88 de zoogenaamde vrije- en orde-oefeningen der gymnastiek, waarvoor de bevoegdheid verkregen wordt door het verwerven der akte j, is het onderwijs, dat door de gymnastiekleraren en leeraressen op de lagere scholen te dezer stede gegeven wordt van denzelfden omvang als dat op het Gymnasium en de beide middelbare scholenook voor het eerste is het bezit van een akte M. O. een vereischte. Bovendien, de Plaatselijke Schoolcommissie zegt het terecht, gelden de gronden, waarop het splitsingsvoorstel volgens de Commissie van Toezicht steunt, in niet mindere mate voor de hoogere klassen der M. U. L. O. scholen en voor de Ge meentelijke Kweekschool, welke laatste school daarenboven nog moet opleiden voor de akte examens j en s. Eene afzon derlijke salarieering van het gymnastiek-onderwijs aan het Gymnasium en de beide middelbare scholen zou dus moeten worden uitgestrekt tot die lesuren bij het lager onderwijs, die gegeven worden aan de hoogere klassen der M. U. L. O. scholen en tot de uren aan de Gemeentelijke Kweekschool, hetgeen tot allerlei moeilijkheden en ongemotiveerde bevoor rechting en verklaarbare ontevredenheid aanleiding zou kunnen geven. Een en ander is in het rapport der Schoolcommissie nader uiteengezet. Afgescheiden van deze bezwaren, die, gelijk gezegd, aan het rapport der Schoolcommissie zijn ontleend, achten wij het voorstel der Commissie van Toezicht en van Curatoren van het Gymnasium ook daarom niet gewenscht, omdat het aantal uren, gedurende welke aan het Gymnasium en de beide middelbare scholen in deze gemeente per week les in de gymnastiek wordt gegeven, betrekkelijk gering is en niet voldoende voor één leeraar en één leerares. Voor de mannelijke leerlingen van de Hoogere Burgerschool voor Jongens en het Gymnasium bedraagt dat aantal uren tezamen slechts 18, voor de vrouwelijke leerlingen van die inrichtingen en van de Hoogere Burgerschool voor Meisjes tezamen niet meer dan 12, terwijl het normale aantal uren voor een leeraar 30 en voor eene leerares op 25 per week is vastgesteld. Om al deze redenen moet naar ons oordeel het tot nog toe gehuldigde beginsel niet worden verlaten en moet ook worden vastgehouden aan het systeem, dat de leeraren en leeraressen niet aan een bepaalde school worden benoemd, maar daar werk zaam kunnen worden gesteld, waar hunne bijzondere onder- wijsgaven hen het meest aanbevelen. Het enkele feit, dat in verschillende andere gemeenten wel splitsing bestaat, is o. i. niet voldoende, om deze ook in Leiden in te voeren. Het is toch zeer goed mogelijk, dat in die gemeenten het aantal lesuren aan de hoogere en middelbare scholen wel voldoende is voor één leerkracht of dat aldaar een andere oplossing ge vonden is, om aan de bezwaren te ontkomen. In hoeverre moet nu, ook bij handhaving van het bestaande stelsel, wijziging worden gebracht in de salarisregeling voor de leeraren en leeraressen? Volgens de in 1910 vastgestelde regeling bedraagt de jaar wedde van de leeraren 1300 met 3 verhoogingen van ƒ100, telkens na 3 jaren dienst aan een openbare of bijzondere school, hetzij hier hetzij elders, alzoo tot een maximum van 1600, terwijl hun voor elk wekelijksch lesuur boven 30 uur per week bovendien nog eene bezoldiging van 30 'sjaars wordt uitgekeerd. De leeraressen ontvangen ingevolge die zelfde regeling eene jaarwedde van ƒ1125 met 3 driejaarlijksche verhoogingen van 75, alzoo tot een maximum van 1350, benevens eene bezoldiging van ƒ30'sjaars voor elk wekelijksch lesuur boven 25 uur per week. De Plaatselijke Schoolcommissie acht het gewenscht de jaarwedde der leeraren met 300—360, die der leeraressen met 250300 te verhoogen, derhalve met 10 a 12 per wekelijksch lesuur. Ook de uren boven de 30, resp. 25 per week wil zij met 10 verhoogen en mitsdien brengen van 30 op 40 per jaar per wekelijksch lesuur. BESTAANDE VERORDENING. VERORDENING van 80 Juni 1910 (Gem.Blad No. 14), regelende het onderwijs in de gymnastiek aan het gymnasium, de middelbare scholen, de kweekschool en de openbare lagere scholen te Leiden. Art. 1. Met het geven van onderwijs in de gymnastiek aan het gymnasium, de middelbare scholen, de kweekschool, en de openbare lagere scholen worden belast vier leeraren en twee leeraressen, die allen in het bezit moeten zijn van eene acte M. O. in dit vak. Art. 2. De leeraren zijn verplicht 30 uren per week les te geven, welk aantal bij gebleken behoefte kan vermeerderd worden met tijdelijke uren tot een maximum van 6. Ons College kan zich met het voorstel der Schoolcommissie, voorzooveel betreft de verhooging van het minimum der vaste jaarwedde van de leeraren met 300 geheel vereenigen. Aangezien wij echter van oordeel zijn, dat het minimum traktement per wekelijksch lesuur voor de leeraressen niet hooger moet zijn dan voor de leeraren, dient het minimum der vaste jaarwedde der leeraressen slechts met 200 ver meerderd te worden. Het minimum-traktement bedraagt dan zoowel voor de leeraren als voor de leeraressen 53 per jaar per wekelijksch lesuur. In afwijking van het voorstel der Plaatselijke Schoolcom missie zouden wij verder aan de leeraren 5 d^iejaarlijksche verhoogingen en aan de leeraressen 4 driejaarlijksche ver hoogingen in uitzicht willen stellen, een en ander in overeen stemming met het systeem, hetwelk bij de vaststelling van de salarisregelingen voor de leeraren aan het Gymnasium en de Hoogere Burgerschool voor Jongens en voor de leeraressen aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes is gevolgd. Teneinde de bezoldiging per lesuur zooveel mogelijk gelijk te doen zijn, zal dan het bedrag der periodieke verhoogingen voor de leeraren op 100.en voor de leeraressen op 85.moeten worden bepaald. De uren boven 30, resp. 25 per week kunnen overeenkom stig het voorstel der Schoolcommissie met 40.per jaar per wekelijksch lesuur worden bezoldigd. Bij aanneming van deze regeling zal dus het stamtrakte- ment voor de leeraren 1600 2100 'sjaars, dat voor de leeraressen 1325 1665 'sjaars bedragen, met dien verstande dat de leeraren hun maximum kunnen bereiken na 15 jaren dienst, hetzij hier, hetzij elders, de leeraressen na 12 jaren. In hoeverre deze regeling gunstiger of ongunstiger is dan elders is moeilijk na te gaan, omdat, gelijk wij boven reeds opmerkten, de toestanden aldaar geheel anders zijn en meermalen ook het aantal lesuren geheel verschillend is. Eene vergelijking is dus niet wel mogelijk. Volgens het aantal dienstjaren en het aantal lesuren op 1 Januari 1917 zullen 2 der leeraren ieder 560.—, de 2 overige leeraren ieder 360.en de beide leeraressen ieder f 260.per jaar in traktement direct vooruitgaan. Voor de gemeente zullen blijkens het ter visie liggende overzicht de meerdere kosten, naar den toestand op 1 Januari 1917, 2360.— per jaar bedragen, terwijl met het boven omschreven voorstel der Plaatselijke Schoolcommissie eene meerdere uitgave van f 2030.of van 2370.zou zijn gepaard gegaan, al naarmate de jaarwedden met f 10.of met 12.— per wekelijksch lesuur zouden zijn verhoogd. De overige artikelen der concept-verordening behoeven weinig toelichting; in hoofdzaak komen zij overeen met de artikelen der verleden jaar vastgestelde nieuwe salarisveror dening voor den leeraar en de leeraressen in het teekenen. Als leeftijdsgrens is voor de leeraren echter aangenomen 65 jaar, aangezien het ons voorkomt, dat een leeftijdsgrens van 70 jaar, zooals ten opzichte van de andere leeraren is vastgesteld, voor een leeraar in de gymnastiek te hoog is. Voor de leeraressen hadden wij de leeftijdsgrens gaarne bepaald gezien op 55 jaaraangezien zij echter in het algemeen slechts op. 65 jarigen leeftijd Rijkspensioen deelachtig kunnen worden, hebben wij noodgedrongen ook voor haar 65 jaar als leeftijds grens aangenomen. De in werking treding der nieuwe regeling zouden wij U willen voorstellen te bepalen op 1 Juli a.s., echter met toe voeging van eene bepaling, waardoor het aan 2 der leeraren, die thans ongeveer 68 jaar oud zijn, zal vrijstaan nog een tweetal jaren, dus ongeveer tot hun 70ste jaar, in dienst te blijven. Op grond van het bovenstaande geven wij Uwe Verga dering alsnu in overweging tot vaststelling van de navolgende verordening over te gaan. NIEUWE VERORDENING. VERORDENING, regelende het onderwijs in de gymnastiek aan het gymnasium, de middelbare scholen, de kweek school voor ouderwijzers en onderwijzeressen en de openbare lagere scholen te Leiden. Art. 1. Met het geven van onderwijs in de gymnastiek aan het gymnasium, de middelbare scholen, de kweekschool en de openbare lagere scholen worden belast vier leeraren en twee leeraressen, die allen in het bezit moeten zijn van eene akte M. O. in dit vak. Art. 2. De leeraren zijn verplicht 30 uren per week les te geven, welk aantal bij gebleken behoefte kan vermeerderd worden met tijdelijke uren tot een maximum van 6.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1917 | | pagina 2