104 DONDERDAG 8 JUNI 1916. Verder zou ik er tegen willen opkomen, dat U mij juist in de eerste plaats hebt genoemd als iemand, die bezwaar pleegt te maken tegen een soort van autocratie, die in sommige gevallen zeer in bet belang van de gemeente kan zijn. U kunt U, Mijnheer de Voorzitter, naar ik meen, niet op antece denten beroepen, waaruit dit zou blijken. De Voorzitter. Het doet mij genoegen dit te hooren; ik zal er voortaan mede rekening houden. De heer Sijtsma. M. d. V. Ik ben nog niet geheel voldaan door Uw antwoord. U hebt een soort van verwijt gedaan aan alle kringen, die er op uit zouden zijn om de gemeente te plukken Ik kan dat niet beoordeelen. maar wanneer dit het geval mocht zijn, dan zou ik er absoluut tegen zijn om aan der gelijke menschen het werk te gunnen. Dan zou ik liever het werk in eigen beheer willen doen uitvoeren, als zal het ons dan misschien wat meer kosten. Maar dan zou ik toch nog eerst willen beproeven, of het niet mogelijk is om de woning voorloopig niet te doen bouwen. Ik ben al in eerste instantie tegen het bouwen van deze woning geweest, omdat de bouw mij te duur voorkwam. Ik vreesde toen al, dat gebeu ren zou wat nu is geschied, maar ik durfde het zoo niet te zeggen, want men moet, met den Voorzitter in debat komende altijd heel voorzichtig zijn. U hebt toen gezegd: wat hier wordt gevraagd is een maximum. Ik zou nu echter wel willen beproeven om dispensatie te krijgendat had men al bij de eerste gelegenheid moeten doen. Laat ons het nu nog vragen en op het oogenblik niet mede gaan met de overschrijding van den post met f 1400. De heer A. Mulder. M. d. V. Ik wensch mij niet aan te sluiten bij het laatste gedeelte van het gesprokene door den heer Sijtsma om dispensatie te vragen. De Voorzitter heeft daaromtrent en m. i. terecht opgemerkt, dat daarvoor geen grondige motieven zijn en dat een dergelijke dispensatie dan toch maar voor korten tijd zou worden verleend en dan zal dit de omstandigheden bij de bouwvakken in aanmer king genomen misschien nog duurder uitkomen, zoodat dit dus geen voordeel zal opleveren. Met wat de heer Sijtsma in het begin van zijn betoog zegt, kan ik mij echter wel vereenigen. Mocht het bouwen in eigen beheer misschien duurder zijn, dan geloof ik toch, dat dit iets zou zijn, dat werkelijk van belang is voor de gemeente. Nu kan ik niet beoordeelen, of dat mogelijk is, maar ik geloof het wel, wanneer de zaak goed wordt aangepakt. Doch al zou het duurder zijn, het zou m. i. toch aanbeveling verdie nen wanneer wij dezen keer eens dien weg uitgaan. Laten wij de' zaak nu eens aanpakken en uitvoeren onder eigen beheer. De heer Huurman. M. d. V. Ik wil even constateeren, dat mij de afloop der aanbesteding niet zoo is tegengevallen. Toen hier besloten is om een bedrag van 16.000.voor dezen bouw te voteeren, heb ik reeds gezegd, dat dit naar mijn meening te weinig was voor dat huis. In dat verband heb ik toen gevraagd: kan men de woning niet wat kleiner maken, zoodat een bedrag van 16.000.voldoende is. Nu blijkt het, dat ik destijds goed heb gezien, want de bouw zal nu f 17.400.kosten. Ik geef toe, dat ondershands een werk wel eens goedkooper kan worden aanbesteed, maar dan ligt het toch ook veel aan de voorwaarden, die men stelt. Wanneer men echter bestek en teekening van deze woning bestudeert, komt men tot de overtuiging, dat de laagste in schrijver er niet veel op zal winnen. Ik zou echter willen vragen, of het niet mogelijk is, dat men op het plan bezuinigt? Er staat wel in het praeadvies, dat het niet wenschelijk is om het plan te besnoeien, in verband met de noodzakelijkheid om de woning het karakter van een verhuurbaar landhuis te doen behouden, maar ik geloof, dat die voorstelling wel wat over dreven is. Naar mijn meening kan men voor f 16.000.best een landhuis bouwen dat met succes kan worden verhuurd. Ik geef in overweging op het plan wat te bezuinigen. Wat betreft de opmerking van den heer Sijtsma om den bouw in eigen beheer uit te voeren, het zou, wanneer de Raad dat eens zou willen probeeren misschien wel eens aardig zijn, maar ik geef den heeren de verzekering, dat men dan veel duurder uit zal zijn. Wanneer men eens ziet naar werken, die in eigen beheer worden uitgevoerd en men gaat na, hoe ontzettend langzaam die vorderen, dan geloof ik werkelijk niet, dat het in het belang van de gemeente zal zijn, om dergelijke werken in eigen beheer uit te voeren. Ik herhaal met nadruk mijn vraag: is het niet mogelijk om het plan wat te besnoeien, zoodat men met het toegestane bedrag rond komt. De heer Pera. Of ik mij het noemen van mijn naam zoo pas tot een eer moet rekenen, is mij niet duidelijk en evenmin begrijp ik in welk verband dit noodig werd geacht. Dit neemt echter niet weg, dat ik nog iets wil zeggen in aansluiting met hetgeen door mij gesproken is, toen onlangs het bouwen van deze woning aan de orde was. Toen heb ik gepleit dat zou worden overgegaan tot den bouw, gelijk die door Burge meester en Wethouders werd voorgesteld. Zeker zou ik niet durven aanraden om het gebouw in eigen beheer, van gemeentewege te doen bouwen. Dat zou ik een allergevaarlijkste weg achten. Kan het bij particuliere werken soms worden gedaan, bij publieke lichamen is dit niet zoo gemakkelijk en wordt het in den regel ook niet gedaan. Ook het besnoeien waarover de heer Huurman spreekt, zou ik niet durven aanbevelen. Het komt mij voor, dat, waar het hier geldt den bouw van een huis, dat behalve als woning voor een geneesheer, ook later kan worden verhuurd, de woning dan ook zooveel mogelijk moet worden ingericht, dat zij voldoet aan de eischen, die aan een huis kunnen worden gesteld. Daarin is ook het voordeel van de gemeente gelegen. Ik kan mij dus geheel vereenigen met het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Ik meen dat het voorzichtiger is om er nu die f 1400.— bij te leggen dan af te wachten, wat de toekomst zal brengen. Ook op het gebied van de materialen vrees ik, dat het langen tijd zal duren, voordat er, wat de duurte aangaat, eenige verbetering zal komen. De Voorzitter. Ik ben het geheel eens met de heeren Huurman en Pera dat het uitvoeren in eigen beheer geheel onmogelijk is. Dat zal zooveel duurder uitkomen, dat er niet aan te denken valt. Wat de prijzen betreft, de inschrijvingen zijn aan de leden van den Raad bekend, en zij hebben dus ook kunnen zien, dat de aannemer die riu het laagst heeft ingeschreven, dezelfde is als degene, die thans bezig is met den bouw van het nieuwe paviljoen. Deze is dus nu toevallig in de positie, dat hij den bouw van het huis goedkooper kan aan nemen dan anderen. Bij uitstel zal men dus niet tot een lager cijfer komen. En wat een ondershandsche aanbesteding aangaat, voor een publiek lichaam is dit altijd lastig. Als het niet goed uitvalt, kan later iedereen vragen: waarom hebt gij het ook gedaan? Ik heb nu gezegd hoe de zaken staan; ik geloof, dat wij jaren kunnen wachten, eer wij voor denzelfden prijs de woning gebouwd krijgen, ook als gevolg van de omstandigheid waarin deze aannemer nu toevallig verkeert. Men zou wellicht kunnen bezuinigen. Maar zou dit nu een goede taktiek zijn De tegenwoordige geneesheer kan weggaan en dan komt er weder een ander. Wat geeft het nu al of men de woning zooveel Ms. minder inhoud geeft, gelijk de tech nische uitdrukking is, en men krijgt dan een nieuwen dokter, die bij zijn sollicitatie zegt: ik wil wel in die woning wonen, maar dan moet ik er een kamer bij hebben. Dat zou zijn de zuinigheid, die de wijsheid bedriegt. Hoe hard de overschrij ding ook moge vallen, wij moeten het wel slikken en daarom geloof ik dat de Raad het verstandigst zal doen dit voorstel aan te nemen. Ik voeg er nog bij, dat de Commissie heeft verzocht aan Burgemeester en Wethouders om deze zaak bij den Raad aanhangig te maken uit deferentie voor den Raad, want de benoodigde gelden zouden kunnen worden gevonden uit het Afschrijvings- en Vernieuwingsfonds der gestichten, en wanneer wij dat gedaan hadden, dan had er nooit een haan naar gekraaid. Wij wilden echter na de discussiën van 2 Maart over deze zaak ten principale gevoerd, de quaestie in den Raad brengen om geen schuilvinkje te spelen. Dat is de heele reden, waarom wij de zaak thans in den Raad hebben gebracht. De beraadslaging wordt gesloten. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeenkom stig het praeadvies besloten. IX. Voorstel tot toekenning van eene personeele toelage aan den 1en teekenaar op het bureau der Gemeentewerken, A. T. Kraan. (Zie Ing. St. No. 425.) De heer Huurman. Bij het punt, dat nu aan de orde is, zou ik een zaak van persoonlijken aard wenschen te bespreken en zou U daarom willen vragen om deuren te laten sluiten. De Voorzitter. Naar aanleiding van het verzoek van den heer Huurman, dat nog niet ondersteund is, stel ik voor punt 9 te behandelen aan het einde van de vergadering. Wordt dienovereenkomstig besloten. X. Voorstel: a. tot vaststelling van de verordening, houdende wijzi ging van de verordening van 2 September 1902 (Gem. Blad No. 49), betreffende de inwendige rege ling van het Herhalingsonderwijs en de toelating van de leerlingen;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1916 | | pagina 4