14 DONDERDAG 20 JANUARI 1916. Nog een punt, waarop ik gaarne antwoord zou ontvangen. Heb ik het goed begrepen, dan zou er op bet oogenblik, wanneer de bewuste onderhandelingen doorgaan, door de overplaatsing van militairen naar buiten de stad, nog maar één school bij de militairen in gebruik zijn. De heer Fischer Eén derdeklasschool. De heer Heeres. Welke andere scholen blijven er dan nog over? De beer Fischer. Dan blijven er nog over twee tweede klasscholen, die aan de Pieterskerkstraat voor jongens en die aan de Breestraat voor meisjes. De heer Heeres. Dan zou ik. nog een enkel woord willen zeggen. Eenigen tijd geleden is een request ingekomen bij Burgemeester en Wethouders van de ouders der kinderen die de school voor meisjes aan de Breestraat bezoeken. Daarop is een antwoord gekomen, dat mij niet geheel heeft bevredigd en ik zou gaarne bij Burgemeester en Wethouders en vooral bij den loco-Wethouder van Onderwijs, er op willen aandringen, dat men toch eens tracht te voorzien in het onregelmatige onderwijs, dat daar wordt gegeven. De meisjes, die daar school gaan, zijn, meen ik, op het oogenblik ingedeeld in drie scholen. De argumenten die vooral voor die school pleiten, zijn zoo duidelijk aangegeven in het rapport, dat indertijd aan Burgemeester en Wethouders is gezonden, dat ik er Burgemeester en Wethouders allerminst behoef aan te herin neren. Zij weten de motieven en hebben daaruit kunnen zien, dat juist op die school zoo onregelmatig onderwijs wordt gegeven. De klachten daarover zijn zeer ernstig. Wanneer die school nu alleen de gevolgen had moeten ondervinden van de mobili satie en daarvoor niet kan worden gemist, dan hield natuurlijk alles op, maar waar dit niet het geval is, geloof ik werkelijk, met het oog op het feit, dat op het oogenblik de ouders van de kinderen ernstig en gemotiveerd klagen, dat het goed zou zijn, wanneer die klachten in het bijzonder werden onderzocht, en had ik gaarne, dat men, waar het eenigszins mogelijk was, aan die klachten te gemoet kwam. De heer Fischer. Ik geloof dat de heer Heeres mij verkeerd heeft begrepen. Ik meen gezegd te hebben, dat juist de 2de klasse school voor meisjes binnen enkele dagen weder zal zijn ingericht tot het geven van volledig onderwijs, omdat zij, die nu les krijgen in de Pelikaanstraat, dan geheele dagen op school zullen kunnen blijven. De school is nu in vijven geknipt, wat uit den aard der zaak de taak van het hoofd moeilijk maakt, De hoofdzaak is echter, dat de kinderen op de normale tijden les krijgen. De heer Heeres. Wanneer de school op die wijze wordt ingericht, blijven dan de klassen bijeen en krijgen zij volledig onderwijs op dezelfde en normale schooltijden? De heer Fischer. Zeker. De heer Heeres. Dan dank ik U zeer voor de gegeven inlichtingen. Niemand verder het woord verlangende wordt de vergade ring gesloten. N.B. Buiten de agenda werden nog behandeld: a. Interpellatie van den heer Hoogenboom betreffende het bouwen zonder voortuintjes aan de Oegstgeesterlaan (blz. 12). b. Idem van den heer Heeres betreffende de ontruiming van de openbare scholen, die nog door militairen zijn bezet (blz. 12). Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1916 | | pagina 14