79
Eventueele moeilijkbeden, waartoe bet sub 1°. tot en met
8°. bepaalde aanleiding mocht geven, kunnen weder gevoege
lijk aan de beslissing van ons College worden overgelaten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 17 Juli 1916.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Edelachtbare Heeren
Geven met verschuldigde eerbied te kennen, ondergeteeken-
den, resp: voorzitter en secretaris van de Ned: Bond van
Werklieden in Openbare Diensten en Bedrijven afd: Leiden,
gevestigd alhier, Vaartkade 8;
handelende in opdracht van een gemeenschappelijke ver
gadering van een 10 tal vereenigingen van ambtenaren en
werklieden, agenten van politie en brugwachters in dienst der
gemeente Leiden, gehouden op Maandag 17 Juli '1916;
dat zij Uwen Raad erkentelijk zijn voor het verstrekken
van een duurtetoeslag, maar dat deze beslist onvoldoende is
om aan de eischen van den tegenwoordigen levenstandaard
behoorlijk het hoofd te kunnen bieden;
dat het tevens als een groote onbillijkheid wordt gevoeld,
dat enkel de gehuwden met kinderen onder de 15 jaar, voor
deze toeslag in aanmerking komen, wijl de loonen over het
algemeen laag zijn;
dat zij meenen, dat het daarom meer met de geest van recht en
billijkheid overeenkomt, wanneer ook de gehuwden zonder
kinderen, de kostwinners en ongehuwden, een vermeerdering
van loon ontvangen, daar ook de tijden voor hen zeer moeilijk
zijn en zij er daardoor eenigzins mede zouden gebaat zijn.
Redenen, waarom zij Uwen Raad beleefd maar dringend
verzoeken te besluiten, dat de navolgende toeslag worde
toegekend
a. aan gehuwden: ƒ7.per maand aan hen, wier salaris
minder dan 624.— per jaar bedraagt; (overeenkomende met
12.per week)
6.per maand aan hen, wier salaris meer dan ƒ624.
ot meer, doch minder dan 728.—per jaar bedraagt; overeen
komende met een weekloon van ƒ12.— tot ƒ14.
ƒ5.— per maand aan hen, wier salaris ƒ728.— of meer,
doch minder dan ƒ1200.per jaar bedraagtovereenkomende
met een weekloon van ƒ14.tot ƒ23.
b. aan ongehuwden: ƒ2.per maand aan hen, wier salaris
minder dan ƒ676.— per jaar bedraagt; overeenkomende met
een weekloon van ƒ13.
een en ander met dien verstande, dat de regeling welke
laatstelijk is voorgesteld bij Raadsbesluit van 18 Mei 1916,
wordt gehandhaafd, indien en voorzoover deze regeling
gunstiger is dan die genoemd onder A en B hierboven.
't Welk doende enz.
J. v. Welzen, voorzitter.
J. J. Limburg, secretaris.