206
DONDERDAG 23
NOVEMBER 1916.
straat tot openbare straat gemaakt, dan blijft zij eigendom
van den tegenwoordigen eigenaar, al is deze dan ook beperkt
in de wijze van bebouwing.
De beraadslaging wordt gesloten.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
praeadvies besloten.
XV. Verordening, tot wijziging van de verordening van 14
Januari 1915 (Gemeenteblad No. 2), betreffende het toelaten
van kinderen tot lichtbeeldenvertooningen.
(Zie Ing. St. No. 230.)
Algemeene beschouwingen worden niet gevoerd.
Het eenig artikel en daarmede de geheele verordening wordt
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
De Voorzitter. Zooals de heeren weten, zijn de punten
16, 17 en 18 door ons van de agenda afgevoerd. Deze zullen
behandeld worden in de zitting van Maandag a.s. te twee uur.
XIX. Voorstel tot wijziging der begrooting, dienst 1916,
ten behoeve van de toekenning van een extra-subsidie aan
de vereeniging »Schoolkindervoeding".
(Zie Ing. St. No. 244.)
De beraadslaging wordt geopend.
De heer de Boer. M. d, V. Even een paar opmerkingen
omtrent het praeadvies. Het bestuur van Schoolkindervoeding
wordt een opmerking gemaakt door Burgemeester en Wethou
ders, alsof zij hare taak te gering heeft geschat om hare inkom
sten te zien vermeerderen. Niets is minder waar, dan dat zij
daartoe niet krachtig heeft gepropageerd. Wel is waar dat het
bestuur een andere regel heeft gevolgd en niet heeft aangeklopt
bij hen, die in het jaar 1914/15 zoo krachtig hebben bijgedragen
ter versterking van de geldmiddelen. Men heeft getracht ook
een andere categorie van burgers te winnen die Schoolkinder
voeding wil steunen in zijn socialen arbeid. Mogen die resultaten
van extra giften niet zoo ruim zijn toegevloeid, de vereeniging
heeft succes gehad door leden te winnen, waardoor haar
cijfer in de contributiën is gestegen. Wij allen weten maar
al te goed, dat door overlijden, vertrek uit de gemeente en
bedanken, ook een taak van het bestuur is, dat het ledental
niet achteruit mag gaan, en als ik mij niet bedrieg, zal dit
cijfer belangrijk gunstiger zijn dan het voorgaande boekjaar,
en ik heb ook goeden moed voor de toekomst, dat ook daar
door die extra giften zullen stijgen.
Mijnheer de Voorzitter. Dit verwijt kan de vereeniging
niet aangewreven worden.
En nu wat betreft de toekenning van een extra subsidie.
Uit het onderzoek der boeken is immers gebleken, dat het
tekort van 1117,215 beinvloed is geworden door de hoogere
kosten van voeding en de noodzakelijkste uitgaven van de
aanschaffing van nieuw materiaal.
De abnormale tijdsomstandigheden zijn nog in grooter mate
aanwezig dan in de voorgaande boekjaren. Het tekort zou
juist even gedekt zijn met het bedrag van 1250,'t welk
Burgemeester en Wethouders den Raad voorstellen, als extra
subsidie toe te kennen voor het jaar 1916. En waar Burge
meester en Wethouders zelf bekennen, dat de kosten over
1916/17 eer méér dan minder zullen bedragen, kan ik mij niet
goed indenken, waarom slechts 4/s gedeelte van het gevraagde
bedrag wordt voorgesteld. De vereeniging vraagt in haar
adres een extra subsidie van 1500,niet alleen om het
tekort te dekken, maar in staat te zijn in de goede richting
voort te werken tot heil van 't arme schoolkind. Gaarne
zou ik zien de Raad daaraan zijne goedkeuring kan hechten
en doe ik het voorstel om het bedrag door Burgemeester en
Wethouders voorgesteld met 250.te verhoogen.
De heer Botermans. M. d. V. Burgemeester en Wethou
ders zeggen wel, dat er door de vereeniging meer naar moet
worden gestreefd om meer te ontvangen, maar tengevolge
van de tijdsomstandigheden verminderen juist de giften.
Anders leest men nog wel eens in de dagbladen, dat er voor
de vereeniging is ingekomen een gift van Neeltje of van
Pietje of uit Jantjes spaarpot, maar in dezen tijd leest men
daar niets van. Nu wordt Schoolkindervoeding uitgeschakeld
en dat is de oorzaak, dat er ondanks het streven van de
vereeniging tegenwoordig minder inkomt.
De Voorzitter. Ik zou even willen uitleggen wat in deze
de kwestie is en waarom Burgemeester en Wethouders er
niet toe konden besluiten het volle subsidie te geven.
Wanneer ik den toestand van de vereeniging naga, dan
zie ik, dat zij begint met een tekort van ƒ1117.211/»; dat is
echter niet het tekort van het dienstjaar, want dat is begon
nen met een tekort van ƒ821.671/», zoodat het tekort in het
vorige jaar slechts ongeveer 300.is geweest en het andere
was dekking van een ander tekort. Wij moeten hier steunen
de exploitatie en voor dekking van het oude tekort moet
de vereeniging maar aankloppen bij menschen, die daarvoor
hart hebben, of op andere wijze het bedrag bij elkaar zien
te krijgen. Wij moeten alleen zien, dat de exploitatie ge
regeld wordt en hebben niet te maken met het oude tekort.
Nu heeft verleden jaar de vereeniging tweemaal ƒ1500.
gehad, eens gewoon en eens buitengewoon.
De exploitatierekening sluit als een bus: tekort ƒ300.
extra-aanschaffing ƒ300.zoodat de rekening sluit met een
gift van ƒ3000.van de Gemeente. Nu zou ik zeggen: Dat
kunnen wij dit jaar ook doen, want dan is het ongeveer zoo
gebleven. De dienst 1914 begon met een nadeelig slot van
ƒ1228.63 en eindigde met een nadeelig slot van 821.677a,
zoodat de vereeniging in dat jaar ongeveer ƒ400.wasvoor-
uitgegaan. Het nadeelig slot was 400.kleiner en de vereeni
ging had een subsidie gehad van 1500.De extra-giften be
droegen dat jaar een kleine 2400.en het jaar daarna slechts
ƒ600.Nu is daartusschen werkelijk een oorzakelijk verband
geweest, n.l. tusschen de giften van. de Gemeente en het
decresseeren van de giften van particulieren. Ik heb iemand
gesproken, die veel opheeft met Schoolkindervoeding en die
mij zeide: Ik vind het jammer, dat de subsidie van de Ge
meente zoo verhoogd is, want nu gaat het initiatief van de
menschen eruit. Ik wil den bestuurders niet te laste leggen,
dat zij geen moeite doen, maar de menschen zeggen toch:
Och, de Gemeente doet het. Men heeft maar één zegeltje
noodig en de zaak komt tot stand. Dan is het te begrijpen,
dat de menschen minder gaan geven. Waarom moet ik dat
doen, zeggen de menschen, laten wij maar niets geven, dan
betalen wij het wel in de belasting. Dat is mijns inziens
juist de fout.
Nu rneenen Burgemeester en Wethouders, dat wij niet alles
moeten geven, maar stellen voor Vs. Wij hebben niet 3/s
voorgesteld, om de vereeniging niet te veel te dupeeren.
Het is ons ook opgevallen, dat verleden jaar, niettegenstaande
de 1500.meer subsidie, de toestand toch ongunstiger is
geworden door de aanschaffing voor ƒ300.—. Dat kan niet
alles geweten worden aan de buitengewone omstandigheden,
want goed nagerekend hebben de porties verleden jaar meer
gekost 42472 maal 13A cent, dat is ongeveer ƒ740.Dat
maakt dus niet noodzakelijk het geven van een subsidie van
ƒ1500.Doordat de dienstjaren door elkaar loopen en het
ongeveer op hetzelfde neerkwam, kwamen wij op ongeveer
hetzelfde subsidie en daarvan wordt dan 1/& gevonden door
het particulier initiatief. Vroeg of laat zal de vereeniging toch
weer komen aankloppen. Kort geleden gaf de gemeente niet
meer dan ƒ650.en nu wordt gevraagd ƒ3000.eri ik ben
bevreesd, dat dat chronisch wordt. Nu is dat niet zoo een
groote som, maar wij moeten toch altijd eraan denken, dat
wij zuinig moeten zijn.
Veel te lichtzinnig wordt aan de tijdsomstandigheden de
schuld gegeven van den financiëelen toestand. Men komt er
tegenwoordig veel te gemakkelijk toe om subsidie aan te
vragen. Wij moeten remmen, al doet oils dit veel leed, dat wij
hiertoe zullen moeten overgaan.
Al eens meer hebben wij voorgesteld eene subsidieaanvrage
te weigeren, omdat wij meenden, dat wij door dit subsidie te
verleenen een nieuw terrein zouden gaan betreden. Ik wil
niet zeggen, dat dit geen nuttige vereeniging zou zijn, maar
wij kunnen niet aan het subsidiegeven blijven. Dit zou de
draagkracht van de gemeentefinanciën niet toelaten. Ik beveel
ten zeerste de aanneming van het voorstel van Burgemeester
en Wethouders aan. Het is niet zoozeer om het bedrag van
ƒ250.maar omdat hierdoor het geheele tekort zou zijn ge
dekt en er dan geen prikkel zou wezen voor het particulier
initiatief om deze vereeniging te steunen. Het is niet onze
bedoeling om het bestuur van de vereeniging te verwijten
niet diligent te zijn geweest, maar ieder bestuur kan nog
meer doen dan het doet, b.v. door middel van persoonlijk
bezoek.
Er is toch al zoo'n groot verschil tusschen wat op dit
oogenblik aan subsidie wordt gegeven en voor eenige jaren.
Ik geloof, dat men er niet te spoedig toe moet besluiten om
eene hoogere subsidie toe te staan. Men moet remmen. En
nu geloof ik niet, dat het voorstel van Burgemeester en Wet
houders van dien aard is, dat de vereeniging door het niet
krijgen van die 250.zal komen te vallen. Ik meen hier
mede voldoende het standpunt van de meerderheid van Bur
gemeester en Wethouders te hebben uiteengezet en ik raad
den Raad dan ook ten zeerste aan, mede te gaan met het
voorstel van Burgemeester en Wethouders.
De heer de Boer. M. d. V. Ik wil even antwoorden op
hetgeen U gezegd hebt over dien menschenvriend, die zooveel
op had met kindervoeding maar het betreurde, dat er zooveel
subsidie aan de gemeente was aangevraagd. Toen Schoolkin-