DONDERDAG
10 MEI 1917.
99
KIESDISTRICT III.
Jac. R. J. Baart.
W. C. Hemerik.
N. de Bink
A. J. van Hoeken.
G. H. Blanken J.Dz.
B. Hoff.
H. J. Blommendaal.
H. Jonker Jr.
A. Boekkooi.
J. H. J. Kuypers.
W. N. Borigenaar.
J. B. M. Markx.
J. W. van Borselen.
W. Matveld.
B. W. H. Bouchier.
F. H. A. Mayèr.
C. Tb. Breebaart.
G. Mizee.
W. Brouwer.
D. van der Most van
Spijk.
L. H. Brijnen.
G. L. Muyzert.
H. C. Gaspari.
G. C. van Nouhuys.
II. H. Cats.
W. M. Gppelaar.
C. J. van Cittert.
H. J. Planjer.
L J. Cohen.
J. I. Planjer.
L. Demmenie.
J. P. de la Rie.
H. J. Dieben.
H. H. van Romburgh
Hz.
J. Dingjan.
C. Roodenburg Jz.
G. H C. van Dongen.
J. H. W. M. Sanders.
J. A. A. Dool.
E. J. Schoondergang.
L. G. van Dorp.
M. Splinter.
W. Eigen man Jr.
J. van Steenbergen.
P. J. F. Engels.
P. J. Verhoog.
J. P. Fontein.
A. A. Visser.
P. J. Fontein.
H. Wetselaar.
J. J. P. de Graaf.
E. G. Wijntjes.
W. J. van Harteveld.
J. E. 0. de Wijs.
P. W. Hasselbach.
D. W. Zwart.
P. Heemskerk.
De Voorzitter. Ik dank de leden van het stembureau voor
de genomen moeite.
II. Verzoek van P. Werkman om eervol ontslag als leeraar
aan de Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen.
(Zie Ing. St. No. 98.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
III. Verzoek van Mej. W. H. Valk om eervol ontslag als
onderwijzeres in de handwerken aan de school der 3e klasse
No. 7.
(Zie Ing. St. No. 97.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
IV. Verzoek van den Senaat der Rijks-Universiteit om den
naam »Rijn- en Schiekanaal" weder te vervangen door dien
van »Studentenpad".
(Zie Ing. St. No. 102.)
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Reimeringer. M. d. V. Slechts eene enkele op
merking naar aanleiding van dit punt. Er is m. i. wel iets te
zeggen voor de inwilliging van dit verzoek. Ik wil er mij
niet in verdiepen, wanneer aan dien weg de naam Studen
tenpad is gegeven, maar wel weet ik, dat de naam Rijn- en
Sebiekade aan dien weg gegeven is, toen er door middel van
de verbreeding van die vaart eene verbinding tot stand is
gekomen tusschen Rijn en Schie. Toen was het m i alleszins
gerechtvaardigd den naam Studentenpad te veranderen in
Rijn- en Schiekade. Waar men nu bezig is het verbindings
kanaal om te leggen en deze vaart dus niet langer de ver
binding vormt tusschen Rijn en Schie, daar zou nu ook de
naam Rijn- en Schiekade weer kunnen vervallen en aan dien
weg den ouden naam weer kunnen worden gegeven van Stu
dentenpad.
De heer van der Elst. M. d. V. Ik zou een enkele vraag
willen doen. Het is mij niet duidelijk geworden of het Stu-
denteripad was een officiëele naam, dan wel een naam die
alleen in den volksmond voorkwam. Dat maakt voor mij
eenigszins verschil uit. Wanneer die naam Studentenpad wer
kelijk de officiëele was, dan komt het mij voor, dat wij haar
ook wel kunnen aanvaarden.
De heer van der Pot. M. d. V. Het komt mij voor dat het
verzoek van den Senaat een of twee jaren te vroeg is ge
komen, want nu op het oogenblik heet die kade nog Rijn-en
Schiekade omdat daar het Rijn-Schiekariaal langs loopt. Wan
neer deze vaart echter niet meer de verbinding vormt tus
schen de Rijn en de Schie dan is er, dunkt mij, ook geen
reden meer om dezen niet zeer mooien naam voor dezen weg
te behouden. Eventueel zou men den weg langs het nieuwe
kanaal dan zoo kunnen noemen. Wat overigens het verzoek
van den Senaat betreft heb ik in het rapport van den Archi
varis niets gevonden dat ons zou behoeven te weerhouden
om het verzoek in te willigen. Of daar de studenten nu vroe
ger liepen te minnekoozen of dat zij daar wandelden om in
hun dictaten te studeeren, doet weinig ter zake. Zoowel het
een als het ander behoort tot de geschiedenis eener univer
siteitsstad, en aan beide kan men de herinnering willen be
waren. Wanneer er dan ook geen andere bezwaren tegen be
staan, zou ik er allicht iets voor voelen om het verzoek toe
te staan. Er is echter een vraag die ik aan de oude Leidenaars
uit ons midden zou willen stellen. Is het waar, zooals uit het
rapport van den Archivaris valt af te leiden, dat men den
naam Studentenpad aan meer dan één bepaalden weg heeft
gegeven, o. a. ook aan het IJtrechtsche Jaagpad, zoodat. het
meer een soortbegrip was dan wel de naam van een be
paalden weg. Wanneer dat het geval was, zou ik minder
voor de naamsverandering voelen.
Verder heeft mij in het praeadvies getroffen zij het ook
niet voor de eerste maal dat over het verzoek de Commis
sie van Fabricage is gehoord. Waarom men over dergelijke
kwesties de Commissie van Fabricage pleegt te hooreri, is
mij nimmer duidelijk geweest. Deze Commissie dient om
Burgemeester en Wethouders voor te lichten in kwesties van
technischen aard en onder haar ressorteert natuurlijk ook de
bestrating van een openbaren weg, maar wat heeft zij te
maken met het veranderen van straatnamen en de vraag hoe
men in dit opzicht aan de historie het best recht doet weder
varen Men zou b.v. evengoed de Commissie voor het Slacht
huis kunnen hooren. Wanneer men nu toch behoefte heeft
aan het advies van een commissie, naast dat van den Archi
varis, dan ligt het uitbrengen van zulk advies m. i. eerder
op den weg van de Commissie voor het Archief dan op dien
van de Commissie van Fabricage.
De heer Fokker. M. d, V. Ik schaar mij geheel aan de
zijde van Burgemeester en Wethouders. Wij hebben wel meer
te doen dan hier ieder oogenblik te beraadslagen over ver
anderingen in de namen van onze straten. Wanneer er een
nieuwe straat komt moet er een naam aan gegeven w.orden;
best, maar wanneer wij eenmaal een naam hebben, laten wij
dien dan ook behouden. Er is geen enkel redelijk motief om
aan die kade een anderen naam te geven. Men had daar ver
moedelijk vroeger een pad, dat men in de wandeling wel
genoemd heeft Studentenpad. Toen is het later een kade ge
worden die men genoemd heeft Rijn- en Schiekade. Die kade
is er echter nog en ook bestaat de verbinding tusschen Rijn
en Schie door die vaart nog steeds Dus er zijn geen redenen
om die naam te veranderen. De laatstelijk gegeven naam is
nog juist. Ik zou Burgemeester en Wethouders wel willen
zeggen dat zij tegenover den Senaat zeer liberaal geweest zijn.
Lag het wel binnen de bevoegdheid van den Senaat om
hierover te requestreeren Ik hoop intusschen dat Burgemees
ter en Wethouders deze ruime opvatting van het recht van
petitie zullen blijven huldigen! Met de straten kunnen wij wel
aan den gang blijven. Straks komt er misschien weder een
ander ons wijzen op een straat die vroeger een anderen naam
had. Ik geef den Raad dan ook in overweging om dit verzoek
af te wijzen.
De heer Fischer. M. d. V. Ik wil mij niet mengen in de
kwestie, of de Commissie van Fabricage wel bevoegd is om
in dit geval van advies te dienen. Het is toch de taak van
Burgemeester en Wethouders om te beslissen, welke Com
missie om advies zal worden gevraagd. Wat nu den naam
van dezen weg betreft, wil ik mededeelen, dat die weg op
oude kaarten wordt aangeduid met den naam Haagsche
jaag- of trekpad. De naam Studentenpad komt niet voor,
men zal wellicht wel weten, dat aan de Rijnkade ook die
naam wordt gegeven en zoo zijn ér nog wel andere wegen,
die in den volksmond dien naam zullen dragen. De heer
van der Pot heeft terecht opgemerkt, dat wij hier meer te
doen hebben met een soortnaam dan met een eigennaam.
Het College van Burgemeester en Wethouders kan zich ver
eenigen met hetgeen de heer Fokker heeft gezegd, dat het
geen aanbeveling verdient in te gaan op dit verzoek.
De heer van der Lip. M. d. V. Ik wil nog eene korte op
merking maken, die mij nuttig lijkt ook in verband met
mogelijke andere verzoeken van dezelfde strekking. De heer
van der Pot en ook enkele andere sprekers hebben, meen ik,
om een juridischen term te gebruiken, den bewijslast omge
keerd. Het gaat er hier toch om of er voor de verlangde
verandering van den naam overwegende redenen zijn en niet
of er tegen de inwilliging van het verzoek van den Senaat
overwegende bezwaren bestaan. Wanneer wij dezen laatsten
weg inslaan, dan is de kans groot dat wij een massa van
dergelijke verzoeken te behandelen zullen krijgen, wij zouden