108 DONDERDAG 8 JUNI 1910. te distribueeren in den tijd dat de aardappelprijzen plegen op te loopen. Gedurende den winter zijn deze aardappelen opgeslagen gebleven op de plaatsen, waar zij waren gegroeid. Tn het voorjaar zijn eerst de Eigenheimers door bemiddeling der aardappelenhandelaars hier ter stede verkocht tegen den prijs van 23 cent per 9 pond (vijf kop), een prijs lager dan die waarvoor dezelfde soort in den gewonen handel voorkwam. Toen de Eigenheimers op waren, en het nog geen tijd was om met de andere soorten (paarsputten) te beginnen, zijn nog 4000 mud bravo's aangekocht. Deze zijn hier ter stede verkocht tegen 27 cent per 9 pond (5 kop). Elders betaalde men voor dezelfde soort aardappelen toen 45 tot 50 cent per 5 kop. Toen ook de voorraad bravo's uitgeput was, zijn de onge veer 2300 mud paarsputten gedistribueerd tegen den prijs van 33 en later 35 cent per 9 pond (5 kop). De prijzen der zelfde soorten elders varieerden toen van 50 tot 60 cent per zelfde hoeveelheid. De totale voorraad die was ingekocht, bedroeg 7700 mud, een hoeveelheid die, daar het totaal aardappelenverbruik dezer gemeente ongeveer 1000 mud per week bedraagt en de ge meenteaardappelen alleen voor minvermogenden waren bestemd toereikend werd geacht om tot den nieuwen oogst te strekken, daar met de distributie op 10 Maart werd begonnen. Dit is onjuist gebleken. Door welke oorzaak dan ook is het verbruik veel grooter geweest dan de raming (die uit den aard dei- zaak niet meer dan een ruwe raming kon zijn) en waren de gemeenteaardappelen verbruikt, voordat van nieuwe aard appelen sprake kon zijn. Toen ik dit heb zien aankomen, zijn onmiddellijk 20 waggons regeeringsaardappelen door mij besteld, nog voordat ik met zekerheid wist, of de regeering inderdaad aardappelen beschik baar stelde; ik ging hierbij enkel op dagbladberichten af. Dit geschiedde reeds den 22en Mei, terwijl op 25 Mei de laatste partij gemeenteaardappelen verkrijgbaar werd gesteld. De eerste regeeringsaardappelen werden op 1 Juni ontvangen en op 2 Juni verkrijgbaar gesteld. Waar bij de distributie der gemeenteaardappelen sterk vermoeden was gewekt, dat ook anderen dan min gegoeden van de geboden gelegenheid gebruik maakten en wellicht door sommige gezinnen belang rijk meer werd ingekocht dan voor de directe behoefte noodig was, zoodat een controle op den verkoop dringend noodig was, werd ertoe overgegaan, de inderdaad zeer goedkoope regeerings aardappelen niet dan op bons te doen afgeven. De nadeelen van dit stelsel ontveins ik mij niet; een der nadeelen, de groote toeloop aan de plaats waar de bons worden afgegeven, zou zeker niet, of althans in veel mindere mate hebben bestaan, indien de aanvoer der aardappelen regelmatiger had plaats gevonden. Dat ook fraude van de zijde der verbruikers niet geheel wordt voorkomen en vaak meerdere leden van een gezin elk een bon komen halen, is mij bekend. Dit alles is dan ook oorzaak, dat tot een ander distributiestelsel zal worden overgegaan, en dat, zooals de heeren hedenavond zullen kunnen lezen, de verstrekking van regeeringsaardappelen in het vervolg alleen op aardappelkaarten zal geschieden. Al wordt hierdoor niet voorzien in de aardappelschaarschte, ver oorzaakt door den ongeregelden aanvoer, dan zal toch de distributie daardoor regelmatiger en billijker geschieden. Ik kan hier nog aan toevoegen, dat, mede met het oog op de groote uitbreiding, die de levensmiddelenverstrekking in den aanstaanden winter vermoedelijk zal krijgen, geleidelijk zal worden overgegaan tot wijziging van het distributiestelsel van alle beschikbaar te stellen artikelen. Ik vermoed dus, dat gaandeweg de zaak ons meer en meer moeite zal kosten en ten slotte zal moeten worden overgegaan tot het uitgeven van diverse kaarten, die geknipt zullen moeten worden. Ik heb dit alles even medegedeeld, omdat ik vermoed, dat men zeer veel belang stelt in datgene, wat de volksvoeding in deze gemeente betreft. Verlangt thans nog een van de heeren het woord in het belang van de gemeente? De heer Sijtsma. M. d. V. Ik zou gaarne de volgende vragen aan Burgemeester en Wethouders stellen: Is het waar, dat Burgemeester en Wethouders hunne medewerking niet hebben willen verleenen aan het totstandkomen van een aansluiting van de gemeente Warmond aan de Leidsche Duinwaterleiding, en zoo ja, wat is daarvan dan de reden De Voorzitter. Op de eerste vraag kan ik U bevestigend antwoorden, en de tweede vraag zal ik in de volgende ver gadering beantwoorden. De heer Sijtsma. Ik zou de zaak in dit opzicht wel eenigs- zins vooruit willen loopen, nl., door op te merken dat ik wel denk, dat er over deze zaak een briefwisseling zal zijn gevoerd tusschen de Duinwatermaatschappij en de gemeente Warmond en Burgemeester en Wethouders. Nu zou ik willen vragen: zou het dan niet mogelijk zijn, dat de Raad inzage kan krij gen van die gevoerde briefwisseling? Wanneer U dat zoudt doen, dan weten wij precies, hoe de zaak in elkander zit; men kan het dan in de Leeskamer nazien en is voorbereid op een en ander, als U in de volgende v ergadering van ant woord dient. De Voorzitter. De heer Sijtsma heeft zeer juist opgemerkt, dat wanneer men met iemand correspondeert, er ook wel brieven zullen zijn. Burgemeester en Wethouders moeten echter nog eerst beslissen, in hoeverre die briefwisseling ter visie kan worden gelegd. Als niemand dan verder het woord verlangt, komt aan de orde het uitgestelde punt IX. (De heer Zwiers verlaat de vergadering.) De Voorzitter schorst thans de openbare vergadering en doet de deuren sluiten. De openbare vergadering wordt na eenigen tijd hervat. Aan de orde is: IX. Voorstel tot toekenning van eene personeele toelage aan den lsten teekenaar op het bureau der Gemeentewerken A. T. Kraan. (Zie Ing. St. No. 125.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. Niemand daarna meer het woord verlangende, wordt de vergadering gesloten. N. B. Buiten de agenda werd nog behandeld: Voorstel tot bekrachtiging van het besluit van B. en W. in zake de recognitie voor het gebruik van gemeentewater ten behoeve van een miltitaire zweminrichting in het Poel meer. (bl. 106). Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1916 | | pagina 8