57 politie, wier traktement in verband met de verhooging van het traktement der tijdelijke agenten beslist moet worden gewijzigd, dient men zich derhalve te beperken. Bij het tot standkomen van deze tijdelijke regeling zal, zoo als uit het ter visie liggend rapport van den waarnemenden Commissaris van Politie blijkt, de jaarwedde van 4 agenten van politie 2e klasse stijgen met 100, van 2 agenten met 75,van 8 agenten met 50,— eveneens van 8 agenten met f 25,terwijl de jaarwedde van één tijdelijken agent alsmede van de 12 nieuw aan te stellen tijdelijke agenten in de bestaande vacatures f 100 hooger zal worden. De meerdere kosten voor het jaar 1917 zullen derhalve, wanneer de tijde lijke regeling op 1 Mei a.s. in werking treedt, f van f 2450, of f 1633,— bedragen. Wijziging van de verordening van 26 Februari 1914, hou dende regeling van de bezoldiging der politie-beambten in de gemeente Leiden achten wij noch noodig noch gewenscht. Het is toch de bedoeling, dat de tijdelijke regeling slechts zal gelden, totdat de algeheele herziening der traktementen zal hebben plaats gehad. Bovendien behoort het aantal dienstjaren der agenten met het oog op die nadere regeling geene ver andering te ondergaan. Met een besluit tot tijdelijke afwijking van de verordening kan derhalve worden volstaan. Onder mededeeling, dat de commissie ad hoe tot onderzoek der salarissen ons heeft bericht, dat de ontworpen tijdelijke regeling niet in strijd is met hetgeen vermoedelijk door haar met betrekking tot de salarisregeling der agenten van politie zal worden voorgesteld, geven wij U mitsdien in overweging: a. te besluiten, dat met ingang van 1 Mei 1917 en in afwijking van de verordening van 26 Februari 1914 (Gem. Blad no. 4), houdende regeling van de bezoldiging der politie beambten in de gemeente Leiden, de jaarwedde van de agen ten van politie 2e klasse, zoolang zij nog niet vast zijn aan gesteld, f 700,zal bedragen en die van alle vast aangestelde agenten van politie 2e klasse f 775,ongeacht het aantal dienstjaren door hen in dien rang doorgebracht; b. te bepalen, dat de sub a bedoelde regeling een tijdelijk karakter zal dragen en slechts zal gelden tot aan de tot stand- koming van de algeheele traktementsherziening; c. te bepalen, dat het aantal dienstjaren der agenten van politie 2e klasse geacht zal worden geene verandering te hebben ondergaan door de sub a bedoelde regeling. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth van Leiden. N°. 90. Leiden, 20 April 1917. Op 30 April a. s. eindigt de pacht van het recht van tol heffing van schepen, voertuigen en voetgangers aan de Leider- dorpsche brug te Leiderdorp, waaraan verbonden is de huur van het koffiehuis met woning, stalling, wagenschuur en verder getimmerte, gelegen in de Kerkbuurt aan het Schouwpad bij genoemde brug, laatstelijk krachtens raadsbesluit van 21 Maart 1912 voor den tijd van 5 jaren verhuurd aan P. J. Ramaker, voor de som van f 1850. De pachter, die reeds sedert het jaar 1883 als zoodanig fungeert, heeft ons verzocht wederom voor den tijd van 5 jaren onder de bestaande voorwaarden in de pacht te worden bestendigd. Met de Commissie van Fabricage komt het ons voor, dat het alleszins aanbeveling verdient de pacht wederom onders hands aan den tegenwoordigen pachter, die steeds op uitste kende wijze zijne verplichtingen is nagekomen, te gunnen. Ook de geldende pachtsom achten wij, waar het vervoer over en onder de brug in de laatste jaren niet is toegenomen, alleszins voldoende. Slechts is het, met het oog op de bepalingen der Drankwet, gewenscht, dat onder de pachtvoorwaarden eene bepaling wordt opgenomen, krachtens welke de pachter zich verbindt, wanneer hij zal ophouden pachter te zijn, binnen een door ons College te bepalen ter mijn, eene schriftelijke verklaring van afstand van de hem verleende vergunning tot verkoop van sterken drank koste loos te onzer beschikking te stellen. Een soortgelijke bepaling komt ook voor in de voorwaarden, waaronder het koffiehuis »de Burcht" is verpacht. Onder mededeeling, dat de pachter verklaard heeft tegen deze aanvulling geen bezwaar te hebben, geven wij Uwe Vergadering alsnu in overweging het recht van tolheffing van schepen, voertuigen en voetgangers aan de Leiderdorpsche brug, overeenkomstig het bij Kon. Besluit van 17 Mei 1855 no. 51 goedgekeurd tarief, alsmede het koffiehuis met woning, stalling, wagenschuur en verder getimmerte, gelegen in de Kerkbuurt aan het Schouwpad bij bovengenoemde brug, onder de gemeente Leiderdorp, met ingang van 1 Mei a. s. wederom voor den tijd van 5 jaren te verpachten aan P. J. Ramaker aldaar, voor eene jaarlijksche pachtsom van f 1850.— en overigens onder de bestaande, doch in bovenbedoelden geest aangevulde voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 91. Leiden, 20 April 1917. Naar de Commandant der Brandweer ons mededeelt, is handspuit No. 4 wegens ouderdomsgebreken niet meer ge schikt voor den dienst der Leidsche brandweer en komt zij mitsdien in aanmerking om te worden verkocht. Aangezien aanschaffing van nieuwe handspuiten, zooals U bekend is, geen aanbeveling verdient, zal de wijk van spuit No. 4, overeenkomstig de bij vorige gelegenheden gevolgde gedragslijn, voorloopig bij de wijk van spuit No. 10 worden gevoegd, terwijl het kader en de spuitgasten van spuit No. 4 naar een der andere spuiten zullen worden overgeplaatst. De opperbrandmeester van spuit No. 4 is in verband met een en ander door ons overgeplaatst naar spuit No. 10. De opperbrandmeester van deze laatste spuit is overgegaan naar de stoomspuiten Nis. 1 en 11, alwaar juist eene vacature van opperbrandmeester was. Op grond van het bovenstaande geven wij Uwe Vergade ring alsnu in overweging tot den verkoop van handspuit No. 4 te besluiten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 92. Leiden, 20 April 1917. Bij onderzoek is ons gebleken, dat de op de ter visie lig gende situatie in bruin aangeduide tereinstrook, gelegen vóór de huizen aan de Heerenstraat, nog niet in eigendom en onderhoud bij de gemeente is overgedragen, niettegenstaande reeds geruimen tijd geleden tot bestrating werd overgegaan. Onderhandelingen dezerzijds met de verschillende eigenaren gevoerd, hebben tot resultaat gehad, dat deze zich thans bereid hebben verklaard hun eigendom kosteloos aan de gemeente af te staan. Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten de op nevensgaande situatie in bruin aangeduide terreinstrook, thans kad. bekend sectie M Nis 3657, 3602, 3656, 3651, 3648, 3367 en 3366, kosteloos in eigendom en onderhoud bij de gemeente over te nemen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 93. Leiden, 20 April 1917. In verband met het in Uwe Vergadering van 23 November j.l. aan den Directeur der Hoogere Burgerschool voor Jongens voor den tijd van 3 maanden verleende verlof tot herstel van gezondheid, is diens functie gedurende dien tijd waar genomen door den leeraar P. Werkman. Aangezien de heer Werkman den Directeur op uitstekende wijze heeft vervangen, geeft de Commissie van Toezicht in overweging hem eene gratificatie te verleenen. Eene dergelijke gratificatie is den heer Werkman ook toe gekend bij raadsbesluit van 12 Juli 1900 (Ingek. Stukken No. 166), nadat hij wegens ziekte van den. toenmaligen Directeur gedurende den geheelen cursus 18991900 diens ambt had waargenomen. Ons College kan zich met het denkbeeld der commissie volkomen vereenigen. Alleen komt het ons voor, dat, waar den heer Werkman in 1900 voor de waarneming van het Directeurschap gedurende een geheelen cursus eene belooning van f 1000— werd toegekend, deze thans bij eene waar neming gedurende slechts 3 maanden, op 250.en niet op 300.zooals de commissie voorstelt, behoort te worden bepaald. Wij geven U mitsdien in overweging aan den heer P. Werkman, als erkenning van de goede diensten, door hem gedurende de ongesteldheid van den Directeur der Hoogere Burgerschool voor Jongens aan de gemeente bewezen, eene gratificatie van 250.toe te kennen en in verband hier mede over te gaan tot vaststelling van nevensgaanden staat van af- en overschrijving. Op den post voor Onvoorziene Uitgaven, waaruit deze uitgave zal moeten worden gekweten, is nog een bedrag van 73.550 beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1917 | | pagina 5