DONDERDAG
10 MEI 1917.
117
Ik stel dus voor dit punt alsnog te behandelen. Verlangt
een van de heeren hierover nog het woord?
De heer van der Elst. M. d. V. Ik ben het met U eens.
De andere motie heelt met deze quaestie niets te maken. Het
is hier niet de bedoeling dat het hoofd geen onderwijs meer
zal geven, maar dat hij nu niet meer zal krijgen een bepaalde
klasse. Hij zal zich nu bij aanneming van dit punt meer kunnen
bemoeien met alle leerlingen van de school. Zoodra het noodig
blijkt dat een kind wat meer onderwijs noodig heeft, pikt hij
het er uit om het een tijdlang voor zijn rekening te nemen.
Wij hebben hier dus met een ander geval te doen dan met
een ambulant hoofd. Het hoofd is hier in het geheel niet
ambulant, want hij zal steeds bezig zijn met eenige leerlingen.
Dat heeft dus dunkt mij niets te maken met ambulantisme.
Daar er bij deze kwestie haast is, geloof ik dat het wenschelijk
is dat wij nu nog dit voorstel behandelen.
De heer Pera. M. d. V. Ik moet mij aansluiten bij het ge
sprokene door den heer van der Eist. Er is' een paar jaar
geleden, toen de school nog een paar klassen minder telde,
sprake van geweest om het hoofd vrij te stellen van zijn ver
plichting om in een bepaalde klasse onderwijs te geven. Toen
was ik er tegen, maar nu deze inrichting zoo'n uitbreiding
heeft gekregen acht ik het wel gewenscht dat aan het hoofd
de gelegenheid wordt gegeven om zich vrij rond te bewegen
en bij te springen waar het noodig is.
De beraadslaging wordt gesloten.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
praeadvies besloten.
De Voorzitter. Wij zijn nu aan het aan het einde van
de agenda gekomen. Alvorens tot de rondvraag over te gaan
zou ik nog een paar mededeelingen willen doen.
De heeren hebben het Sectieverslag van het verhandelde
in de afdeelingen over de conceptverordening regelende den
rechtstoestand der ambtenaren van deze gemeente benevens
de Memorie van Antwoord ontvangen. Het is nu de bedoe
ling van Burgemeester en Wethouders dit onderwerp te
plaatsen op de agenda van de eerstvolgende vergadering, die
waarschijnlijk zal plaats hebben den 31 en Mei a.s. Nu ver
zoeken Burgemeester en Wethouders den leden beleefd dat
zij eventueele moties of amendementen een dag of wat voor
dien datum bij hun College zullen indienen. Het ligt dan ook
in de bedoeling van Burgemeester en Wethouders om ter
bekorting van de mondelinge debatten in die raadsvergadering
het voorstel te doen die amendementen of moties in handen
van Burgemeester en Wethouders te stellen ter line van
praeadvies. Dan kan tegelijk de verordening met de daarop
betrekking hebbende amendementen worden behandeld en
komt er zoodoende geen verwarring in de mondelinge beraad
slagingen. Ik vermoed dat de heeren hiermede wel zullen
instemmen.
De heer Fokker. M. d. V. Ik begrijp de quaestie niet goed.
Als ik het wel heb wordt er verzocht de moties en amende
menten in te dienen vóór de vergadering waarin het onder
werp zelf zal worden behandeld. Die moties nu worden in
die vergadering gesteld in handen van Burgemeester en Wet
houders, ter uitbrenging van praeadvies. Wanneer komt dat
praeadvies dan?
De Voorzitter. Dat komt zoo spoedig mogelijk. Burgemeester
en Wethouders stellen dit daarom voor opdat de heeren ge
bonden zouden zijn aan een termijn waarbinnen zij de moties
of amendementen moeten indienen. De heeren begrijpen dat
een dergelijke verordening technisch volkomen in orde moet
zijn. Nu is het voor een goede behandeling van deze veror
dening gewenscht dat er niet staande de vergadering allerlei
amendementen of moties worden ingediend. Het komt ons
College voor dat dit de meest geschikte wijze van behandelen
is. Formeel komt de zaak dus hierop neer, dat de amende
menten vóór 31 Mei worden ingediend en dan komt de ge-
heele quaestie zoo spoedig mogelijk in openbare behandeling.
De heer Fokker. Dus zal dat voorstel niet op 31 Mei worden
behandeld
De Voorzitter. Neen, dat is de bedoeling niet. Op de ver-
volgagenda staat het volgende:
Aan Heeren Leden van den Gemeenteraad wordt tevens
medegedeeld, dat de vergadering zoo noodig des avonds te
8 uur zal worden voortgezet en dat het de bedoeling is om,
ook al is dit niet uitdrukkelijk op de Raadsagenda vermeld, de
vergaderingen in den vervolge des avonds te doen voortzetten,
indien de agenda in de middagvergadering niet wordt afge
handeld. Ik wensch hier te herhalen, dat de heeren zich
voortaan beschikbaar moeten houden voor het geval de ver
gadering des avonds moet worden voortgezet. Het schijnt,
dat de vergaderbacil toeneemt. Wanneer de agenda niet wordt
afgehandeld komt er verwarring. Ik verzoek U dus, als U
eene convocatie ontvangt, ook den avond beschikbaar te
houden. Het is beter, dat de vergadering zoo voltallig mogelijk
is. Ik hoop niet, dat het weer noodig zal zijn avondvergadering
te gaan houden, maar men is er nu in ieder geval op voor
bereid.
De heer Pera. Dus er zal vandaag over 14 dagen geen
vergadering worden gehouden?
De Voorzitter. Waarschijnlijk niet, maar beloven kan ik
het nooit. Er kan iets gebeurfen, waardoor de leden desnoods
morgen moeten worden opgeroepen. Het plan is evenwel om
eerst den 31sten Mei weer te vergaderen.
Niemand daarna meer het woord verlangende wordt de
vergadering gesloten.
Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.