120
DONDERDAG
31 MEI 1917.
dat de toestand waaronder hunne gezinnen leven, middel-
eeuwsch en voor een stad als Leiden schandelijk moet
worden genoemd;
dat zij ernstig protesteeren tegen de manier waarop hunne
belangen door de autoriteiten worden verwaarloosd, waar
nog steeds wordt geweigerd hun gasleiding te verschaften;
dat daardoor hunne vrouwen niet in staat zijn, door ge
brek aan petroleum, brandstoifen en gasleiding, 's morgens
en s'avonds warm drinken en s'middags warm eten klaar te
maken
dat daardoor de mannen zonder warm drinken naar werk
en de kinderen naar school moeten gaan;
dat door hen alles wat mogelijk is gedaan is om in den
onhoudbaren toestand verbetering te brengen;
dat mondelinge en schriftelijke verzoeken zijn gericht tot den
Wethouder van Fabricage, den Directeur van het Levens-
middelenbedrijf, de Brandstoffen-commissie en Commissarissen
der Lichtfabrieken, alles evenwel zonder eenig resultaat;
dat zij door alle autoriteiten met een kluitje worden in
't riet gestuurd en aansluiting aan de gasleiding wordt af
gewezen op motieven, .welke getuigen van absoluut gemis
aan besef van den onhoudbaarheid der toestand
dat zij ten einde raad hebben overwogen, als protest tegen
de manier waarop hunne belangen door de autoriteiten worden
verwaarloosd, de betaling der huishuur te slaken, tot hun gas,
brandstoifen of petroleum zou zijn verstrekt;
dat zij evenwel menen voor tot dezen daad wordt over
gegaan nog een laatste poging te doen, door een beroep in
te stellen op den Gemeenteraad;
verzoeken Uwen Raad met den meesten aandrang, zich het
lot der Rijndijkstraat-bewoners ernstig aan te trekken en
zulke maatregelen te nemen, dat hen binnen den korstmoge-
lijken tijd aansluiting aan de gasleiding of voldoende petroleum
en brandstoifen wordt, verstrekt
't welk doende
H. Lacourt.
Volgen de namen van nog 75 adressanten.
De Voorzitter. Mijne Heeren: De eerste onderteekenaar
van het adres is ten gemeentehuize gekomen en daar is hem
geantwoord, dat er natuurlijk geen petroleum te krijgen is,
evenmin voor hem als voor alle anderen omdat er op het
oogenblik nu eenmaal geen petroleum is. Verder is hem ge
zegd, dat, als de omstandigheden anders waren, in het alge
meen gas zou kunnen worden verkregen, op voorwaarde dat
de huisheer den aanleg van de leiding betaalde. Hij is dan
ook gegaan naar den directeur van de gasfabriek, van wien
hij vernam, dat, ook al betaalde de huisheer de leiding, in de
tegenwoordige omstandigheden geen gas kon worden verschaft,
omdat er niet voldoende materiaal aanwezig is.
Men heeft hem toen aangeraden naar de brandstoffen-
commissie op de Hooigracht te gaan, omdat hij volgens de
advertentie, welke Donderdag in de bladen had gestaan, dan
geholpen zou worden.
Toen de heer Lacourt deze mededeelingen had gekregen,
zeide hijdan wil ik dat adres liever niet zenden. Maar daar
het aan den Raad gericht is, heb ik gemeend er hier mede-
deeling van te moeten doen en U eens te moeten laten zien
op welke lichtzinnige wijze en in welke alleronvriendelijkste
bewoordingen geadresseerd wordt. De tijdsomstandigheden
worden niet geschapen door de stedelijke autoriteiten; deze
betreuren die ongelukkige omstandigheden ook, maar zij
kunnen er niets aan doen.
Verder kan ik mededeelen, dat voor de bewoners van de
Rijndijkstraat in zooverre wordt gezorgd, dat proeven zijn
genomen met het branden van turf. Nu zijn eenige kachels
niet geschikt voor turf en daarvoor is dan ook, voor zoover dat
kan, cokes beschikbaar gesteld. Voor zoover dus in deze omstan
digheden mogelijk is, zijn die menschen geholpen kunnen worden.
Tenslotte wil ik nog mededeelen, dat ik een van de be
woonsters van de Rijndijkstraat, een juffrouw, bij mij kreeg.
Ik vroeg haar waarom zij, als zij iets wilde vragen, dat op
zulk een ongemanierden toon deed, waarop zij antwoordde:
ik heb het adres niet gezien, ik heb dat blaadje alleen ge-
teekend. Ik heb toen gezegd: dat is wat anders, dan kunt gij
het niet helpen.
Waar adressanten, zooveel als dat in deze omstandigheden
mogelijk is, zijn geholpen, stellen Burgemeester en Wethouders
voor dit adres voor kennisgeving aan te nemen.
De heer van der Pot. M. d. V. De weigering tot gaslevering
is dus niet gegrond op de omstandigheid, dat de straat niet
voldoende breedte bezit? Dit laatste was vroeger een bezwaar
tegen het verschaffen van gas. Die reden heeft, als ik U goed
begrepen heb, met het oog op de buitengewone tijden thans afge-
gedaan; de eenige grond voor de weigering is het niet be
schikbaar zijn van het benoodigde materiaal. Gaarne zag ik
nog uitdrukkelijk door U bevestigd, dat deze opvatting juist is.
De Voorzitter. Ja, omdat wij in de tegenwoordige omstan
digheden verkeeren, maar onder andere omstandigheden wordt
wel degelijk aan die voorwaarde van een voldoende straat
breedte vastgehouden, omdat wij anders nooit verbetering in
de woningtoestanden zouden kunnen brengen. Indien de voor
raad materiaal voldoende was, zouden de eigenaren der huizen
de leidingen kunnen laten aanleggen. Wij hebben meer van
die gevallen. Als burgemeester ben ik regent van het Spekhofje
en daar heb ik, om de menschen in deze tijden te helpen
het was een veel kortere leiding dan in dit geval gas
laten aanleggen.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
praeadvies besloten.
2°. Adres van Mevr. VosmaerRoëll houdende bezwaren
tegen de invordering van grondrente voor het perceel Rapen
burg No. 83.
Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders
ter afdoening.
3°. Verzoek van J. Baak Jzn. om eervol ontslag als Hoofd
der school 3e kl. No. 2.
Wordt gesteld in handen van Burgemeestér en Wethouders.
4°. Adres van de afd. Leiden van het Nat. Verbond van
Gemeente-Ambtenaren in Nederland en van die van den
Bond van Technici, houdende mededeeling van een motie, in
zake de concept-verordening regelende den rechtstoestand van
de ambtenaren der gemeente Leiden.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
5°. Amendementen van Mr. A. van der Eist, de heeren Mr. P.
E. Briët, W. Pera en J. P. Mulder, van den heer K. Sijtsma en
van Mr. O. W. van der Pot op de concept-verordening.
Zullen worden behandeld bij punt 26.
6°. Verzoek van het Centraal-Bureau van advies voor den
Middenstand op administratief, technisch en juridisch gebied
te 's Gravenhage om toekenning van een subsidie van ƒ500.
ten behoeve van het filiaal te Leiden.
Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders.
7°. Motie, aangenomen in de openbare vergadering van
ambtenaren in dienst der gemeente Leiden, gehouden op
Dinsdag 29 Mei 1917, in zake de concept-verordening rege
lende den rechtstoestand van de ambtenaren der gemeente
Leiden.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
Aan de orde is thans:
I. Verzoek van G. M. Kosters om eervol ontslag als leeraar
in het teekenen aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens
en aan de afd. B van de Kweekschool voor onderwijzers en
onderwijzeressen.
(Zie Ing. St. No. 124.)
De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders stellen voor
dit ontslag eervol te verleenen onder dankbetuiging voor de
goede diensten door den heer Kosters aan het onderwijs in deze
gemeente bewezen.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
II. Verzoek van K. de Haan om eervol ontslag als lid der
schattingscommissie, bedoeld in art. 57 der Wet op de Inkom
stenbelasting 1914.
(Zie Ing. St. No. 110.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
III. Verordening, houdende wijziging van de verordening
vari 30 October 1913 (Gem. Blad no. 35), regelende de samen
stelling van de bureaux van Gemeentewerken, van de Ge
meentelijke Reiniging en voor het Bouw- en Woningtoezicht, en
de bezoldiging van de aan die bureaux verbonden ambtenaren.
(Zie Ing. St. No. 126.)
Algemeene beschouwingen worden niet gevoerd.
De artikelen 1 en 2 en vervolgens de geheele verordening
worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming aangenomen.
IV. Aanwijzing voor leden van den gemeenteraad om, zoo
noodig, als plaatsvervangers op te treden voor den Burgemeester,
als Voorzitter van het Hoofdstembureau voor de eventueele