144 bedoelde verpleeggelden met 10.per kwartaal en voor- loopig geldende voor het tijdvak van 1 April 1910 tot 1 April 1917 alleszins verklaarbaar is en ook de vereischte goedkeuring wel zal verwerven. In verband hiermede moet dan ook het tarief van dagverpleging met 10 cents worden verhoogd. liet zij ons vergund U in dit verband mede te deelen,dat Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland aan de Provinciale Staten hebben voorgesteld de provinciale bijdrage aan de ge meenten ten aanzien van behoeftigen krankzinnigen of idioten verpleegd in gestichten, waarvoor een hooger verpleeggeld (met inbegrip van kleedgeld) dan f 380.per jaar is vast gesteld voor het tijdvak van l April 1916 tot 31 Maart 1917 tijdelijk te verhoogen met de helft van hetgeen bedoeld ver pleeggeld alsdan meer zal bedragen dan f 380.doch met dien verstande, dat de verhooging der bijdrage nimmer meer dan f 20,zal bedragen. Het verpleeggeld in Endegeest zal over het genoemde tijdvak bedragen ƒ355.-)- ƒ40.ƒ395.De Gemeente zal dus per patient hierop een bijzondere tegemoetkoming genieten van ƒ7.50. Wat Voorgeest bet reft zal het tarief bedragen 360 40.— 400.waarop dus per patient 22° 10 wordt genoten. Het totaal aantal patiënten, waarvoor onze gemeente dezen bijslag zal krijgen, is te ramen op ongeveer 220. Indien Uw College zich met het bovenstaande kan vereenigen zouden wij U willen uitnoodigen een Raadsbesluit te willen uitlokken, waarbij met tijdelijke afwijking van het daaromtrent in de verordening van 3 December 1896 (Gem. BI. Nó. 15), laatstelijk gewijzigd bij verordening van 17 Juni 1915 (Gem. Bl. No. 11) bepaalde wordt vastgesteld, dat voor het tijdvak van 1 April 1916 tot 1 April 1917 het verpleeggeld per kwartaal in het krankzinnigengesticht «Endegeest" zal bedragen/"91.25 plus f 7.50 kleedgeld en in de idiotenafdeeling »Voorgeest" f 100.zonder meer, terwijl het dagtarief in »Endegeest" gedurende hetzelfde tijdvak zal bedragen f 1.en in «Voor geest" ƒ1.10. De Commissie van Beheer, N. C. de Gijselaar, Voorzitter. J. Draaijer, Secretaris Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 252. Leiden, 17 December 1915. Onder overlegging van nevensgaand schrijven van de Commissie van Beheer over de gestichten «Endegeest", «Voor- geest" en «Rhijngeest" geven wij U, overeenkomstig het daarin vervatte voorstel, in overweging door vaststelling van bijgaanden suppletoiren begrootingsstaat ten behoeve van de op- en inrichting van het nieuwe paviljoen voor 48 krank zinnige patiënten der 3e klasse op de weide achter het kasteel «Endegeest" alsnog een bedrag van 20.000, boven het bij raadsbesluit van 16 October 1913 (Ingek. Stukken n°. 265) verleende crediet van 70.000, te!' beschikking van de Commissie van Beheer over die gestichten te stellen ter storting in het Afschrijvings- en Vernieuwingsfonds, onder bepaling, dat ook dit bedrag uit de exploitatie der gestichten in 40 jaren zal worden afgelost en dat jaarlijks 4a rente door de gestichten aan de gemeente zal worden vergoed. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, den llen December 1915. Zooals Uw College zich herinneren zal, werd bij Raads besluit van 16 October 1913 (Zie Ing. Stuk No. 265 van dat jaar) ten behoeve van de op- en inrichting van een nieuw vast paviljoen voor 48 krankzinnige patiënten 3e klasse op de weide achter het kasteel ter beschikking van onze Com missie gesteld een bedrag van 70.000.onder bepaling, dat dit bedrag uit de exploitatie in 40 jaren zou worden afgelost en dat jaarlijks 4| rente door de gestichten aan de gemeente zou worden vergoed. Dit bedrag was geraamd in verband met de kosten van de andere paviljoens en wij meenden daaraan voldoende te hebben om den bouw te ondernemen. Intusschen bleek bij de aanbesteding op 15 November j.l. en bij de in verband daarmede meer gedetailleerde raming der kosten, tweeërlei teleurstelling. Vooreerst waren de prij zen der materialen door de tijdsomstandigheden zeer gestegen en in de tweede plaats bleek bij nader grond-onderzoek ter plaatse voor het nieuwe paviljoen aangewezen, dat met de aanvankelijk voorgestelde lundeering niet zou kunnen wor den volstaan doch betonputten met -platen noodig waren, waardoor de kosten mede niet onbelangrijk stegen Een en ander noodzaakt ons zeer tot ons leedwezen U uit te noodigen den Raad een verhooging van het crediet te vragen met 20.000: Want wij meenen niettegenstaande de hoogere kosten toch den bouw van dit paviljoen te moeten doorzetten. In de eerste plaats, omdat het bestemd is voor de patiënten, die thans in de houten hulppaviljoens van de provincie worden verpleegd en wij wel niet langer op het gebruik van deze paviljoens zullen kunnen rekenen. Het gebruik van deze hulppaviljoens toch, die oorspronkelijk op verzoek van de provincie werden geplaatst, is gedurende de laatste jaren op ons verzoek telkens bestendigd, laatstelijk juist in verband met de voorgenomen plannen voor den bouw van een nieuw paviljoen. Een tweede reden is, dat met der. bouw van dit paviljoen een reeds geruimen tijd gekoesterd plan tot verbetering van de levensomstandigheden van het verplegend personeel in vervulling zal gaan. De bovenverdieping toch zal, zooals U bekend is, worden ingericht voor zusterkamers en een zuster- ziekenzaaltje, waaraan sinds lang behoefte bestond. Boven dien zal de bouw juist in dezen tijd een welkome vermeerde ring van de vraag naar arbeiders in het bouwvak meebrengen. Wij zouden dus gaarne het plan volvoerd zien en hopen door bezuinigingen in de details, waai die mogelijk zijn, de exploitatierekening van dit paviljoen nog te doen sluiten zonder nadeelig saldo. Bezuinigingen op den bouw zelf zouden wij niet weten aan te brengen, omdat deze juist die onderdeelen zouden betreffen (zusterkamertjes enz.), welke een integreerend deel van het bouwplan uitmaken. Het behoeft voorts ook geen betoog, dat het goedkooper werken is in één termijn dan in twee termijnen. Wij hopen in het bovenstaande Uw College te hebben over tuigd, dat de verhooging van het aanvankelijk verleend crediet noodzakelijk is en dat de oorzaken daarvoor van tevoren niet te voorzien waren en geven U derhalve in overweging den Raad voor te stellen het bij Raadsbesluit van 16 October 1913 voor den bouw van het bedoeld paviljoen te onzer beschikking gesteld bedrag van 70 000.te willen verhoogen met ƒ20.000. alzoo te brengen op ƒ90.000.overigens onder gelijke voor waarden betreffende rente en aflossing. De Commissie van Beheer, N. C. de Gijselaar, Voorzitter. J. Draaijer, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 253. Leiden, 17 December '1915. In Uwe Vergadeiing van 5 Augustus j.l. (Ingek. Stukken no. 157) werd besloten, dat de prijs van het gas voor de Leidsche ingezetenen, met uitzondering van het z.g. muntgas, waarvan de prijs voorloopig zou blijven bepaald op 6-| cent per M3, gedurende het tijdvak van 1 September 1915 tot en met 31 December d. a. v. in plaats van 6 cent zou bedragen 7 cent per Ma. Thans stellen Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit in hun hierachter afgedrukt schrijven voor diezelfde prijzen ook te doen gelden gedurende de maan den Januari, Februari en Maart 19l6. Met dit voorstel en de argumenten, daarvoor door Com missarissen aangevoerd, kunnen wij ons geheel vereenigen. Wij voegen hier slechts aan toe, dat wij ook daarom meenen U thans nog niet te moeten voorstellen den prijs van het muntgas te verhoogen, omdat het telkens veranderen der muntgasmeters veel werk en kosten veroorzaakt en het ons derhalve met het oog op het korte tijdvak, waarvoor de gasprijs wederom wordt vastgesteld, niet gewenscht voorkomt tot verandering dier meters reeds nu over te gaan. Geheel overeenkomstig het voorstel van Commissarissen geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging te beslui ten, dat ook gedurende het tijdvak van 1 Januari 1916 tot en met 31 Maart d. a v. de prijs van het gas voor de Leidsche ingezetenen, met uitzondering van het z.g. muntgas, waarvan de prijs voorloopig blijft bepaald op 6± cent per M8, zal bedragen 7 cent per M8. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 14 December 1915. Met dezen hebben wij de eer het volgende onder Uwe aandacht te brengen. Bij Raadsbesluit van 5 Augustus 1915 is de prijs per M8.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1915 | | pagina 25