202
„DONDERDAG 23
NOVEMBER 1016.
«beperken. Dit acht ik zoo urgentdat men zelfs voor een
y>verhooging der tarieven voor gas en electriciteit niet zal mo
rgen terugschrikken."
Tot zoover de Minister.
Ik acbt het mijn plicht den Raad kennis te doen nemen
van deze bij uitstek bevoegde stem, die, naar ik meen, ook
de door Uw College gevolgde gas-politiek geheel sanctionneert.
Ik kan er in dit verband bijvoegen, dat wij reeds maat
regelen hebben getroffen tot beperking van de straatverlich
ting, die in de huidige omstandigheden, in vergelijking met
andere gemeenten, alhier zeer royaal mag worden genoemd.
Aan de orde is nu:
I. Benoeming van een lid der Commissie van Fabricage,
wegens het bedanken als zoodanig van den heer J. Hartevelt Azn.
De Voorzitter. Mag ik de heeren Fokker, Fabius, Huurman
en Tepe verzoeken het stembureau te willen vormen?
Wordt benoemd met 22 stemmen de heer Korff; 3 stemmen
waren van onwaarde en 1 in blanco.
II. Benoeming van een onderwijzer, plaatsvervangend hoofd
der school 2e klasse voor Jongens en Meisjes No. 1.
(Zie Ing. St. No. 241.)
Wordt benoemd met algemeene (26) stemmen de heer
F. A. Schilthuizen.
(De heer Briët komt ter vergadering.)
III. Verzoek van de Centrale Commissie voor de belangen
der uitgewekenen in Nederland om vergunning tot het bou
wen van een houten interneeringsloods voor Belgische sol
daten op het terrein aan den lloogen Rijndijk, Sectie M.
No. 2926.
(Zie Ing. .St. No. 240.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
IV. Voorstel tot openbaren verkoop van op de Stads-Tim-
merwerf aanwezige, buiten gebruik gestelde voorwerpen en
materialen.
(Zie Ing. St. No. 229).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
V. Voorstel tot verhooging van eenige posten der begrooting,
dienst 1916.
(Zie Ing. St. No. 238).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
VI. Voorstel tot verhooging van eenige posten der begrooting,
dienst 1917.
(Zie Ing. St. No. 238).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
VII. Voorstel tot verhooging der begrooting, dienst 1916,
ten behoeve voor de meerdere kosten van verwijding van de
Pauwbrug.
(Zie Ing. St. No. 231).
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Botermans. M. d. V. Ik heb natuurlijk geen bezwaar
tegen het toestaan van de meerdere gelden, die deze verbou
wing kost, maar ik zou willen vragen of er een bijzondere
reden is geweest indien het geen bezuinigingsmaatregel
is waarom geen zijvleugels zijn gemaakt aan den kant
van den Ouden Vest, terwijl die wel gemaakt zijn aan den kant
van den Oude Singel. Ik meen, dat zij aan den Ouden Vest ook
wel noodig zijn. Er passeeren daar vele kinderen van drie
scholen, die daar in de buurt zijn en ik meen, dat het nood
zakelijk is dat die zijvleugels daar worden gemaakt, even
goed als aan den kant van den Ouden Singel, want de passage
is daar zeer druk.
De heer Fischer. M. d. V. De heer Botermans vraagt,
waarom deze zijvleugels niet gemaakt zijn. Wij moesten hier
mede zeer zuinig zijn en toen de brugwijziging in uitvoering
kwam, bleek het het beste, dat wij, als wij een verwijding
maakten, die aanbrachten aan den kant van den Ouden Singel,
omdat daar toch in elk geval een bocht gemaakt moet wor
den bij het afrijden van de brug. Aan den anderen kant
komt de Pelikaanstraat recht op de brug en het is dus niet
noodig daar een draai te nemen bij het afrijden van de brug
Bovendien zou het meer geld gekost hebben, om het ook aan
den anderen kant te maken.
De heer Botermans. M. d. V. Ik wilde daarop antwoorden,
dat het antwoord van den Wethouder mij niet bevredigt, want
ik acht het noodzakelijk, dat die zijvleugels daar ook komen.
De Wethouder ontkent dit wel, maar ik acht ze wel degelijk
noodig. Er zijn daar scholen in de buurten als men om 9 uur,
12 uur, 2 uur en 4 uur komt kijken, moet men het krioelen
der kinderen daar eens zien. Als er een wagen komt, weten
de kinderen werkelijk niet waar zij moeten blijven. Het zou
ook heel gemakkelijk zijn voor het oprijden van de zijde van
de haven, als men van de gasfabriek komt, wanneer daar
zijvleugels waren. Ik zal op het oogenblik tevreden zijn met
hetgeen de Wethouder heeft gezegd, maar vestig er de aan
dacht op van Burgemeester en Wethouders, om deze zaak
nader te bekijken.
De beraadslaging wordt gesloten.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
praeadvies besloten.
VIII. Voorstel tot verhooging der begrooting, dienst 1916,
ter bestrijding van de kosten voor herstelling van gemeente
gebouwen, in verband met de huisvesting van militairen en
van verdere uitgaven in verband met de buitengewone tijds
omstandigheden.
(Zie Ing. St. No. 248).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het preadvies besloten.
IX. Voorstel om tot H. M. de Koningin het verzoek te
richten tot verlenging van den termijn voor het gebruik van
de beide houten hulppaviljoens op Endegeest en van dien tot
verpleging van zes jeugdige idioten in elk der beide pavil
joens boven het bepaalde maximum.
(Zie Ing. St. No. 232).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig praeadvies besloten.
X. Voorstel tot aanvaarding ten behoeve van het Stedelijk
Museum »de Lakenhal" van eene collectie aardewerk, ge
schonken door de Naaml. Vennootschap: Fabriek van Brou-
wer's aardewerk «Vredelust" te Leiderdorp.
(Zie Ing. St. No. 247).
De beraadslaging wordt geopend.
De Voorzitter. Zooals de heeren gelezen zullen hebben,
is het voorstel van Burgemeester en Wethouders om dit ge
schenk te aanvaarden onder betuiging van onze erkentelijk
heid voor deze zeer gewaardeerde schenking.
De heer Sijtsma. M. d. V. Wanneer een of meer voorwerpen
van eene historische waarde voor onze stad of van kunst
waarde ten geschenke worden gegeven, dan stem ik er meestal
mede inwanneer deze geschenken onder dankbetuiging
worden aanvaard. In dit geval kan ik hier evenwel niet zoo
buitengewoon mede instemmen. Wanneer men de zaak goed
bekijkt, dan geloof ik, dat wij geen van allen dit-zullen doen.
Met het aanvaarden van een dergelijk geschenk zijn wij op
den verkeerden weg, vrees ik. Wanneer wij hier een museum
van kunstnijverheid hadden, dan zou dit geschenk daar op
zijne plaats zijn. In de Lakenhal zal dit niet het geval zijn.
Wanneer men eene vitrine gaat plaatsen met deze bonte
collectie aardewerk in de stemmige zalen te midden van
schilderijen van oude meesters en portretten uit den regen-
tentijd, dan geloof ik, dat deze dingen tegen elkander zullen
vloeken.
Dit is evenwel mijn grootste bezwaar nog niet. Ik ben van
meening, dat wij door dit geschenk te aanvaarden bezig zijn
reclame te maken voor deze fabriek. Niet ver buiten de
grenzen onzer stad is nog een fabriek van aardewerk en nu
zal de directie van deze fabriek, en misschien nog wel die van
andere fabrieken van kunstnijverheid, komen en vragen om
in de Lakenhal eene vitrine gevuld met geproduceerde voor
werpen te mogen plaatsen. Wanneer wij nu een precedent
op dit punt hebben geschapen, kunnen wij verzoeken van
die andere fabrikanten of kunstambachtslieden niet weigeren.
Wij kunnen moeilijk zeggen: het aardewerk van den heer
Willem Brouwer heeft wel kunstwaarde, wat van andere zijde