DONDERDAG 8 JUNI 1916. 103 Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. III. Rekening, dienst 1915, van de Kamer van Koophandel en Fabrieken. (Zie Ing. St. No. 118.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. (De heeren Pera, Vergouwen en A. Mulder hadden tijdens de behandeling van dit punt tijdelijk de vergadering verlaten) IV. Rekening, dienst 1915, van de Gezondheidscommissie. (Zie Ing. St. No. 118). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. V. Voorstel a. tot beschikbaarstelling van gelden voor de meerdere kosten van verbouwing van het perceel Burgsteeg No. 6; b. tot wijziging van het raadsbesluit van 7 November 1912, inzake de verhuring van dat perceel aan R. J. J. M. Damen. (Zie Ing. St. No. 121). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. VI. Voorstel tot verhooging van eenige posten der begrooting, dienst 1915, waarvan de raming te laag is gebleken. (Zie Ing. St. No. 127). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. VII. Voorstel tot verhooging van de gelden, beschikbaar gesteld voor de verbouwing van de school der 3e klasse No. 1 en de benedenverdieping van de voormalige Hoogere Burger school voor Jongens. (Zie Ing. St. No. 128.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. VIII. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de meerdere kosten, benoodigd voor den bouw van de ambts woning van den 2en geneesheer van Endegeest. (Zie Ing. St. No. 130). De beraadslaging wordt geopend. De heer van der Pot. M. d. V. Er is een zinsnede in het praeadvies van Burgemeester en Wethouders, die mij eenigs- zins heeft getroffen en naar aanleiding waarvan ik gaarne eenige inlichtingen van Burgemeester en Wethouders zou ontvangen. Ik heb gelezen, dat èn door de berekening van de zijde van Burgemeester en Wethouders gemaakt èn door de gegevens, waarover zij van elders konden beschikken, Burge meester en Wethouders gegronde reden hadden om aan te nemen, dat die woning voor f 16000.zou kunnen worden gebouwd. Nu zijn de inschrijvingen alle hooger en Burge meester en Wethouders wijzen op het merkwaardige feit, dat, behalve de laagste inschrijver, de andere 7 inschrijvers elkaar volkomen gelijk blijven om oorzaken staat er die Bur gemeester en Wethouders niet wenschen te bevroeden. Verder zeggen Burgemeester en Wethouders, dat ook overwogen is de mogelijkheid om die woning te bouwen in eigen beheer, maar zij zeggen tenslotte, zonder nadere toe lichting, dat van dat plan is afgeweken, omdat die oplossing hun niet doeltreffend voorkwam. Nu weet ik niet, of die zin snede over de oorzaken, die Burgemeester en Wethouders niet wenschen te bevroeden, niet meer inhoudt dan er in staat en of niet misschien Burgemeester en Wethouders die oorzaken wel bevroeden, maar er zich niet over wenschen uit te laten. Is dat inderdaad het geval, dan zou ik willen vragen, of toch niet ernstig moet worden overwogen om de woning in eigen beheer te bouwen. Wanneer er inderdaad gegronde reden is om aan te nemen, dat de woning voor f 16000.kan worden gebouwd, waarom moet er dan zoo'n belangrijk meer aan den laagsten inschrijver worden gegeven? Ik meen, dat het meest gewichtige argument tegen het bouwen in eigen beheer, dat men dan n.l. duurder uit zal zijn, in deze wederlegd is, wanneer men meent, dat er ge gronde reden is om aan te nemen, dat de woning voor f 16000. kan worden gebouwd. Dus welke reden bestaat er dan, om daartoe niet over te gaan? Ik geloof, dat de ontstemming, die een dergelijk besluit zou wekken bij bepaalde kringen van ingezetenen, geen gewicht in de schaal mag leggen en dat de hoofdzaak is, dat de gemeente niet de speelbal wordt van de aannemers. Ik zou dus wel aan Burgemeester en Wethouders willen vragen, waarom in dit geval, afgescheiden van den algemeenen grond, veelal tegen het bouwen in eigen beheer aangevoerd, dat men te duur uit zou komen, Burgemeester en Wethouders niet eens een proef willen nemen om het huis in eigen beheer te bouwen. De Voorzitter. De heer Sijtsma heeft nu het woord gevraagd. De heer Sijtsma. Ik zou liever eerst even het antwoord van Burgemeester en Wethouders op hetgeen door den heer van der Pot is gevraagd, vernemen. De Voorzitter. Dan hebt U echter nu al eenmaal gesproken Wat betreft het gesprokene door den heer van der Pot deze heeft Burgemeester en Wethouders er als het ware een verwijt van gemaakt, dat zij die zinsnede niet hebben toege licht. Burgemeester en Wethouders hebben in deze echter niets verklaard; het is de Commissie van Beheer, die dat gezegd heeft. De heer van der Pot. Burgemeester en Wethouders hebben het toch overgenomen De Voorzitter. De Commissie van Beheer meende misschien die reden wel te kunnen bevroeden, maar het is toch nog altijd iets anders, of men iets in zijn binnenste denkt, dan dat men dat uitspreektin het laatste geval moet men voor hetgeen men zegt, ook bewijzen hebben. Wat de heer van der Pot zegt over het in eigen beheer bouwen, dit heeft de Commissie rijpelijk overwogenzij meende echter niet op die wijze goed- kooper uit te komen. De geheele schuld in deze ligt echter aan de publieke aanbesteding, want hadden wij het ondershands aanbesteed, dan hadden wij het wel voor den geraamden prijs gekregen. Dat durfden wij echter niet aan. Als voorzitter van de Commissie van Beheer heb ik de behandeling van de zaak natuurlijk bijgewoond. Toen wij overwogen om de zaak onders hands aan te besteden, durfden wij daar niet aan, want wij dachten dan komt later in den Raad de heer van der Pot, daarna de heer Sijtsma, en wanneer de heer Sijtsma gesproken heeft, ook de heer Pera, en zonder meer zullen wij nooit kunnen aantoonen, dat wij bij ondershandsche aanbesteding goed- kooper uit waren geweest. Dan had men kunnen zeggen: waarom dit nu zoo gedaan; bij publieke aanbesteding had het misschien duizend gulden minder geweest. Wij hebben het dus publiek laten aanbesteden. Nu wil ik niet zeggen dat de schuld van overschrijding speciaal bij de aannemers ligt. Het is meer een algemeen verschijnsel, het ligt meer aan de bonden, aan de kringen berekend op de behartiging van eigen belangen, die zich meer en meer ont wikkelen, en die er op uit zijn de gemeenschap te plukken. Ik zeg niet, dat het hier is gebeurd, ik spreek in het alge meen, maar dit is het misschien geweest, wat de Commissie niet wenschte te bevroeden. Verder was de Commissie ook bang, dat wanneer wij niet toesloegen en daardoor haar voorstel nu niet zou kunnen worden behandeld, de zaak later nog duurder zou worden. Want in dezen tijd kan ieder uitstel op meerdere kosten komen te staan. Wij doen het voorstel met een bloedend hart, maar het kan niet anders. Verder hebben wij nog overwogen, of wij dispensatie van het Kon. Besluit zouden aanvragen, die waarschijnlijk toch niet zou worden verleend, want m.i. zijn daarvoor geen termen aan wezig; de Regeering heeft er n.l. niets mede te maken, of wij duurder of goedkooper uit zullen zijn. De Regeering heeft op het oog het belang van de krankzinnigenverpleging en zegt daarom, dat de geneesheer op het terrein van het gesticht moet wonen. Nu zou misschien het Rijk wel dispensatie verleenen voor korten tijd zes maanden of een jaar maar dan zullen wellicht later de kosten nog hooger zijn. Ieder oponthoud zal misschien meerdere kosten met zich brengen, en daarom is het beter thans dit voorstel maar aan te nemen. De heer van der Pot. M. d. V. Ik dank U voor uwe uit voerige inlichtingen. Mijn vraag is echter alleen geweest, waarom niet nader was aangetoond, dat het niet mogelijk was den bouw in eigen beheer te nemen. Daarop is uw ant woord: omdat de Commissie meende, dat dit duurder zou uitkomen. Doch dit is in strijd met de meening door de Com missie uitgesproken, dat zij gegronde reden had om aan te nemen, dat de woning voor f 16000 zou kunnen worden gebouwd. De Voorzitter. Maar niet in eigen beheer; wij bouwen hier nooit in eigen beheer. De heer van der Pot. Het verschil tusschen bouw in eigen beheer en bij aanneming, schat U op zich zelf dus al grooter, dan het verschil tusschen f 16000.en de laagste inschrijving, dat nu blijkt verkregen te zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1916 | | pagina 3