30 DONDERDAG 2 MAART 1916. overlegging van de vereischte teekeningen hebben wij thans de eer" enz. Er zijn aan den Raad toch geen teekeningen overgelegd. De Voorzitter. De teekeningen behooren alleen overgelegd te worden aan Burgemeester en Wethouders, het schrijven van de Commissie van Beheer is niet aan den Raad gericht, maar aan Burgemeester en Wethouders. De Raad heeft alleen te besluiten voor de voorgestelde werken een zeker bedrag toe te staan. De heer Botermans. M. d. V. Het is toch niet de bedoeling van de Commissie om ons die teekeningen te onthouden? De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders moeten be ginnen met het geld aan te vragen en dan gaan wij teeke ningen maken. Het is hier een heel andere quaestie dan bijv. met den bouw van een Hoogere Burgerschool. Het is hier alleen een credietaanvraag. Wij willen een huis bouwen in dien en dien geest en daarvoor vragen wij een zeker crediet aan. Is dat crediet toegestaan, dan begint men te bouwen. Als de Raad bepaalt, dat er een huis van 6000.moet komen, dan krijgen Burgemeester en Wethouders dat bedrag, maar dan zien de heeren geen teekening meer. Er wordt dan een teekening gemaakt en een huis gezet. De heer Botermans. M. d. V. Gij komt er tegen op, dat tegen dit bedrag van 16000. bezwaar wordt gemaakt, maar de zaak is toch zoo eenvoudig mogelijk. Als die som door den Raad wordt toegestaan, gaat dat geld naar het bureau Gemeente werken, het graf der gemeentefinanciën. De Directeur van Gemeentewerken maakt dan een bestek en zet een mooi huis voor dat bedrag. Ik begrijp zeer goed dat hij dat graag doet, niet alleen voor zijn betrekking, maar ook voor zijn naam. Indien wij die 16000.toestaan, zitten wij er aan vast en daarom hoop ik dat de Raad het voorstel van den heer Mulder om slechts 13000.— toe te staan, zal aannemen. Dat bedrag is voldoende om voor een tweeden geneesheer een woning te bouwen. De Voorzitter. Zoo gaat het juist. Als de Raad 3000. minder voteert, krijgen wij ƒ3000.minder crediet en maken wij plannen voor een huis van 13000.Er wordt dan in de Commissie op toegezien door den heer Hoogenboom b.v., die ook verstand heeft van huizen bouwen. Het gaat hier alleen om een crediet-aanvrage. De heer Korff. M. d. V. De heeren zijn mis, waar zij altijd maar hameren op die ƒ3500 salaris van Dr. Janssens, want die geneesheer heeft niet ƒ3500 salaris, maar ƒ3500 salaris met vrije woning. Dat laatste wordt vergeten en wanneer de heer Fokker zegt, dat, indien wij een huis bouwen, dat jaar lijks aan de gemeente ƒ1200 kost, Dr. Janssens ƒ3500 4- ƒ1'200 ƒ4700 salaris heeft, en dat te veel vindt, dan ga ik met die redeneering niet accoord. Mijns inziens moeten wij de huur waarde van het te bouwen huis stellen op een waarde zoo als die hier wordt betaald door menschen van de positie van Dr. Janssens d. w. z. op ongeveer ƒ700 per jaar, zoodat Dr. Jans sens dan een salaris geniet van 3500 4~ 700 4200, hetgeen ik niet te hoog vind. De heer Huurman. M. d. V. Ik kan mij niet vereenigen met de berekening van den heer Korff, volgens welke deze voor het totaal inkomen van Dr. Janssens komt tot een bedrag van ƒ4200.Men mag niet als huurwaarde een som van ƒ700.aannemen, als zijnde de norm voor de huren, welke dergelijke personen in onze gemeente verwonen, integendeel, men moet zich afvragen wat het huis, als het gebouwd wordt, jaarlijks aan de gemeente zal kosten en als men dan nagaat wat aan rente van de bouwsom ad 19.000.—, zooals die ons door den heer Vergouwen is voorgerekend, aan onderhoud, grondbelasting enz. zal moeten worden betaald, dan komt men tot een veel hooger bedrag dan ƒ700.D heeft gezegd, mijnheer de Voorzitter, dat de Raad deze zaak wel kan over laten aan de Commissie van Endegeest, die door de élite uit zijn midden wordt gevormd, en dat het huis pas dan verhuur baar zal zijn, als het den voorgestelden prijs kost, maar ik ben overtuigd en daarom wil ik den Raad waarschuwen dat de uitvoering van het plan zooals het in ruwe trekken is ontworpen meer dan ƒ16.000.zal kosten. Er moet, dunkt mij, een eenvoudiger plan worden gemaakt en ik zou willen vragen of het niet mogelijk zou zijn een kleiner huis te bouwen, niet een met vier kamers beneden, waardoor het wellicht gemakkelijker te verhuren zou zijn. De heer Vergouwen. M. d. V. Ik geef U geheel gelijk wat betreft het voorleggen van de teekeningen. Het is juist dat het hier slechts geldt het aanvragen van een crediet, maar dit neemt niet weg, dat de Raad toch kan zeggenik geef meer of minder dan het aangevraagde crediet. Met de gege vens die wij voor ons hebben, kan ik niet met vrijmoedigheid voor het aangevraagde crediet van 20000.stemmen, en kan ik mij wel vereenigen met hetgeen door den heer Mulder is voorgesteld, om de kosten van de woning te brengen op ƒ13000Het is een soort van motie, omdat wij niet beslissen, dat de woning bepaald moet kosten ƒ13000.maar het is een motie waaraan Burgemeester en Wethouders zich kunnen houden. Men had evengoed een anderen vorm kunnen kiezen en zeggen: in plaats van het aangevraagde crediet van ƒ20000. geeft de Raad maar een crediet van 17000.—. Dat is dan ook wel de bedoeling, maar in dien zin, dat de woning voor minder zal worden gebouwd. In dien zin beschouwd, kan ik mij met de motie geheel vereenigen. De Voorzitter. Ik zou het voorstel van den heer J. P. Mulder, zooals het nu luidt, afraden. Ik had liever dat een amendement werd ingediend om de aangevraagde ƒ20.000. te veranderen in 17.000. De heer Huurman Met dien verstande dan, dat de 3000. minder op het huis zal worden gevonden en niet op de rioleering of op de bevloeiing. De Voorzitter. Ja, dat begrijpen Burgemeester en Wet houders ook wel. De heer J. P. Mulder. M. d. V. Ik heb er geen bezwaar tegen mijn voorstel aldus te wijzigen, maar dan met de toe lichting, die ik er bij heb gegeven. De Voorzitter. Ja, natuurlijk. M. H. Ik ontvang thans van den heer J. P. Mulder, een amendement luidende »Ondergeteekende stelt voor het bedrag van 20.000. ter beschikking van de Commissie voor Endegeest te stellen met 3000.te verminderen en mitsdien te brengen op 17.000.—." De beraadslaging wordt gesloten. Het amendement van den heer J. P. Mulder wordt in stemming gebracht en verworpen met 16 tegen 11 stemmen. Tegen stemmen de heeren: Korff, van der Eist, Sasse, van Hamel, Fischer, van der Lip, Bots, Hartevelt, Fabius, Briët, Heeres, van der Pot, Hoogenboom, Reimeringer, de Boer en Zwiers. Vóór stemmen de heerenVergouwen, van Romburgh, Boter mans, van Tol, Sijtsma, J. P. Mulder, Tepe, Pera, Fokker, Huurman en van Gruting. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt ver volgens in stemming gebracht en aangenomen met 23 tegen 4 stemmen. Vóór stemmen de heeren Korff, van der Eist, Vergouwen, van Romburgh, van Tol, Sijtsma, Sasse, "van Hamel, Fischer, van der Lip, Bots, Tepe, Hartevelt, Fabius, Briët, Pera, Heeres, van Gruting, van der Pot, Hoogenboom, Reimeringer, de Boer, en Zwiers. Tegen stemmen de heeren: Botermans, J. P. Mulder, Fokker en Huurman. XV. Verordening, houdende wijziging van de verordening van 30 Juni 1910 (Gem. Blad n°. 11), regelende de bezoldi ging van de aan het krankzinnigengesticht »Endegeest", de afdeeling voor jeugdige idioten en het sanatorium voor zenuw lijders »Rhijngeest" verbonden geneesheeren. (Zie Ing. St. No. 43.) Algemeene beschouwingen worden niet gevoerd. Beraadslaging over art. 1, luidende: »De 2e alinea van art. 2 der bovengenoemde verordening wordt gelezen als volgt: »de tweede geneesheer van Endegeest geniet, zoo hij gehuwd is, eene jaarwedde van ten minste 2500.en ten hoogste 3500.— met genot van vrije woning; zoo hij ongehuwd is, eene jaarwedde van ten minste 2000.en ten hoogste ƒ3000.met genot van vrije inwoning, voeding, vuur, licht, bediening en bewassching." De heer van Romburgh. M. d. V. Nu wij hebben besloten een ambtswoning voor den tweeden geneesheer te bouwen, stel ik voor het tweede gedeelte van de tweede alinea van het artikel, zooals Burgemeester en Wethouders die voorstellen, weg te laten, zoodat die alinea dan zal luiden: „de tweede geneesheer van Endegeest geniet eene jaarwedde van ten minste ƒ2500.en ten hoogste ƒ3500.met genot van vrije woning."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1916 | | pagina 10