67 W. in bijzondere omstandigheden dispensatie kunnen ver- leenen. Art. 49. Enkele leden eerier Sectie wilden hieraan een alinea toe voegen, luidende: »De kosten dezer geneeskundige verkla- »ring worden door de gemeente gedragen". Waar de gemeente deze verklaring eischt, moet zij de kosten ook voor haar rekening nemen, oordeelde men. Anderen meenden dat er .voor het trekken dezer conclusie geen reden bestond. In een andere Sectie achtte men het wenschelijk dat de in dit artikel bepaalde geoorloofde verzuimen worden genoemd. Art. 21. Door enkele leden werd betoogd dat de brugwachters hier behoorden te worden uitgeschakeld. Men wenschte daarvoor een afzonderlijk artikel. Door drie leden werd achtereenvolgens de wenschelijkheid uitgesproken den normalen werkdag van 10 uur op 9 uur per etmaal te brengen. Een lid vroeg of de meerdere uren arbeids (2-i), die van een ambtenaar kan worden gevergd ook worden betaald? Men achtte in deze Sectie dit vrij algemeen volstrekt niet noodig. Het aantal werkuren van de brugwachters wenschten som migen niet hooger dan op elf per etmaal gesteld te zien. Ook achtten deze leden het billijk dal den brugwachters ten minste één wekelijksche rustdag werd gewaarborgd, zoo veel mogelijk op Zondag. Als van den anderen kant de opmerking werd gemaakt dat men dan meer brugwachters zou moeten aanstellen, werd geantwoord, dat daarop een billijke regeling niet mag af stuiten. In één Sectie drong een lid er op aan een bepaling op te nemen betreffende Zondagsarbeid, opdat deze tot een minimum blijve beperkt. Bij de bepaling van het maximum aantal uren, die de ambtenaar per etmaal kan arbeiden, zag men in een Sectie gaarne opgenomen, hoe lang achtereen mag gewerkt worden. Art. 22. Een lid in een andere Sectie wilde in plaats van »6", »14" lezen, een ander lid achtte uit overwegingen, het dienstbelang rakend, een vacantie van minstens 13 dagen beter. Het komt immers meermalen voor dat een ambtenaar op een bepaalden dag in de week moeilijk kan worden ge mist. In zulke gevallen kan de vacantie. van 13 dagen zóó geregeld worden dat deze ambtenaar slechts één dag ge mist wordt. De vermeerdering van het minimum aantal dagen vacantie zou ook door andere leden worden toegejuicht, al vonden deze den sprong van 6 op 13 of 14 wel wat groot. De bedoe ling der eerstgenoemde leden bleek echter te zijn 13 dagen met inbegrip der Zondagen, zonder deze 11. Met dit getal kon men in de Sectie waar deze opmerkin gen werden gemaakt, vrij algemeen meegaan. In overweging werd gegeven om alsnog duidelijk in het artikel te doen uitkomen dat de verlofdagen er buiten vallen. Deze worden thans nergens genoemd. In een andere Sectie achtte men in dit artikel de opne ming van een regeling der Zondagsrust gewenscht, van dit beginsel uitgaande, dat aan den ambtenaar 52 vrije dagen per jaar verzekerd worden (ongerekend de vacantiedagen), zooveel mogelijk op een Zondag vallende. Waar de dienst Zondagsarbeid noodzakelijk maakt, zag men dien gaarne zooveel mogelijk beperkt en extra beloond. Art. 24. Enkele leden wilden de laatste alinea van dit artikel doen vervallen. Zij zagen daarin een te groote vrijheidsbeperking en tevens een middel om een ambtenaar te beletten een bestuursfunctie zijner organisatie of van een politieke of godsdienstige vereeniging waar te nemen. Overeenkomstig de zooeven door ons aangegeven wijziging stellen wij voor het woord «bevordering" te vervangen door vverhooging of verlaging in rang." Art. 19. Deze redeneering gaat o. i. niet op. Een zieke ambtenaar, die ingevolge dit artikel verplicht is eene geneeskundige ver klaring over te leggen, zal in den regel wel een geneesheer hebben en kan dus zonder eenig bezwaar de geëischte ver klaring overleggen. Ten opzichte van het onderwijzend per soneel bestaat eenzelfde regeling, als hier wordt voorgesteld. Bepaalde geoorloofde verzuimen voor alle ambtenaren in dit artikel op te noemen lijkt ons niet wel mogelijk. Een en ander kan voorzooveel noodig in de later vast te stellen instructies geschieden. Art. 21. Waarom het wenschelijk zou zijn den maximalen werktijd der brugwachters in een afzonderlijk artikel te omschrijven zien wij niet in. Ten opzichte van de hier gemaakte opmerking zij het ons vergund er op te wijzen, dat het normale aantal werkuren niet op 10 per dag is bepaald, doch dat enkel is voorge schreven, dat de maa:imwTO-werktijd 10 uur per dag bedraagt. Een dergelijk algemeen voorschrift is noodig met het oog op de zeer uiteenloopende diensten, die door de verschillende categorieën van ambtenaren worden verricht. Het normale aantal uren zal daarom in de instructie nader worden bepaald. Eene regeling in zake de betaling van overuren, zooals ten opzichte van de werklieden in het werkliedenreglement voor komt, behoort o. i. niet voor ambtenaren te worden getroffen. Indien deze laatsten bijzondere extra diensten bewijzen, kun nen zij voor een gratificatie in aanmerking kbmen. Eene bepaling daaromtrent kan, zoo noodig, in de salarisverordening worden opgenomen. De verdere bij dit artikel ter sprake gebrachte onderwerpen zijn bereids bij de algemeene beschouwingen .onder oogen gezien. Met verwijzing naar het aldaar geantwoorde, kan bier derhalve worden volstaan. Hoe lang achtereen door een ambtenaar mag worden ge werkt, is in het algemeen niet te regelen. Eene bepaling hieromtrent zou desnoods in de instructie kunnen worden opgenomen. Het verschil tusschen ambtenaren en werklieden moet men echter in deze toch vooral niet over het hoofd zien. Art. 22. Ook hier vergeet men, naar het ons voorkomt, dat in dit artikel niet het aantal vacantiedagen wordt bepaald, doch enkel een minimum wordt voorgeschreven. Het aantal vacantie dagen zal in de instructie worden vermeld. Een hooger minimum als 6 is niet gewenscht, aangezien ook voor de werklieden een zelfde minimum geldt en er categorieën van ambtenaren zijn, die in deze met werklieden op één lijn gesteld moeten worden. i Tengevolge van de alsnog voorgestelde aanvulling van artikel 14 is aan het hier geopperde bezwaar tegemoet gekomen De regeling der Zondagsrust heeft met de vacantie niets te maken, doch betreft den diensttijd; deze zal, gelijk gezegd, in de instructie worden geregeld, Een extra-belooning voor Zondagsdienst, door ambtenaren verricht, lijkt ons in gewone omstandigheden niet noodig. Men denke slechts aan den Zondagsdienst van een portier. Art. 24. Voor het vervullen van de in het laatste lid van dit artikel bedoelde betrekkingen wordt geen voorafgaande toestemming vereischt. Enkel moet van het aanvaarden schriftelijk kennis worden gegeven aan ons College. Dit achten wij noodig, aan gezien ons College dient te weten, welke nevenbetrekkingen,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1917 | | pagina 9