100
aangesteld kan worden, in hun plaats onderwijzers zonder die
akte te benoemen. Het ligt daarbij evenwel in de bedoeling,
dat het getal onderwijzers met hoofdakte het tegenwoordig
in de verordening genoemde maximum zooveel mogelijk zal
nabij komen.
Op grond van een en ander geven wij U mitsdien in over
weging tot de vaststelling der navolgende verordening over
te gaan:
VERORDENING, houdende wijziging van de verordening van 7
December 1911 (Gein.Blad No. 41), bepalende bet
getal der scholen voor openbaar lager onderwijs te
Leiden, den omvang van bet onderwijs op elke school,
den bijstand aan de hoofden der scholen te verleenen
en de bezoldiging van het onderwijzend personeel,
laatstelijk gewijzigd bij verordening van 8 Juni 1916
(Gem.Blad No. 11).
Eenig Artikel.
In art. 8, tweede alinea, van bovengenoemde verordening
wordt, in plaats van »vijf", gelezen: »twee tot vijf".
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 190. Leiden, 29 Augustus '1910.
In de laatste jaren bereikten ons herhaaldelijk klachten
over den toestand der sloot gelegen tusschen de Witte Rozen
straat en de Gerrit Doustraat. Ook de Gezondheidscommissie
vestigde meermalen onze aandacht op dien toestand en drong
ten slotte op demping en rioleering aan.
Eene commissie, als bedoeld in art. 12 der verordening op
wegen, lanen, straten enz. en wateringen en slooten, en mits
dien bestaande uit den Directeur van Gemeentewerken en
twee stadsgeneesheeren, kwam in haar op ons verzoek uitge
bracht rapport van 10 Mei 1916 tot de conclusie, dat de
sloot wegens den voortdurenden aanvoer van verontreinigde
stoffen schadelijk voor de gezondheid moest worden geacht
en algeheele opruiming der sloot dringend noodig was.
Bij een door haar ingesteld onderzoek bevond zij n.h, dat
de sloot in verregaanden staat van verontreiniging verkeerde.
De vervuiling wordt h. i. veroorzaakt door het inwerpen van
tal van stoffen door de omwonenden, alsmede door het loozen
van verschillende riolen en beerputten uit de aangrenzende
perceelen, terwijl gelegenheid tot verversching van het water
en doorstrooming nagenoeg niet aanwezig is. Aan de noord
zijde is de sloot, zoo lezen wij vervolgens in het rapport, om
"verdere verontreiniging te voorkomen afgesloten van het in
de singelsloot gelegen riool; aan de zuidzijde staat de sloot
door een 70 M lang riool in verbinding met den Trek vliet,
doch uit den aard der zaak wordt aldus geen behoorlijke
verversching verkregen. En aangezien er geen ander middel
bestaat om zuiver water aan te voeren, kan volgens de
commissie de steeds toenemende verontreiniging niet worden
voorkomen. Ook periodieke reiniging baat h. i. weinig, aange
zien na zeer korten tijd, tengevolge van nieuwen aanvoer
van vuile stoffen, de sloot opnieuw is vervuild.
Een en ander deed den wethouder van fabricage besluiten
de eigenaren der sloot tot eene bijeenkomst uit te noodigen,
ten einde tot een vergelijk in zake de demping en rioleering
te komen.
Het resultaat van de gehouden besprekingen was, dat de
verschillende eigenaren zich bereid verklaarden naar verhou
ding te zullen bijdragen in de kosten der uit te voeren werken,
tot een maximum van f 3500,mits de gemeente het res-
teerende gedeelte van de op de f 4500,geraamde kosten
der demping en rioleering (niet inbegrepen de kosten van
latere erfscheiding op de gedempte sloot) voor hare rekening
nam en zich met de uitvoering van het werk belastte. Een
volledig overzicht van de bepalingen der gesloten overeen
komst en van de wijze van uitvoering treft men aan in de
bij de stukken zich bevindende verklaring op zegel, door of
namens alle eigenaren onderteekend.
Met de Commissie van Fabricage komt het ons voor, dat
het belang, hetwelk de gemeente heeft bij een spoedige finale
opruiming der sloot, en het feit, dat de rioleering eenige
werken bevat, die verband houden met de eischen van lateren
straataanleg, een bijdrage van f tOOÖ,van gemeentewege
volkomen wettigt.
Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging door
vaststelling van nevensgaanden suppletoiren begrootingsstaat
een bedrag van f 4500,te onzer beschikking te stellen voor
de demping en rioleering van de sloot, gelegen tusschen de
Gerrit Doustraat en de Witte Rozenstraat, mits door de
eigenaren der sloot vóór den aanvang van het werk een be
drag van f 3500,ter nadere verrekening in de gemeentekas
worde gestort. Op den post voor Onvoorziene Uitgaven, waar
van de bijdrage der gemeente ad ƒ1000,zal moeten worden
afgeschreven, is thans nog f 47,954,655 beschikbaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 191. Leiden, 30 Augustus 1916.
Wederom zal tot uitbreiding der buitengewone school voor
Lager Onderwijs in het Caecilia-Gasthuis alhier moeten worden
overgegaan.
De school bevat na de laatste uitbreiding, waartoe bij raads
besluit van 14 Januari 1915 (Ingek. Stukken No. 4) besloten
werd, vier leerlokalen, plaats biedende voor 60 leerlingen.
Het aantal leerlingen bedraagt thans reeds 59, terwijl een
17 tal kinderen, die blijkens gehouden onderzoek voor toe
lating op de buitengewone school in aanmerking komen, op
plaatsing wachten.
Vermeerdering van het aantal leerlokalen met tenminste
één is derhalve noodzakelijk. Aanbeveling verdient het echter,
aangezien ingevolge de subsidieregeling en het daarmede cor-
respondeerende artikel 6 der verordening voor de buiten
gewone school de klassen, behoudens door den Districts
schoolopziener te verleenen tijdelijke vrijstelling, niet meer
dan 16 leerlingen mogen hebben, tegelijkertijd een zesde leer-
lokaal in te richten, hetwelk wel spoedig zal blijken eveneens
noodig te zijn.
Uitbreiding der school met twee leerlokalen kan geschieden
door bijtrekking van de benedenwoning van den hoofd-ont-
smetter bij de school, op de wijze, als op de teekening nader
is aangegeven. De bij de woning behoorende tuin kan als
«schooltuin'' aan de te kleine speelplaats worden toegevoegd,
terwijl het voormalige keukengebouw tegenover het hoofdge
bouw, hetwelk thans bij den hoofd-ontsmetter als waschhok
in gebruik is, kan blijven bestaan en in den vervolge dienst
kan doen als bewaarplaats voor tuingereedschap en dgl.
Behalve voor 2 leerlokalen biedt de woning gelegenheid voor
het maken van de rioodige privaten en urinoirs, het bergen van
kleeren, het bewaren van leermiddelen en het maken van
een uitgang naar de speelplaats. De indeeling der beneden
ruimte zal dus nagenoeg overeenkomen met die der daarboven
gelegen verdieping.
De bestaande noodtrap zal door een betere worden vervan
gen, terwijl de indertijd op verlangen van den Districts
schoolopziener op de binnenplaats gebouwde muur, die de
speelplaats afscheidt van het terrein, waaraan de woning van
den hoofd-ontsmetter en het daaraan grenzende ontsmettings
magazijn gelegen zijn, zal worden afgebroken en vervangen
door een hooge schutting, die ook de vergroote speelplaats
en den schooltuin zal omvatten.
De kosten van verbouwing en inrichting worden, met
inbegrip van de uitgaven voor de aanschaffing van meubilair,
door den Directeur van Gemeentewerken geraamd op
f 7000. Bovendien zal aan den hoofd-ontsmetter een ver
goeding moeten worden gegeven wegens gemis van vrije
woning gedurende den tijd, dat zijne nieuwe ambtswoning,
die een onderdeel der eerlang in te dienen ontwerpen voor
de nieuwe ontsmettingsinrichting uitmaakt, nog niet gereed is.
Onder mededeeling, dat de Commissie van Fabricage zich
met het plan tot uitbreiding der school en de daarmede
gepaard gaande verhuizing van den hoöfd-ontsmetter kan
vereenigen, geven wij Uwe Vergadering alsnu in overweging
door vaststelling van nevensgaanden suppletoiren begrootings
staat een bedrag van f 7000 te onzer beschikking te stellen
voor het uitbreiden der buitengewone school in het Caecilia-
Gasthuis met nog 2 leerlokalen en daarmede verband houdende
verbeteringen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.