187
van het hoofd der school f 1800, met 4 verhoogingen van
100, telkens na 3 jaar dienst als hoofd van eene openbare
of bijzondere of buitengewone school voor lager onderwijs,
derhalve tot een maximum van 2200, benevens f 350 wegens
vergoeding voor huishuur. Een onderwijzer of onderwijzeres,
in het bezit der ho «fdakte, ontvangt een jaarwedde van ƒ1200
met zes verhoogingen van 100, telkens na 2 jaar dienst,
derhalve tot een maximum van 1800, eene onderwijzeres
zonder hoofdakte 1000 met 4 verhoogingen van ƒ100, eveneens
telkens na 2 jaar dienst, alzoo tot een maximum van ƒ1400.
De Plaatselijke Schoolcommissie adviseert, om voor het
onderwijzend personeel aan de buitengewone school geen af
zonderlijke salarisregeling vast te stellen, maar de nieuwe
regeling voor de lagere scholen ook op dit personeel toe te
passen. Met het oog op den bijzonderen aard van de buiten
gewone school zou aan het hoofd een toeslag van 250, en
aan elk lid van het personeel een van 200 zijn toe te
kennen boven het traktement, dat zij in gelijke omstandig
heden aan eene lagere school zouden ontvangen. Bovendien
zou aan de onderwijzeressen, belast met het onderwijs in de
nuttige handwerken, een toelage van 50 voor een akte of
aanteekening in dat vak kunnen worden toegekend en voor
elk der diploma's a en voor handenarbeid eveneens 50.
Bij uitwerking van dit stelstel bleek ons, dat alleen het
hoofd belangrijk in traktement, zou vooruitgaan, doch van het
overige personeel de beide onderwijzeressen absoluut geen
hooger traktement zouden krijgen, terwijl de onderwijzer,
indien men geen overgangsbepaling maakte, zelfs 50 minder
zou ontvangen dan volgens de bestaande regeling.
Wij achten het daarom beter de vigeerende afzonderlijke
regeling te handhavep, met dien verstande, dat zoowel de
minimum-jaarwedde van het hoofd als die van het overige
personeel met 100 wordt verhoogd, waardoor vanzelf ook
het maximum met 100 stijgt. Verder dient ook hier de
aan het hoofd toe te kennen vergoeding voor huishuur met
100 te worden verhoogd, terwijl overeenkomstig het advies
van de Schoolcommissie aan de onderwijzeressen, belast met
het onderwijs in de nuttige handwerken, eene toelage van
50 'sjaars ware toe te kennen, indien zij de bevoegdheid
tot het geven van onderwijs in vak k bezitten.
De overige in de verordening aan te brengen wijzigingen
behoeven geen toelichting; zij zijn hoofdzakelijk van for-
meelen aard.
Naar den toestand op 1 Juli 1916 zal de herziening der
salarissen, die op 1 Januari 1917 in werking dient te treden,
eene jaarlijksche hoogere uitgave van 600 medebrengen.
Alsnu vragen wij nog eenige oogenblikken Uwe aandacht
voor eene door ons College noodig geachte herziening van de
jaarwedden bij het herhalingsonderwijs en bij het bewaar-
schoolonderwijs.
Volgens de verordening van 13 October 1904 (Gem.Blad
no. 28), regelende de bezoldiging van de onderwijzers en on
derwijzeressen, belast met het geven van openbaar herhalings
onderwijs, geniet het hoofd der school een aanvangswedde
van 35Ö, met 2 verhoogingen van 50, telkens na 3 jaar
dienst, derhalve tot een maximum van 450. De overige
onderwijzers en onderwijzeressen ontvangen een aanvangs
wedde van 200, met 2 verhoogingen van 50, telkens
na 3 jaar dienst, alzoo tot een maximum van 300.
Na vergelijking met de salarissen bij «Kennis is Macht"
en «Mathesis" geeft de Plaatselijke Schoolcommissie in over
weging de aanvangswedde zoowel voor het hoofd als voor de
onderwijzeressen met 50 'sjaars te verhoogen en de perio
dieke verhoogingen onveranderd te laten, zoodat ook het
maximum met 50 toeneemt.
Ons College komt het voldoende voor, indien aan de wedden
van het hoofd en het verdere personeel eene derde periodieke
verhooging na 9 jaar dienst wordt toegevoegd. Jn tegenstelling
met het lager onderwijs is hier voorzeker geen gebrek aan
sollicitanten; voor deze bijbetrekking melden zich genoeg
gegadigden aan.
De jaarwedde van de onderwijzeres, belast met het huis-
houd-, kook- en waschonderricht bedraagt thans 1000.
Op de gronden, in het rapport der Schoolcommissie aan
gevoerd, geven wij U in overweging die wedde met 200 te
verhoogen.
In verband hiermede komt het ons billijk voor, ook aan de
tijdelijke onderwijzeres in de huishoud-, wasch-en kookkunst,
Mej. I. M. Enuma, te Rotterdam, eenige verhooging toe te
kennen.
Ingevolge Uwe besluiten van 1 en 24 September 1908
(Ingek. Stukken Nis. 215 en 231) bedraagt hare bezoldiging
ƒ500 per jaar. Wij zouden dit bedrag tot ƒ600 per jaar-
verhoogd willen zien.
De verhooging der verschillende wedden bij het herhalings
onderwijs met ingang van 1 Januari a. s. heeft, berekend
naar den toestand op 1 Juli 1916, eene meerdere jaarlijksche
uitgave van ƒ950 ten gevolge. Bij aanneming van het voor
stel der Schoolcommissie zou de herziening, ongeacht de ver
hooging voor Mej Enuma, nog ƒ200 per jaar meer kosten.
Tenslotte de salarissen bij het bewaarschoolonderwijs.
ingevolge de verordening van 25 Juni 1908 (Gem. Blad
No. 15) geniet het hoofd der bewaarschool een aanvangs
wedde van ƒ750, met 3 verhoogingen, telkens na 3 jaar dienst,
van ƒ50, derhalve tot een maximum van ƒ900. MetdeCom-
tnissie voor de Bewaarscholen zijn wij van oordeel, dat dit
traktement onvoldoende is en achterstaat bij de traktementen
elders. Bij vacatures meldden zich dan ook slechts een beperkt
aantal sollicitanten aan. Eene verhooging van de minimum-
jaarwedde met 100 en behoud van het aantal en het bedrag
der periodieke verhoogingen, zoodat dus ook het maximum
ƒ100 toeneemt, achten wij, evenals de commissie, noodig.
Tevens zou dan echter nog bepaald moeten worden, dat ook
de dienstjaren elders als hoofd doorgebracht, medetellen.
De onderwijzeressen ontvangen thans een jaarwedde van
ƒ400ƒ700, met dien verstande dat in de praktijk slechls
aan de eerste onderwijzeressen ƒ700 wordt uitgekeerd. Het
salaris ondergaat periodiek verhooging, zonder dat hieromtrent
echter in de verordening een regeling is voorgeschreven.
Nu in de laatste jaren voor bijna het geheele personeel
bij de verschillende soorten van onderwijs periodieke verhoo
gingen in de desbetreffende verordeningen zijn vastgelegd, komt
het ons gewenscht voor, om bij de herziening der jaarwedden
voor de bewaarschoolonderwijzeressen ook eene regeling te
treffen in zake de toekenning van periodieke verhoogingen.
Eene regeling in dien zin, dat de aanvangswedde in den
vervolge 500 'sjaars bedraagt, na 2, 4, 6, 8, '10, 12 en 14
jaar dienst telkens met ƒ30 te verhoogen, derhalve tot een
maximum van ƒ710 'sjaars, benevens ƒ50 extra voor de
eerste onderwijzeressen, lijkt ons voldoende. Opdat tengevolge
van de nieuwe regeling geen der in functie zijnde onder
wijzeressen achteruitgaat, is eene overgangsbepaling aan de
verordening toegevoegd.
De overige wijzigingen behoeven geen toelichting.
De meerdere kosten der op 1 Januari 1917 in te voeren
nieuwe salarisregeling bij het bewaarschoolonderwijs, bedragen
naar den toestand op 1 Jnli 1916 ƒ1655 'sjaars.
De totaal-kosten van al de door ons College in het boven
staande besproken salariswijzigingen bedragen derhalve, be
rekend naar den toestand op 1 Juli 1916:
Onderwijzers(essen) van bijstand bij 't 1. o. 45.775
Hoofden bij 't 1. o3.300
Vakonderwijzeressen in handwerken bij 'tl. 0. 2.180
Lager Onderwijs te zamen 51.255
Buitengewone School600
Herhalingsonderwijs950
Bewaarschoolonderwijs1.655
Totaal 54.460
Ons College is hiermede aan het einde van zijne be
schouwingen gekomen. Aan Uwe Vergadering is thans de
beslissing, of een zoo aanzienlijke aderlating van de gemeente
lijke schatkist in de tegenwoordige tijdsomstandigheden en
gelet op den financieelen toestand der gemeente voldoende
verantwoord is. Slechts dit willen wij U nog opmerken, dat
wij bij onze voorstellen tot het alleruiterste, dat financieel
mogelijk is, zijn gegaan, zoodat wij in ieder geval vertrouwen,
dat door Uwe Vergadering geene besluiten zullen worden
genomen, die tot nog hoogere kosten zullen leiden.
Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende
stukken en onder mededeeling, dat de noodige begrootings-
regelingen tezijnertijd bij U aanhangig zullen worden gemaakt,
geven wij Uwe Vergadering alsnu in overweging:
a. vast te stellen de navolgende verordeningen: