heer Hirschig, als vast leeraar, te bepalen op 2400.en zijn pensioensgrondslag voorloopig vast te stellen op het zelfde bedrag. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 5. Leiden, 3 Januari 1916. Ter voorziening in de vacatures van lid der Commissie tot wering van schoolverzuim, welke den 31en Januari a.s. zullen ontstaan tengevolge van de periodieke aftreding van de heeren G. J. Bik, IL Pel, Ph. Rank, J. B. Meijnen, A. van der Meer en H. C. van der Heijde, hebben wij de eer U, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 2 van het Koninklijk Besluit van 16 November 1900 (Staatsblad N°. 200), de volgende aanbe velingen van twee benoembaren aan te bieden. Voor de le categorie (bedoeld bij art. 22 der Leerplichtwet) 1°. G. J. BIK en H. J. VAN KERKHOFF. 2°. 11. PEL en L. A. WERNER. Voor de 2e categorie: Ph. RANK en W. A. KRIEST. Voor de 3e categorie: 1°. J. B. MEIJNEN en J. H. J. KUIJPERS. 2°. A. VAN DER MEER en D. G. VAN DER HORST. Voor de 4e categorie: H. C. VAN DER HEIJDE en F. A. DEE. Wij verzoeken U thans tot de benoemingen over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 6. Leiden, 3 Januari 1916. Wij hebben de eer U hierbij over te leggen de le lijst van aangeslagenen op het kohier der plaatselijke directie belasting naar het inkomen over 1915, die de gemeente hebben ver laten of overleden zijn. Wij stellen U voor op hunne aanslagen afschrijving te ver- leenen tot de bedragen in kolom 11 van deze lijst vermeld. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N° 7. Leiden, 7 Januari 1916. Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van den heer A. I. J. Brandenburg, om eervol ontslag als onderwijzer aan de openbare lagere school der 3e klasse No. 2 alhier, bestaat bij ons geen bezwaar. Wij geven U derhalve in overweging aan den heer A. 1. J. Brandenburg, op diens verzoek, met ingang van 1 April 1916 eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van onderwijzer aan de openbare lagere school der 3e klasse No. 2. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan het College van Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. Edelachtbare Heeren. Ondergeteekende, Abraham Izaak Jacobus Brandenburg, onderwijzer aan de O. L. S. der 3de klasse No. 2 in Uwe Gemeente, verzoekt beleefd eervol ontslag uit zijne betrekking met ingang van '1 April 1916. Met verschuldigde hoogachting, A. I. J. Brandenburg. Leiden, Hansenstraat 9a. N°. 8. Leiden, 7 Januari 1916. Blijkens de voorwaarden, waaronder de »Bethlehemskerk" aan de Lammermarkt in 1899 door de gemeente werd ver kocht aan de Diaconie der Nederduitsch Hervormde gemeente te Leiden, moet het gebouw ten allen tijde voor kerkelijke doeleinden bestemd blijven. in verband met een bij haar ingekomen verzoek van den Commandant van de le en 2e compagnie Leiden Landstorm corps Z. H. West, om het kerkgebouw tijdelijk te mogen ge bruiken in de avonduren tot het houden van theoretische oefeningen, is nu door de Diaconie tot ons College de vraag gericht, of de gemeente Leiden een dergelijk gebruik zou be schouwen als inbreuk op de koop-overeenkomst en de Diaconie voor de rechtsgevolgen aansprakelijk zou stellen. Het komt ons voor, dat door de gemeente geen bezwaar behoeft te worden gemaakt tegen het bedoelde tijdelijk ge bruik en wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging ons te machtigen aan de Diaconie te antwoorden, dat het in haar schrijven aangeduide tijdelijk gebruik niet zal worden beschouwd als inbreuk op de overeenkomst, waarbij de »Bethle- hemskerk" aan haar werd verkocht. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 9. Leiden, 7 Januari 1916. In verband met den bouw der nieuwe 3e klasse school aan de Duivenbodestraat zijn reeds sedert geruimen tijd onder handelingen gevoerd met de eigenaren van eenige voor straat bestemde en nog niet aan de gemeente toebehoorende terreinen aan de west- en aan de noordzijde dier school, teneinde hen te bewegen die terreinen aan de gemeente af te staan. De door de eigenaren der op de situatie aangegeven per- ceelen kad. bekend sectie M nis 3335 en 3336 gestelde eischen zijn echter zoo buitensporig hoog, dat o. i. voorloopig geen verdere pogingen moeten worden gedaan, om tot aankoop van de voor straat bestemde gedeelten van die perceelen te geraken. Bepaald noodig is deze aankoop thans ook niet, aangezien de school aan de noordzijde geen uitgang zal krijgen. Eenigszins anders is het gesteld met het aan de westzijde der school, in het verlengde der Duivenbodestraat, gelegen gedeelte van het perceel no. 1244. Aan die zijde is de hoofd ingang der school gedacht (zie op de situatie in A). De schei ding der perceelen valt derhalve juist in het midden van de toegangsdeur, zoodat de toegang tot de school zeer gebrekkig zal zijn, zoolang dit terrein nog particulier eigendom is. Met de vorige eigenaresse van het perceel, de weduwe Laman is herhaaldelijk onderhandeld omtrent den aankoop, doch in verband met hare langdurige ongesteldheid, gevolgd door haar overlijden, kon geen overeenstemming worden ver kregen. Dientengevolge zijn de onderhandelingen met de tegen woordige eigenaresse, de weduwe Dissevelt, hervat, welke tot het volgende resultaat hebben geleid. De weduwe Dissevelt is niet bereid alleen dat gedeelte van haar tuin af te staari, hetwelk de gemeente voor eene geheel vrije ligging der school aan de westzijde noodig heeft., omdat dan volgens haar de tuin te zeer zou worden versnipperd, doch zij is wel genegen het geheele achterste gedeelte van den tuin over een breedte van 16 M. en een diepte van 14 M., ter gezamenlijke oppervlakte derhalve van 224 M1. te verkoopen voor ƒ1100.(d. i. tegen ƒ4.91 per M2.), onder voorwaarde, dat de kosten van overdracht en die van de erf- scheiding voor rekening der gemeente komen. Ofschoon voor de vrije ligging der school en de doortrekking der Duivenbodestraat slechts een strook ter oppervlakte van '140 M2. vereischt wordt en het bezit van de overige 84 M2. daarvoor niet noodig is, kan dit meerdere terrein toch uit stekend worden gebruikt. Vooral in de straten der nieuwe stadswijken, waar zich geen verloren hoekjes bevinden, ge schikt voor het plaatsen van aanplakborden, waterplaatsen, drinkfonteinen, zandhokken, bergplaatsen ten behoeve van de sneeuwopruiming en dergel., komen zulke terreinstrookjes zeer goed te pas.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1916 | | pagina 2