DONDERDAG 2 MAART 1916.
29
De heer Huurman. Ik begrijp, dat de heeren over een duur
plan hebben gesproken. Ik geloof ook, dat het wel wat minder
kan. Ook bejammer ik het, dat de leden van den Raad niet
eer kennis hebben kunnen nemen van de stukken. Er is slechts
een plattegrondteekening, en er staat in de stukken niet bij,
op welk deel van het terrein men het huis wenscht te bouwen.
Dat maakt voor mij juist een groote factor uit. Endegeest
bestaat nu 18 jaren, er is tot nog toe altijd een gehuwde
geneesheer geweest. Het is best mogelijk dat de heer Janssens
niet altijd blijft en dat er in zijn plaats een ongehuwde
geneesheer komt. Nu zal het van veel invloed zijn, op welk
gedeelte van het terrein de villa gesticht wordt. Wanneer
men in de plaats van den heer Janssens weder eens een onge-
huwden geneesheer mocht krijgen, dan zou de villa kunnen
worden verhuurd, en zou men iets terugkrijgen van hetgeen
het huis heeft gekost. De quaestie van verhuren hangt echter
ten nauwste samen met de plaats, waar de villa komt.
De heer van Romburgh. Ik zou ook gaarne vernemen waar
het huis zal worden gezet, dat wordt in de stukken niet
vermeld.
De Voorzitter. Het volgende voorstel is bij mij ingekomen
«Ondergeteekeride heeft de eer het volgende voorstel te doen
om beschikbaar te stellen voor het bouwen van een woning
voor den tweeden geneesheer op Endegeest, een bedrag van
ten hoogste 13000.J. P. Mulder.
Het voorstel wordt voldoende ondersteund en maakt der
halve een onderwerp van beraadslaging uit.
De Voorzitter. Wanneer ik ter beantwoording van de
verschillende sprekers iets ga zeggen, zou ik willen beginnen
over de teekening. Ik geloof dat het idéé, dat de heeren over de
teekening hebben, verkeerd is. Het geldt hier niet een werk
dat uitgaat van de gemeente, maar van de Commissie van
Beheer, waarin vier leden van den Raad met mij zitting hebben.
Voor den Raad is de financieele quaestie de hoofdzaak. Wij
behoeven slechts aan Burgemeester en Wethouders een tee
kening over te leggen maar niet aan den Raad. Wanneer
men aan de gasfabriek iets bouwt, of wanneer wordt voor
gesteld de electrische centrale uit te breiden, dan gaan de
heeren toch ook niet zeggenwij moeten eerst de teekeningen
zien, wij moeten alles eerst in détails voor ons hebben. Daarom
staat ook in de stukken de plaats niet vermeld, waar het
huis zal komen. De Commissie voor Endegeest stelt voor een
huis te bouwen voor den tweeden geneesheer tegen een prijs
van 16000.of onder normale omstandigheden eigenlijk
13000.En nu is de vraag alleen deze: heeft de Raad
ait over voor den tweeden geneesheer? Het is hier zuiver
een financieele quaestie. Wanneer er andere gebouwen noodig
zijn, komen de plannen daarvoor ook niet in den Raad. De
Raad kan toch niet oordeelen over allerlei détails, hij heeft
alleen te beslissen, of hij de gevraagde gelden wil toestaan.
En wat de plaats betreft waar het huis zal komen te staan,
de vier heeren die de Raad dan toch de élite heeft geoordeeld
om als Commissie van Beheer op te treden, die heeren zijn
toch niet zoo dwaas, dat zij er niet aan zouden hebben ge
dacht, dat het huis moet staan op een plaats, waar het ver
huurd kan worden. De woning komt op een heel aardig punt,
hoog gelegen, midden op den Hoogevoortschen weg, tusschen
de tramhalte bij Kortekaas en het Witte Huis, recht tegenover
den ingang van het villapark, zoodat zij, door een hek afge
scheiden, zeer goed als villa zal zijn te verhuren. Wij hebben
er voor gezorgd, dat het ook een behoorlijke villa zal worden,
die in den smaak valt.
Over hetgeen de heer Sijtsma heeft gezegd, heb ik, ronduit
gezegd, verslagen gestaan. Is de heer Sijtsma werkelijk een
democraat? Hij doet mij meer denken, wat zijn opvattingen
betreft, aan een Czaar van Rusland. Want de heer Sijtsma wil
den heer Janssens, omdat deze wenscht te trouwen, ontslaan.
Maar als de geneesheer zijn ontslag niet neemt, kunnen wij
hem er niet uitzetten. De heer Janssens kan zelfs een huis
eischen en dan zijn wij verplicht het te geven. Zelfs voor
het geval dat ook de derde geneesheer mocht trouwen en deze
eveneens een woning vroeg, zouden wij die moeten geven.
Het Koninklijk Besluit toch zegt, dat ten minste drie genees-
heeren op het terrein van het gesticht moeten wonen. Er is
dus niets aan te doen. Wij kunnen niet tot Dr. Janssens
zeggen, dat hij in Oegstgeest maar een woning moet zoeken
en dat wij hem vergoeding zullen geven, zooals aan den tweeden
geneesheer van Rhijngeest, die voor kost en inwoning tezamen
een bedrag van ƒ750.krijgt. Dr. Janssens moet op het
terrein wonen en van ontslaan is geen sprake.
Ik heb hier eens de stelling verdedigd, dat een onder
wijzeres, die ging huwen, in het belang der gemeente ontslag
moest hebben en toen was het juist de heer Sijtsma, die
zulk een onderwijzeres in dienst van de gemeente wilde
doen blijven.
De heer Sijtsma voegt mij toe, dat die onderwijzeres niet
méér geld aan de gemeente kostte, doordat zij ging trouwen,
terwijl ten aanzien van dr. Janssens het omgekeerde het geval
is. Dr. Janssens had echter gehuwd kunnen komen en dan
hadden wij dadelijk een woning voor hem moeten zetten.
Twaalf jaren lang heeft hij een financieel voordeel aan de
gemeente verschaft door ongehuwd te blijven.
Bovendien acht ik het niet alleen gewenscht, dat dr. Janssens
op het terrein van Endegeest komt wonen, maar gun ik het
hem ook van harte, omdat hij een zeer verdienstelijk ambtenaar is.
De retroacta van den heer Fokker hebben mij in mijn
gevoelen versterkt. Er wordt gevraagd, waarom een wacht
kamer noodig is in dit huis, maar ik kan zulk een wacht
kamer niet vinden, wel een spreekkamer; maar deze heeft
dr. Janssens beslist noodig voor het houden van besprekingen
met het verplegend personeel. Ik ken vele doktoren, die èn
een spreek- èn een wachtkamer hebben.
De heer Fokker heeft er aan herinnerd, dat indertijd voor
den bouw van een directeurswoning eerst een plan is ont
worpen van 20.000.daarna een van 19.000.terwijl
dat bedrag eindelijk door de macht van den heer Fokker
tot 15.000is teruggebracht. In de Commissie heb ik aldus
geredeneerddeze geneesheer is lager in rang dan de Directeur
en daarom krijgt hij een woning, niet van 15.000.maar van
ƒ13.000.—. Een derde geneesheer zou, als hij wilde trouwen,
een huis van 11.000.krijgen. Het spreekt van zelf, dat
men niet op die manier kan doorgaan, omdat er dan aan een
gesticht b.v. met tien geneesheeren voor den tienden niet veel
meer zou overblijven, maar ik zeg dit dan ook alleen om te
doen uitkomen, dat er ten opzichte van de woningen een
zekere gradatie moet bestaan.
Aan den heer Huurman, die er op heeft gewezen, dat het
een verhuurbare villa moet zijn, kan ik mededeelen dat daarop
ook het oog is gehouden, ook al in verband met eventueele vaca
tures. Wij kunnen wel gaan beknibbelen met 1000.meerot
minder, maar ik acht dat niet in het belang van de zaak
zelve. Dikwijls bestaat de opvatting, alsof wij het geld nu
maar eens willen opmaken, doch dat is absoluut het geval
niet; wij vragen ten behoeve van Endegeest slechts een crediet
van 20.000.en zooals de heeren hebben gezien zullen de
voorgestelde werken in totaal 29.000.kosten. Een bedrag
van 9000.wordt dus al bespaard, omdat dit in het Ver
nieuwingsfonds van het gesticht zelf hiervoor beschikbaar is.
Het huis zal kosten 16.000.daarbij komen dan nog
ƒ8000.voor de rioleering en ƒ5000.voor bevloeiingsvelden
te zamen 29.000.Wanneer het huis blijkt minder te kosten,
wordt er ook minder uitgegeven natuurlijk. Het is maar een
crediet.
En wat het goedkoopere bouwen door particulieren betreft,
dat zal altijd wel zoo blijven. Wanneer de heer Huurman een
gemeentewerk moest uitvoeren, zou hij dit ook niet zoo goedkoop
doen. Het is een heel andere verantwoordelijkheid bij het
bouwen voor de gemeente, dan voor een particulier. Wanneer
een huis voor een particulier wordt gezet en er komen na
eenigen tijd scheuren in, dan kijkt de eigenaar misschien wat
zuinig, het is naar voor den bewoner, maar er is verder niets
aan te doen, het blijft er bij. Maar wanneer zoo iets gebeurt
bij een gemeentegebouw, zou men een dadelijk zeggen: wat
bouwt de gemeente toch slecht. Daarom moet er altijd zoo
secuur mogelijk worden gebouwd. Het bouwen is ook hier
duurder dan aan den Oegstgeesterweg, het vervoer van de
materialen is duurder; wanneer men meer woningen tegelijk
kon zetten, zou het ook goedkooper zijn. En dan hebbeii
particulieren niet zoo te maken met de artikelen 1638 c en
d van het Burgerlijk Wetboek en zij hebben niets te maken
met de bepaling van minimumloon en maximum arbeidsduur.
Het kan best zijn dat het huis 15 000.zal kosten, maar
er moet een raming zijn. Ik zie het nut van het amendement
niet in.
Willen de heeren ƒ1000.— minder toestaan, mij wel, dan
komt er ƒ1000.meer uit het afschrijvings-en vernieuwings
fonds. Ik geloof, dat al deze beschouwingen minder ter zake
dienende zijn. Wij moeten een huis hebben, of het ƒ1000.
meer of minder zal kosten, dat zal later wel blijken, tenzij
de heeren nu dadelijk uitmaken, dat het huis veel eenvoudiger
moet worden gebouwd dan het plan is. Maar dan krijgt men
ook een on verhuurbare villa. De Raad heeft voor 5 jaar gezegd,
dat de Geneesheer-directeur moest hebben een huis van
ƒ15.000.en daarom vond ik dat de tweede geneesheer, die
ook jonger is, wel met een kleiner en eenvoudiger woning
toekon, maar door de bijzondere omstandigheden is de bouw
zooveel duurder geworden. Ik geloof werkelijk, dat er tegen
dit voorstel te veel stof is opgejaagd. Ik had niet gedacht,
dat ik er zooveel over zou hooren. Wij hebben er in de Com
missie maar heel weinig over gedebatteerd.
De heer Botermins. M. d. V. U hebt over teekeningen
gesproken. Nu lees ik in het rapport van de Commissie van
beheer: »Naar aanleiding van het bovenstaande en onder