94 c. Suppletiepensioenen aan op 1 October 1913 in dienst zijnde gemeenteambtenaren toe te kennenf 230.86 Aan suppletiepensioenen moest 230.86 meer worden betaald, dan geraamd was. e. Uitkeering van bijdragen aan het Rijksfonds 2076.386 De uitkeering van de bijdragen voor eigen pensioen aan bet Rijksfonds, voor 1916 geraamd op 5600.bedroegen ƒ8474.766, d. i. ƒ2874.765 meer, tengevolge van de toeneming van het aantal vaste ambtenaren, beambten en werklieden en de toekenning van periodieke traktementsver- hoogingen. Daarentegen bleef de uitkeering van de bijdra gen voor de weduwen- en weezen pensioenen 798.38 beneden de raming. De werkelijke uit gaaf bedroeg 29201.62, terwijl een bedrag van f 30000.was uitgetrokken. Eene verhooging van het artikel met 2874.766 798.38 2076.386 is dus noodig. Volgn. 232a. Uitgaven in verband met de huis vesting der militairen in gemeentegebouwen en verdere uitgaven van fabricageverband houdende met de buitengewone tijdsomstandigheden 8578.53 De uitgaven op dit artikel hebben bedragen 108578.53. Een bedrag van 100.000.was uitgetrokken. Voor de huisvesting van militairen in gemeentegebouwen is aan het Rijk in rekening gebracht 103710.436. Geraamd was ƒ87000. -. Volgn. 232c. Uitgaven in verband met de boter kaas, melk en regeeringsvetvoorziening 19.34 Eene aanvulling van dit artikel met 19.34 is alsnog noodig. Volgn. 232d. Uitgaven in verband met de aard appelen, groenten, peulvruchten, visch, grutters waren e. d. en gemeentevetvoorziening 54.91 Eene nagekomen rekening maakt eene ver hooging van den post met ƒ54.91 alsnog noodig Volgn. 233. Andere uitgaven niet onder de vorenstaande behoorende26.65 Dit artikel zal nog met 26.65 moeten worden aangevuld. Volgn. 263. Aankoop van een gedeelte van het perceel Sectie B No. 2083, grenzende aan de Tweeling straat en van het pakhuis in de Twee lingstraat, Sectie B No. 62868.02 Ten behoeve van den aankoop van bovenbe doelde perceelen, werd bij Raadsbesluit van 23 November 1916 een bedrag van ƒ6114.toege staan. Met inbegrip van de kosten van overdracht en die van opmeting van het terrein is echter een bedrag van 6182.02 noodig, weshalve een aanvulling van het artikel met 68.02 nood zakelijk is. In verband met deze verhooging zal ook de post «Geldleening ter voorziening in de kosten van buitengewone werken" met gelijk bedrag moeten worden verhoogd. Het totaal der voorgestelde verhoogingen be- draagt derhalve68853.44 In deze hoogere uitgaven kan worden voorzien 1° door de hoogere opbrengst van de navol gende begrootingsposten Volgn. 3. Huur of pacht van landerijen 309.29 Volgn. 7. Pacht van de jacht en visscherij. 556.63 Volgn. 18. Havengeld1480.38 Volgn. 24 Schoolgelden a. Voor lager onderwijs929.56 b. Voor middelbaar onderwijs292.62 g. Voor de school voor zwakzinnigen. 136.01 Volgn 30. 40 opcenten op de hoofdsom der belasting op de gebouwde eigendommen449. Volgn. 33. Hoofdelijke Omslag1000. Volgn. 36. Uitkeering van het Rijk, overeen komstig de artt. 1 tot en met 9bis der wet van 24 Mei 1897 Staatsblad No. 156, aangevuld bij art. 4 der wet van 3 Juni 1905 Staatsblad No. 151). 742.716 Volgn. 39. Bijdrage van het Rijk, krachtens art. 48, ie lid, sub 2° der wet op het Lager Onderwijs in de kosten van schoolbouwvoor zoover die uit de gewone middelen worden be streden 446. Volgn. 44. Bijdrage van het Rijk voor het Gymnasium1894. Volgn. 47. Bijdrage van het Rijk in de jaar- lijksche kosten der buitengewone school voor zwak zinnige kinderen2057.59 Volgn. 49. Bijdrage voor bijzondere doeleinden door Rijk, Provincie, instellingen of bijzondere personen verstrekt Volgn. 55. Pensioensbijdragen van de gemeente ambtenaren. 1 Bijdragen voor eigen pensioen: b. van de na 4 Mei 1913 vast aangestelde ge meente-ambtenaren Volgn. 58b. Terugbetaling door het Rijk van de uitgaven in verband met de huisvesting der militairen in gemeentegebouwen Volgn. 59. Andere ontvangsten niet tot de vorenstaande behoorende Volgn. 64. Geldleening ter voorziening in de kosten van buitengewone werken (in verband met de verhooging van volgn. 263) 310.10 1026.85 16710.43 3000.— 68.02 31409.196 2°. door overschotten op de navolgende uitgaaf posten Volgn. 83. Kosten van aanplakken en omroepen f 221.56 Volgn. 93. Kosten van verteringen ten behoeve van het bureau van stemopneming450. Volgn. 106. Relooning van de Inspecteurs, dienaars en verdere beambten van politie, mits gaders van de veldwachters4210.02 Volgn. 107. Kleeding en uitrusting der politie dienaars en veldwachters 1000. Volgn. 114. Belooning en premiën aan brand meesters en brandspuitlieden1600. Volgn. 130. Jaarwedden van het personeel ten dienste van het beheer der openbare werkenvoor zoover niet onder de volgende artikelen begrepen 1673.115 Volgn. 432. Onderhoud van straten en pleinen 2800. Volgn. 148a. Uitgaven voor het Openbaar Slachthuis6538.79 Volgn. 481. Uitgaven voor volksfeesten 700. Volgn. 489. Kosten van ziekenverpleging 1225.60 Volgn. 495. Subsidie aan werkhuizen en der gelijke armeninrichtingen600. Volgn. 499. Kosten van den armenraad voor de gemeente Leiden300. Volgn. 247. Rente van tijdelijk ter voorziening van kasgeld opgenomen gelden1639.106 22958.25 3°. door vermindering van den post voor Onvoorziene Uitgaven' (volgn. 235) met Op dezen post is thans nog een bedrag van f 15395.09 beschikbaar. Door hoogere ontvangsten wordt dus gedekt een bedrag van door overschotten op uitgaafposten en door afschrijving van «Onvoorzien" te zamen 14485.996 31409.196 22958.25 14485.996 68853.44 Wij geven U thans in overweging tot de voorgestelde ver hoogingen te besluiten door vaststelling van den hierbij over- gelegden begrootingsstaat, model C. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 133. Leiden, 6 Juni 1917. Voor de benoeming van een onderwijzer met hoofdakte en akte Fransch aan de openbare Jongensschool 2e klasse alhier, ter vervulling van de vacature, welke is ontstaan tengevolge van het overlijden van den heer H. Th. van Urk en voort durende door het niet aannemen der benoeming door den heer Th. J. Willems, hebben wij de eer U, in overleg met den Arrondissements-Schoolopziener, na ingewonnen bericht van het Hoofd der school, de volgende voordracht aan te bieden: 1°. G. DE GROOT, onderwijzer te Leeuwarden; 2°. J. BEENHAKKER, onderwijzer te Culemborg; 3°. R. KEUNING, onderwijzer te Assen. Met verwijzing naar de desbetreffende, in de Leeskamer ter inzage liggende stukken, verzoeken wij D alsnu tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1917 | | pagina 4