128
DONDERDAG
31 MEI 1917.
Tegen stemden de heeren Reimeringer, Hartevelt, van
Romburgh, van Hamel, Fischer, Hoogenboom, Pera, Bots,
Huurman, van der Lip, Roem, Briet, J. P. Mulder en Fabius.
Vóór stemden de heeren Botermans, van der Pot, Vergouwen,
Fokker, Sijtsma, van der Eist, van Gruting, van Tol en Zwiers.
XXVI. Verordening, regelende den rechtstoestand van de
ambtenaren der gemeente Leiden.
(Zie Ing. St. Nis. 123 van 1914,192 van 1916 en 95 van 1917.)
De Voorzitter. Bij dit punt komen de verschillende inge
diende amendementen in behandeling. Ingevolge de afspraak,
in de vorige vergadering gemaakt, stellen wij thans voor die
amendementen in handen te stellen van Burgemeester en Wet
houders ten' fine van praeadvies. Ik zal niet bij voorbaat
vragen of de amendementen worden ondersteund, omdat het
heel moeielijk is van den inhoud voorlezing te doen en ik
zeer goed begrijp, dat een voldoende aantal heeren bereid is
hun steun aan die amendementen te geven om ze in behan
deling te doen komen.
Binnen afzienbaren tijd zal er dus een praeadvies van
Burgemeester en Wethouders op die amendementen komen
en dan kunnen de heeren ze gemakkelijk in onderling ver
band beschouwen. Bovendien kunnen de amendementen dan
worden toegelicht en bij de betrokken artikelen worden be
handeld.
De heer Fokker. M. d. V. In verband met deze verordening
zou ik een vraag willen stellen over een punt, dat ik reeds
met enkelen mijner medeleden heb besproken, maar waarover
ik het met hen niet eens ben kunnen worden. Uit de ver
ordening, zooals die ons is aangeboden, heb ik niet goed
kunnen begrijpen of Burgemeester en Wethouders slechts
twee manieren van ontslag kennen dan wel drie, n.l. eervol
ontslag, niet-eervol ontslag en ontslag zonder meer.
De heer van der Lip. M. d. V. Het is zeer moeielijk op
dit oogenblik punten uit deze verordening te gaan behandelen,
want niemand heeft zich daarop voorbereid. De heer Fdkker
vraagt dit en een ander lid kan dat gaan vragen. Wil de
heer Fokker weten wat hij vraagt, dan ben ik bereid het eens
na te gaan en hem daarna een antwoord te geven; maar dat
wij op dit oogenblik op dergelijke vragen zouden antwoorden
kan niemand van ons vergen.
De heer Fokker. M. d. V. Ik zal gaarne gebruik maken
van de gelegenheid, welke de heer Mr. van der Lip zoo
vriendelijk is mij te bieden.
De beraadslaging wordt gesloten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
XXVII. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke
directe belasting, dienst 1916.
(Zie Ing. St. No. 111).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeen
komstig het praeadvies besloten.
De Voorzitter. Verlangt nog iemand het woord?
De heer J. P. Mulder. M. d. V. In verband met de be
noeming van den heer Eggink als controleur der gemeente
belastingen zou ik gaarne van U willen vernemen, of dit een
benoeming is die bij den Raad berust of bij Burgemeester en
Wethouders, daar ik den heer Eggink van middag ineens op
het tapijt heb zien verschijnen als candidaat voor de Belas
tingcommissie.
De Voorzitter. Op Uwe vraag kan ik U antwoorden, dat
de Controleur der Belastingen behoort tot de ambtenaren der
secretarie, die door Burgemeester en Wethouders ingevolge
de Gemeentewet worden benoemd.
Niemand daarna meer het woord verlangende wordt de
vergadering gesloten.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.