DONDERDAG 2 MAART 1916.
21
Xittlug van Donderdag 2 Maart 1916.
Geopend des namiddags te twee uur.
Voorzitterde heer Burgemeester Jhr. Mr. N.C. DE GIJSELA AR.
Te behandelen onderwerpen:
1° Benoeming van een onderwijzer met verplichte hoofdakte
aan de school der 4e klasse No. 1. (50)
2° Benoeming van een onderwijzer aan de school der 3e
klasse No. 7. (35)
3° Benoeming van een onderwijzer aan de school der 3e
klasse No. 2. (35)
4° Benoeming van een onderwijzer aan de school der 3e
klasse No. 1. (35)
5° Benoeming van een onderwijzer aan de school der 3e
klasse No. 2. (35)
6° Benoeming van twee leden der Commissie van beoordee
ling in zake den gevelwedstrijd. (34)
7° Benoeming van een lid van het College van Vrouwen-
Kraammoeders. (36)
8° Verzoek van Ch. F. H. Dumont, leeraar aan de Hoogere
Burgerschool voor jongens, om onderwijs te mogen geven
aan de Bijzondere Hoogere Burgerschool te Voorschoten. (49)
9° Voorstel tot verhuring van het Notarishuis aan den Burcht
aan de Vereeniging van Leidsche Notarissen. (40)
10° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve
van de meerdere kosten van de Gemeentelijke Arbeids
beurs in verband met haar optreden als Districts-
Arbeidsbeurs. (47)
11® Voorstel in zake de berekening van het tarief voor de
levering van electrischen stroom aan eene combinatie van
particulieren te Noordwijk. (41)
12° Voorstel:
a. tot vaststelling van de begrooting, dienst 1916, van het
Openbaar Slachthuis,
b. tot wijziging van de gemeentebegrooting, dienst 1916, in
verband met de invoering van het commercieel beheer
op het Openbaar Slachthuis. (37)
13° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van
den bouw en de opstelling, enz., van de Vuilverbrandings
installatie en van verdere werken ten behoeve van den
Reinigingsdienst. (48)
14° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve
van de verbetering van de rioleering van 4 paviljoens
op Endegeest, de uitbreiding der bevloeiingsvelden en den
bouw van een ambtswoning voor den 2en geneesheer van
Endegeest. (42)
15° Verordening, houdende wijziging van de verordening van
30 Juni 1910 (Gem.Blad No. 11), regelende de bezoldiging
van de aan het krankzinnigengesticht «Endegeest", de af-
deeling voor jeugdige idioten en het sanatorium voor
zenuwlijders «Rhijngeest" verbonden geneesheeren. (43)
16° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van
de aanstelling van een adjunct-commies ter gemeente
secretarie. (39)
17° Verzoek van G. Copier, eervol ontslagen agent van politie,
ter bekoming van een jaarlijksch aanvullingspensioen. (38)
18° Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst met de
Leidsche Zwemclub in zake het beheer over de gemeentelijke
zweminrichting aan het Rijn—Schiekanaal. (44)
19° Voorstel tot aankoop van het perceel, kad. bekend gemeente
üegstgeest, Sectie E No. 778 en tot beschikbaarstelling van
de voor dien aankoop benoodigde gelden. (46)
20° Voorstel tot aanvaarding in beginsel, van de door den
Minister van Financiën ontworpen nieuwe, blijvende sub
sidie-regeling in zake werkloosheidsverzekering. (45)
21° Voorstellen inzake het aanvragen van voorschotten uit
's Rijks kas in verband met de bebouwing van het z.g. Kooi-
terrein, den aanleg van een Volkspark en den bouw van
perceelen, grenzende aan het aan te leggen volkspark en
daarmede samenhangende voorstellen. (32)
22° Voorstel tot wijziging van het raadsbesluit inzake de
beschikbaarstelling van geklopte cokes en parelcokes aan
de Commissie voor Brandstofvoorziening uit het Steun
comité Leiden, Oorlogstoestand 1914. (51)
Tegenwoordig zijn 27 leden, n.l. de heerenHoogenboom,
Reimeringer, de Boer, Zwiers, Korff, van der Eist, Vergouwen,
van Romburgh, Botermans, van Tol, Sijtsma, Sasse, J. P.
Mulder, van Hamel, Fischer, van der Lip, Bots, Tepe, Hartevelt,
Fabius, Briët, Pera, Fokker, Huurman, Heeres, van Gruting
en van der Pot.
Afwezig zijn de heeren: Roem, wegens ongesteldheid, A.
Mulder en Timp, wegens verhindering en Aalberse, wegens
Kamerzitting. -
De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering
van 10 Februari 1916 worden goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen:
1°. Koninklijk Besluit van 24 Februari 1916 No. 56, houdende
benoeming van Jhr. Mr. Dr. N. C. de Gijselaar, tot Burgemeester
van Leiden.
De heer van Hamel. M. d. V. De mededeeling dezer stukken
is mij een welkome aanleiding om als oudste lid van den Raad
U hartelijk geluk te wenschen met Uwe herbenoeming als
Burgemeester onzer gemeente. Toen mij, thans zes jaren
geleden, de eer te beurt viel U als Voorzitter onzer Vergadering
te installeeren, konden wij niet weten, hoe gij de U opgelegde
taak zoudt vervullen, daar gij als magistraat geen verleden
hadt. Wel gaven Uw werkzaamheden en wat wij omtrent U
wisten en hoorden, ons aanleiding tot goede verwachtingen voor
de toekomst. Welnu, thans nu Uw eerste periode voorbij is,
kunnen wij getuigen, dat gij hebt getoond te zijn een voor
treffelijk Burgemeester. In korten tijd hebt gij U in Uw werk
kring ingewerkt, met energie hebt gij Uw nieuwe taak opge
nomen en dank zij mede Uw initiatief zijn vele belangrijke
zaken tot stand gebracht. Hadt gij in de voorbereiding daarvan
een werkzaam aandeel, als Voorzitter van den Raad wist gij
met groote takt en U steeds plaatsende buiten en boven de
partijen, onze vergaderingen te leiden en de goede verstand
houding, die er steeds hier heerschte, getuigde dat gij ook als
zoodanig over goede eigenschappen beschikte.
De afgeloopen jaren geven ons gegronde hoop voor de toe
komst, die wij ingaan met vertrouwen op Uw werkkrachten
toewijding aan de belangen onzer gemeente. Weldra, hopen
wij, zult gij Burgemeester zijn van een grooter Leiden. Uw
taak zal omvangrijker worden, maar wij zijn er van overtuigd,
dat gij er in slagen zult ook in Uw nieuwen ambtstermijn
veel goeds voor de gemeente tot stand te brengen.
Moge het U gegeven zijn voort te gaan met Uw ambt te
vervullen op dezelfde uitnemende wijze als gij dit tot nog toe
deedt, dan zullen Uw werkzaamheden ook in de komende jaren
strekken tot heil onzer goede gemeente en zullen onze ver
gaderingen zich blijven kenmerken door een aangename samen
werking en goede verstandhouding, die door Uwe welwillende
en humane leiding zoo zeer bevorderd worden.
Ik wensch U en ons nogmaals geluk met Uw herbenoeming
en hoop, dat zij ook voor Uzelven een voldoening zijn moge.
Teekenen van instemming).
De Voorzitter. Ik, dank den heer van Hamel zeer voor
zijn hartelijke woorden lot mij gericht en U, Mijne Heeren,
voor de instemming die gij daarmede betuigd hebt. Een tijdvak
van zes jaren ligt achter mij. De bescheidenheid verbiedt mij
na te gaan het aandeel, dat ik in die jaren heb gehad in
hetgeen tot stand kwam. Maar hoe dit ook zij, de goede wil
om tot heil der gemeente werkzaam te zijn, heelt mij nooit
ontbroken.
Ik dank U, Mijne Heeren, voor de medewerking die ik in
die jaren van U mocht ondervinden en voor de aangename
verstandhouding, waarin wij tot elkaar stonden. Want die
verstandhouding, met waardeering van eikaars gevoelens, is
noodig, wil er iets goeds geboren worden.
Ik hoop dat dit ook in de toekomst zoo blijven mag, want
het zal mij onmisbaar zijn bij het vervullen van mijn veelszins
moeilijke taak.
Ik ben gaarne bereid die taak wederom op mij te nemen,
en hoop, dat zij strekken moge tot heil onzer goede gemeente.
Teekenen van instemming)
2°. Beschikking van Gedep. Staten op een bezwaarschrift
tegen een aanslag in de plaatselijke directe belasting, dienst 1915.
3°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van het goed
gekeurd 2e suppletoir kohier der plaatselijke directe belasting,
dienst 1915.
4°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van de goed
gekeurde raadsbesluiten tot wijziging der begrooting, dienst
1915, in verband met eene gewijzigde aflossing van eenige
werken uitgevoerd ten behoeve van het Openbaar Slachthuis
en tot wijziging van die voor den dienst 1916, in verband met