DONDERDAG 20 JANUARI 1916.
1
Zitting van Donderdag 20 Januari 1916.
Geopend des namiddags te twee uur.
Voorzitter: de heer Burgemeester Jhr. Mr.N.C. DE GIJSELAAR.
Te behandelen onderwerpen:
1° Beëediging en installatie van de nieuw benoemde raads
leden.
2° Benoeming van een lid der Commissie van Financiën
(vacature-J. Bosch).
3° Benoeming van een plaatsvervangend lid der Commissie
van onderzoek der bezwaarschriften tegen aanslagen in
de plaatselijke directe belasting (vacature-J. Bosch).
4° Benoeming van zes leden der Commissie tot wering van
Schoolverzuim. (5)
5° Benoeming van eene onderwijzeres aan de school der 3e
klasse No. 8. (18)
6° Voorstel inzake de benoeming van J. Hirschig tot vast
leeraar in de Wiskunde aan de Hoogere Burgerschool
voor Jongens. (4)
7° Verzoek van A. 1. J.Brandenburg om eervol ontslag als
onderwijzer aan de school der 3e klasse No. 2. (7)
8° Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst
1914, van het College van Vrouwen-Kraammoeders (1).
9° Rekening, dienst 1914, van het College van Vrouwen-
Kraammoeders. (1)
10° Begrooting dienst 1916, van het College van Vrouwen-
Kraammoeders. (1)
11° Begrooting, dienst 1916, van het H.G. of Arme Wees-
en Kinderhuis. (2)
12° Verzoek van de vereeniging van Bezoldigde Agenten van
Politie »Door Eendracht Saamgebracht" om het gebruik
van een lokaal der school 3e klasse No. 3, ten behoeve
van een te houden vak- en taalcursus. (15)
13° Voorstel om goed te keuren dat de Bethlehemskerk tijde
lijk gebruikt wordt voor het houden van theoretische
oefeningen van het Landstormcorps Z.H. West. (8)
14° Verordening, houdende wijziging van de verordening
van den 5en October 1911 (Gem. Blad n®. 29), regelende
de heffing van eene plaatselijke directe belasting te
Leiden (16).
15° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor het
maken van een bestraat voetpad, c.a. langs een gedeelte
van den Haarlemmervaartweg. (12)
16° Voorstel:
a. tot aankoop van eenige strookjes grond aan den Hoo-
gen Rijndijk, vóór de perceelen Sectie M ni» 871, 2829,
2162, 2163, 884, 2328 t/m. 2330 en 901
b. tot opzegging van het gebruik van grond aan den
Hoogen Rijndijk. (11)
17° Verzoek van J. Ph. Vogel e.a. om over te gaan tot
demping van eenige slootgedeelten voor de drie wasch-
inrichtingen aan den Witten Singel. (17)
18° Voorstel tot aankoop van het zuidelijk gedeelte van het
perceel Sectie M n° 1244, ten westen van de nieuwe
school aan de Duivenbodestraat en tot beschikbaarstel
ling van de voor dien aankoop benoodigde gelden. (9)
19° Voorstel om aan den aannemer van den bouw der nieuwe
Hoogere Burgerschool voor Jongens een bedrag van
6283.71® boven de aannemingssom uit te keeren, wegens
geleden schade tengevolge van de buitengewone tijdsom
standigheden. (13)
20° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden teneinde het
tekort op de stichtingskosten der nieuwe Zweminrich
ting aan het Rijn—Schiekanaal te dekken en alsnog
eenige verbeteringen aan die inrichting te kunnen
aanbrengen. (10)
21° Voorstel:
a. inzake het tarief voor de levering van electriciteit
aan de buitengemeenten
b. tot vaststelling van de verordening, houdende wijziging
van de verordening van 17 December 1914 (Gem.blad
No. 37), betreffende de levering van electriciteit door
de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit. (14)
22° Verzoeken om afschrijving van plaatselijke directe be
lasting, dienst 1915. (6)
23° Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe
belasting, dienst 1915. (3)
Tegenwoordig zijn 27 leden, n.l. de heerenSijtsma, A. Mul
der, van Tol, van der Eist, Pera, Vergouwen, van der Pot,
de Boer, Botermans, Sasse, Tepe, Hartevelt, Briët, Reimerin-
ger, Zwiers, Hoogenboom, Fabius, Heeres, Fokker, Bots, Fischer,
van der Lip, van Romburgh, Huurman, J. P. Mulder, Timp
en van Gruting.
Afwezig zijn de heeren: van Hamel, Roem en Korff, wegens
ongesteldheid en Aalberse, wegens verhindering.
De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering
van 23 December 1915 worden goedgekeurd.
De Voorzitter. Ik stel nu eerst aan de orde punt 1 der
agenda:
I. Beëediging en installatie van de nieuw benoemde raads
leden.
De heeren F. van Romburgh en J. P. Mulder worden door
den Secretaris binnengeleid.
De heer van Romburgh legt vervolgens de door de wet
voorgeschreven beloften en de heer Mulder de eeden af.
De Voorzitter. Mijnheer van Romburgh en mijnheer Mulder.
Nu door U de door de wet gevorderde eeden en beloften zijn af
gelegd, heet ik U welkom in ons midden. Gij zijt geroepen om
hier de plaats te vervullen van twee Raadsleden, die vele
jaren hunne beste krachten hebben gegeven aan de gemeente,
fk hoop en vertrouw, dat gij met denzelfden ijver en toewij
ding uwe taak jegens de gemeente zult vervullen.
Ik wensch U geluk met uwe benoeming en verklaar U
hiermede geïnstalleerd.
De Voorzitter.
Mijne heeren
Toen ik het vorige jaar in mijne korte rede bij den aanvang
van de eerste vergadering van Uwen Raad in dat jaar de uit
drukking bezigde: »na regen komt zonneschijn", had ik niet
verwacht, dat die zonnescnijn nog steeds zoude uitgebleven
zijn en dat we ook nu nog zouden zitten midden in den
oorlogstoestand.
Nog altijd duurt de verschrikkelijke wereldkrijg voort en
doet ook zijne gevolgen gevoelen binnen onze goede stad.
Wel is ons volk gelukkig gespaard gebleven voor inmen
ging in den oorlog, maar velen hier te lande en ook binnen
Leiden worden dagelijks getroffen door de nadeelen eD lasten,
verbonden aan den buitengewonen toestand, niettegenstaande
Gemeentebestuur en Steuncomité medewerken, om zooveel
mogelijk die nadeelen en lasten te verlichten of weg te nemen.
Toch is in den algemeenen toestand hier ter stede veel ver
beterd. Door al wat er van overheidswege gedaan is, zoowel
door de Hooge Regeering als döor het bestuur dezer gemeente,
zijn de economische verhoudingen meer normaal geworden,
terwijl het menschelijke aanpassingsvermogen ook medewerkt
om den gang van zaken wederom in het oude spoor terug
te leiden.
Ja, soms lijkt het wel, of dat zich aanpassen wel wat al te
gemakkelijk gaat en of men geheel en al vergeet, welke ge
varen ons nog van alle zijden bedreigen.
Wanneer ik naga, dat de plaatsen van vermaak soms overvol
zijn en in de dagbladen lees, dat bijna alle vereenigingen
hare jaarfeestjes vieren, alsof er niets gaande was, dan bekruipt
mij soms de vrees: »hoe zal men uit een dergelijken toestand
van zorgeloosheid ontwaken?" te meer als ik bedenk, dat juist
zeer velen, die de hoogste eischen stellen aan den steun der
gemeenschap, het meest geneigd zijn hun geld aan boven
genoemde doeleinden te besteden.
Mocht ik zooeven wijzen op de verbetering van den econo-
mischen toestand binnen onze gemeente, zoo kan speciaal ten
aanzien van de werkloosheid worden getuigd, dat daarin,
vergeleken bij verleden jaar, een groote wending ten goede
valt op te merken.
In de tabak- en metaalindustrie is volop werk. In de tex
tielnijverheid is de toestand ook veel gunstiger geworden,
vooral in den laatsten tijd, al dreigt hier steeds gevaar voor
storing in den aanvoer van grondstoffen.
Door de vele onderhanden zijnde bouwwerken is de werkloos
heid in het bouwvak gering en bepaalt zij zich tot de gewone
seizoensslapte.
Ter toelichting moge dienen, dat in de tweede week van
Januari 1915 bij het Gemeentelijk Werkloozenfonds ingeschreven
waren 416 werkloozen met een uitkeeririgsbedrag van ƒ1622.27,