GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
137
1S6EKOHEN STUKKEN.
N°. 229. Leiden, 25 November 1915.
Tegen de navolgende, om advies, in hare handen gestelde
voordrachten van Burgemeester en Wethouders, bestaan bij
de Commissie van Financien geene bedenkingen:
1°. het voorstel tot wijziging der begrooting voor 1915, ten
behoeve van de kosten van druk- en bindwerk van de
«Statistiek van Leiden" (Ing. St. No. 228);
2°. het voorstel tot kostelooze overname in eigendom en
onderhoud bij de gemeente van een strook grond aan de
Koolstraat, kadaster Sectie B No. 2285 gedeeltelijk (Ing.
St. No. 214);
3°. het voorstel tot aankoop van het perceel Geeregracht
No. 52 en tot vaststelling van den desbetreffenden begrootings-
staat (Ing. St. No. 212);
4°. het voorstel om, indien de Raad besluit tot verhooging
van het salaris van B. H. Jansen, Claviger van het Gymna-
nium, de begrooting voor 1916 dienovereenkomstig' te wijzi
gen, benevens tot wijziging der begrooting voor 1915 en
1916 voor de meerdere kosten van schoonhouden (Ing, St.
No. 227);
5°. het voorstel tot wijziging der begrooting voor 1915
voor de kosten van het aanbrengen van eenige verbeteringen
in het gebouw der Kweekschool voor Onderwijzers en Onder
wijzeressen, indien de Raad tot het aanbrengen van die
verbeteringen besluit (Ing. St. No. 223).
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 230. Leiden, 25 November 1915.
De heer S. Metz verzoekt bij nevensgaand adres eervol
ontslag uit zijne betrekking van onderwijzer met verplichte
hootdakte aan de openbare school der 4e klasse N°. 1 alhier.
Aangezien tegen inwilliging van dat verzoek bij ons geenerlei
bedenking bestaat, geven wij U in overweging aan den heer
S. Metz, op zijn verzoek, eervol ontslag uit zijne hierboven
genoemde betrekking te verleenen en dat ontslag te doen
ingaan met 1 Februari 1916.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 18 November 1915.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Edelachtbare Heeren,
Gndergeteekende, S. Metz, onderwijzer met verplichte
hoofdacte aan de openbare lagere school 4de klasse n°. 1,
verzoekt U beleefd hem in verband met zijn benoeming tot
onderwijzer te Bloemendaal eervol ontslag te verleenen en te
bepalen, dat dit ontslag zal ingaan op 1 Februari 1916.
Met de meeste hoogachting
Uw dw. dn.
S. Metz.
N°. 231. Leiden, 26 November 1915.
Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van den heer
A. M. Overeijnder, leeraar aan de Hoogere Burgerschool voor
Jongens alhier, bestaat bij de Commissie van Toezicht op het
Middelbaar Onderwijs zoo min als bij ons College bezwaar.
Ingevolge artikel 13 der verordening van den 15den Juli
1915 (Gemeenteblad No. 8), geven wij U mitsdien, in over
weging aan den heer Overeijnder tot wederopzeggens toe
stemming te verleenen om les te geven aan de school van het
Genootschap «Mathesis Scientiarum Genitrix" alhier.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 22 November 1915.
Aan de Edelachtbare Heeren Burgemeester
en Wethouders van Leiden.
Edelachtbare Heeren,
Ondergeteekende, Overeijnder, Adriaan, Marie, Werktuig
kundig Ingenieur, Leeraar a. d. H. B. S. m. 5 j. c. voor jongens
alhier, heeft de eer Uwe toestemming te verzoeken, tot het
geven van lessen aan de School van het Genootschap «Mathesis
Scientiarum Genitrix".
Hoogachtend,
A. M. Overeijnder w. i.
N°. 232. Leiden, 29 November 1915.
Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek bestaat bij ons
College geen bezwaar.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan
L. Menken vergunning te verleenen tot het bouwen van een
houten schuur op het weiland in den Roomburgerpolder, kad.
bekend sectie M, No. 2920, overeenkomstig de overgelegde
teekening.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Wetb. van Leiden.
Aan het Gemeentebestuur der Gemeente Leiden.
Ondergeteekende verzoekt beleefd vergunning, volgens
bijgevoegde teekening, voor de bouw van een schuur op het
weiland in de Roomburger Polder, kadastraal bekend Sectie
M No. 2920.
L. Menken.
Timmerman, Levendaal 78.
Leiden, 25 November 1915.
N°. 233. Leiden, 2 December 1915.
Bij nevensgaand adres verzoekt de heer N. Kret vergunning
tot het bouwen van een houten schuur op het terrein aan
de Buitenlaan, Sectie K No. 2493.
Aangezien tegen de inwilliging van dat verzoek bij ons
College geen bezwaar bestaat, geven wij Uwe Vergadering in
overweging aan N. Kret vergunning te verleenen tot het,
overeenkomstig de overgelegde teekening, bouwen van een
houten schuur op het terrein aan de Buitenlaan, kad. sectie
K, No. 2493.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan de Gemeenteraad van Leiden.
Ondergeteekende verzoekt beleefd over te mogen gaan tot
het bouwen van een houten schuur op een perceel open
grond aan de Buitenlaan te Leiden Sectie K. No. 2493 voor
het bergen van gereedschap.
p/o N. Kret.
Hooge Rijndijk.
J. Zitman Zoon.
Leiden 25 November 1915,
N°. 234. Leiden, den 3en December 1915.
In verband met de inwerkingtreding, op 1 October 1915,
van de door Uwe Vergadering vastgestelde nieuwe salaris
regelingen voor de leeraren van het Gymnasium en voor de
leeraren en leeraressen der beide Hoogere Burgerscholen,
zijn, met ingang van dien datum, verschillende leeraren en
leeraressen dier inrichtingen in aanmerking gekomen voor
verhooging van wedde.
Ingevolge artikel 6 van het Koninklijk Besluit van den
17en Maart 1914 (Staatsblad N°. 150), moeten van beschik
kingen, waarbij in de belooning van burgerlijke ambtenaren
(waartoe ook de hierbedoelde leeraren en leeraressen behooren)
verandering wordt gebracht, afschriften worden gezonden aan
den Burgerlijken Pensioenraad. Voorts bepaalt artikel 22 der
Burgerlijke Pensioenwet, dat bij elke verandering van belooning
de grondslag voor het pensioen opnieuw wordt geregeld of
bevestigd en artikel 25, dat het gezag, dat de wedde of be
looning van een burgerlijk ambtenaar regelt, tevens voor dien
ambtenaar voorloopig regelt den pensioensgrondslag, waarvan
het bedrag in het besluit, waarbij de wedde of belooning wordt
bepaald, wordt vermeld.
Ter uitvoering van deze voorschriften geven wij U thans
in overweging, om de jaarwedden (hieronder te verstaan de
vaste inkomsten) der leeraren en leeraressen, wier namen op
onderstaanden staat zijn vermeld, te bepalen op het bedrag
in de betrekkelijke kolom achter ieders naam vermeld en om
de pensioensgrondslagen dier leeraren en leeraressen voorloopig
vast te stellen, of te bevestigen, op het bedrag mede achter
ieders naam nader aangeduid, een en ander gerekend te zijn
ingegaan op 1 October 1915.