de centrale keuken mocht worden
genoemd. Daarvoor had de Commissie tegen eiken prijs moeten
zorgen. Ook zijn er later nog wel andere fouten gemaakt, maar
daarover wil ik nu niet oordeelen. Ik had thans echter meer
dere inlichtingen wenschelijk geacht. Wij gaan weer met de
zelfde Commissie in zee en. wanneer dan weer de zelfde weg
wordt bewandeld, dan gaan wij groote kosten maken, terwijl
men al haast vooruit kan zeggen, dat de zaak over een maand